Zoekresultaten 901-920 van de 1482 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:125 Accountantskamer Zwolle 14/2371 en 14/2523 Wtra AK

    Accountant houdt zich onbereikbaar voor clienten. Bij toetsing van de praktijk van de betrokken accountant door de Raad voor Toezicht van de Nba wordt geoordeeld dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing verbetering behoeft. Betrokkene voldoet niet aan verzoeken om een verbeterplan in te dienen. De accountant verweert zich niet tegen de klachten en verschijnt niet ter zitting van de Accountantskamer. Gegrondverklaring en definitieve doorhaling voor drie jaar.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:126 Accountantskamer Zwolle 14/1748 Wtra AK

    Accountant die in opdracht van twee broers de belastingdienst verzoekt om de aan hen opgelegde aanslagen successierecht/erfbelasting ambtshalve aan te passen (resulterend in belastingteruggaven aan deze broers en aan klaagster (hun zus)), beroept zich tegenover klaagster terecht op zijn geheimhoudingsplicht (vervat in de VGC) ter onderbouwing van zijn afwijzing van het verzoek van klaagster om afschriften van alle stukken die verband houden met de belastingteruggaven.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:127 Accountantskamer Zwolle 14/1045 Wtra AK

    Bestuur van vermogensbeheerder met Wft-vergunning aanvaardt offerte van accountant voor wettelijke controle jaarrekening. De voorgaande accountant wordt enkele maanden later door de AVA van de vermogensbeheerder benoemd tot controlerend accountant. De accountant aan wie het bestuur de opdracht heeft verleend, meldt het verkrijgen van de opdracht aan de voorgaande accountant en vraagt om hem toegang te verschaffen tot relevante informatie. Voorgaande accountant heeft opvolgende accountant daarna schriftelijk uitgenodigd om controledossier op zijn kantoor te komen inzien. Opvolgende accountant schrijft in e-mails aan voorgaande accountant dat hem een aantal zaken ter ore is gekomen. Het bestuur van de vermogensbeheerder deelt kort nadien aan de opvolgende accountant mee dat er onvoldoende wederzijds vertrouwen is en geen basis meer voor verdere samenwerking en vraagt aan voorgaande accountant om controle te verrichten. Vervolgens wordt een opdrachtbevestiging aan de voorgaande accountant getekend. Kantoor van opvolgende accountant start civiele procedure over vordering vanwege verrichte werkzaamheden. Opvolgende accountant klaagt dat voorgaande accountant opzettelijk heeft verzuimd de noodzakelijke informatie te verstrekken. Voorgaande accountant stelt in zijn verweer dat zijn opdracht ruim een maand na zijn benoeming is opgezegd. Ack: deze opzegging is niet aan te merken als een intrekking van de opdracht als bedoeld in artikel 2:393 lid 2 van het BW want een opdracht komt pas tot stand nadat de accountant de opdracht heeft aanvaard. Artikel 20 lid 3 van de Wta moet richtlijnconform worden uitgelegd. De verplichting van de accountantsorganisatie om desgevraagd toegang te verlenen tot alle relevante informatie met betrekking tot de controlecliënt rust ook op de voorgaande accountant. Gezien het belang van informatieverschaffing aan de opvolgende accountant aan wie een opdracht tot wettelijke controle is verstrekt, en gezien de Europeesrechtelijke origine van het artikellid, ligt het voor de hand de verplichting ruim uit te leggen. De zaken die aan de opvolgende accountant ter ore zijn gekomen vallen onder de informatieplicht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:119 Accountantskamer Zwolle 14/1965 Wtra AK

    Betrokkene verleent accountancy-diensten aan een groep van vennootschappen, waarvan de economisch belanghebbenden familieleden zijn. Nadat een geschil ontstaat tussen de familieleden en diverse procedures worden gevoerd, beëindigt betrokkene zijn dienstverlening aan één zijde van de strijdende partijen en continueert hij de dienstverlening aan de andere partij, ook nadat door de Ondernemingskamer in 2012 heeft vastgesteld dat die laatste partij ofwel de door behouden cliënt zich heeft bezondigd aan wanbeleid in een vennootschap die grotendeels toebehoort aan de partij waarvoor betrokkene zijn dienstverlening heeft beëindigd. Klacht over het optreden van betrokkene is deels niet-ontvankelijk; het ontvankelijke deel van de klacht is grotendeels gegrond. Vastgesteld wordt dat betrokkene geen toepassing heeft gegeven aan het zogeheten conceptueel raamwerk en geen waarborgen heeft getroffen tegen de substantiële bedreigingen voor zijn naleving van de fundamentele beginselen nadat het geschil zich openbaarde en de Ondernemingskamer al in 2009 had vastgesteld dat er sprake was van tegenstrijdige belangen binnen de groep van vennootschappen. Van betrokkene had in de gegeven omstandigheden juist verwacht mogen worden dat hij de bedreigingen voor zijn geheimhoudingsplicht en voor zijn objectiviteit had ondervangen. In dit geval moet echter worden vastgesteld dat betrokkene zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden ten faveure van de door hem behouden partij en dat hij de belangen van zijn toenmalige cliënt ofwel de partij voor wie hij de dienstverlening had beëindigd, heeft achtergesteld bij de belangen van de door hem behouden cliënt, ofwel voor de partij voor wie hij de dienstverlening had voortgezet. Betrokkene heeft met een en ander de fundamentele beginselen van objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid, en professioneel gedrag geschonden. Betrokkene wordt daarbij aangerekend dat hij ook ter zitting er nauwelijks blijk van heeft gegeven dat hij anders had moeten handelen en dat zijn handelen het accountantsberoep in diskrediet heeft gebracht. Volgt maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:120 Accountantskamer Zwolle 14/1344 en 14/1345 Wtra AK

    Klacht in alle onderdelen niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de 6- respectievelijk 3-jaarstermijn uit artikel 22 Wtra.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:121 Accountantskamer Zwolle 14/984 Wtra AK

    Klacht tegen accountant die door de rechtbank is benoemd tot vereffenaar van een ontbonden vennootschap onder firma, die in de kern stoelt op het verwijt dat betrokkene ernstig in zijn taak als vereffenaar tekort is geschoten. In dat verband zijn 69 klachtonderdelen geformuleerd. De eigenstandige positie van een vereffenaar, wiens taken en bevoegdheden wettelijk zijn ingekaderd, brengt mee dat betrokkene slechts kan worden aangesproken indien hij in de uitvoering daarvan zodanig in strijd met de van hem te verlangen en deskundigheid en zorgvuldigheid en het van hem te verlangen professioneel gedrag heeft gehandeld, dat daardoor aan de orde is een schending van het bij of krachtens de Wet RA of Wab bepaalde. Van zulke strijd kan echter niet blijken, zodat de klacht in al haar onderdelen ongegrond wordt verklaard.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:122 Accountantskamer Zwolle 14/1223 Wtra AK

    Klacht tegen accountant die een goedkeurende verklaring bij een geconsolideerde jaarrekening afgeeft, waarna enkele maanden later een belangrijke dochtermaatschappij failleert. De teleurgestelde investeerder verwijt de accountant dat deze zijn werkzaamheden niet in overeenstemming met de voor hem geldende regels heeft verricht; volgens deze klaagster dient betrokkene opheldering te geven over de wijze waarop prognoses tot stand zijn gekomen en over de uitgevoerde specifieke controlewerkzaamheden. In beginsel ligt de stel- en bewijsplicht echter bij de klagende partij, op welk beginsel evenwel bij controlewerkzaamheden in bijzondere omstandigheden een uitzondering kan worden gemaakt. In dit geval zijn niet van zulke bijzondere omstandigheden gebleken. De door klaagster gestelde bewijsnood maakt dat niet anders. Volgt ongegrondverklaring.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:123 Accountantskamer Zwolle 14/822 Wtra AK

    Klacht van BFT tegen accountant in verband met het niet (tijdig) melden van een ongebruikelijke transactie en in verband met het niet adequaat reageren op onbevredigende gegevens en aanwijzingen van fraude of onwettig handelen van een cliënt en die gegevens en aanwijzingen onvoldoende vast te leggen in het dossier aangaande deze cliënt. Anders dan betrokkene meent, ontslaat het feit dat de politie al in enig opzicht onderzoek doet, hem niet van meldingsplicht. Het gegeven dat FIU-NL ‘slechts’ vijf door betrokkene gemelde transacties heeft doorgemeld, niet dat de niet doorgemelde transacties niet als ongebruikelijk (kunnen) kwalificeren. Het verweer dat sprake moest zijn van een in strafrecht bewezen misdrijf, zoals fiscale fraude, sneuvelt eveneens omdat voor een melding in de zin van de Wwft voldoende is een aanwijzing van fiscale fraude. Het was ook niet aan betrokkene om te beoordelen of er sprake was van verdachte transacties maar van ongebruikelijke transacties. Het samenstel van de zich voordoende feiten en omstandigheden kwalificeren als subjectieve factoren, op basis waarvan betrokkene een melding had moeten doen. Voorts moet worden vastgesteld dat betrokkene geen dan wel op onjuiste wijze toepassing heeft aan het zogeheten conceptueel raamwerk en geen aandacht heeft geschonken aan de bedreigingen voor zijn naleving van de fundamentele beginselen. Door een en ander na te laten heeft betrokkene de voor hem geldende fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag geschonden. Volgt maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:118 Accountantskamer Zwolle 14/649 Wtra AK

    Assurance-rapport niet opgesteld conform het bepaalde in NVCOS 3000. Betrokkene heeft onduidelijkheid laten bestaan over de door hem aangelegde norm en de wijze waarop hij de gevonden feiten aan die norm heeft getoetst. Hierdoor en door met betrekking tot verschillende transacties te spreken over bevoordeling van klager en ook transacties met de echtgenote, relaties en de onderneming van klager ter discussie te stellen, heeft betrokkene in zijn rapport een beperkt beeld van de transacties gegeven en daarmee de suggestie gewekt dat de beoordeelde transacties niet marktconform zijn geweest in het nadeel van de school. Betrokkene heeft hierdoor voorts onduidelijkheid laten bestaan over de vraag waarom de transacties in een dergelijke bijzondere situatie, zoals door klagers uiteengezet, als ongepast moeten worden beschouwd. Betrokkene heeft aldus gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel deskundigheid en zorgvuldigheid.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:117 Accountantskamer Zwolle 13/2490 Wtra AK

    Klachten over persoonsgericht onderzoek naar (onder meer) “de kwaliteit van het uitgeoefende bestuur” van een woningcorporatie gegrond verklaard. Betrokkene heeft onduidelijkheid laten bestaan over de aan hem verstrekte opdrachten. Dat had wel gemoeten nu eerder bij het uitvoeren van (gesteld) ingetrokken opdrachten kennis was genomen van documenten, inlichtingen waren ingewonnen en gesprekken waren gehouden. In het rapport staat dat er geen aanwijzingen zijn aangetroffen voor onregelmatigheden of fraude en verder dat zeker niet kan worden uitgesloten dat zich bij de aanschaf of ontwikkeling van onroerend goed onregelmatigheden hebben voorgedaan. Betrokkene had zich van dit laatste oordeel moeten onthouden, omdat niet duidelijk wordt gemaakt aan de hand van welk criterium of welke criteria een handelen of nalaten in het kader van de aanschaf of de ontwikkeling van onroerend goed, bij gebrek aan aanwijzingen voor onregelmatigheden of fraude, toch als mogelijk onregelmatig wordt aangemerkt. Bij de boordeling van de kwaliteit van het uitgeoefende bestuur worden in het rapport drie categorieën van bestuurshandelingen onderscheiden, waaronder bestuurshandelingen die als onder de maat kunnen worden aangemerkt en bestuurshandelingen die als verwijtbaar onder de maat kunnen worden aangemerkt. Uit het rapport blijkt niet duidelijk welk toetsingskader hierbij is gehanteerd. Betrokkene heeft daarvoor verwezen naar “bevindingen” in de bijlagen bij het rapport. Die bevindingen zijn echter niet voldoende duidelijk te relateren zijn aan de besproken bestuurshandelingen en daaruit wordt ook niet duidelijk aan de hand van welke maatstaf of maatstaven de betreffende bestuurshandelingen als (al dan niet verwijtbaar) onder de maat zijn bestempeld. Maatregel: tijdelijke doorhaling voor de duur van drie maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:116 Accountantskamer Zwolle 14/154 Wtra AK

    Waarschuwing voor het te lichtvaardig aanvragen faillissement van cliënt en het uitbrengen van definitieve jaarstukken zonder controle of de AVA deze had goedgekeurd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:112 Accountantskamer Zwolle 14/1154 Wtra AK

    Betrokkene verricht samenstelwerkzaamheden aangaande de enkelvoudige jaarrekening van een moedermaatschappij en controlewerkzaamheden aangaande de geconsolideerde jaarrekening van haar dochtermaatschappij. Klacht over het afgeven van een samenstellingsverklaring bij de jaarrekening van de moedermaatschappij gegrond omdat niet valt in te zien dat is voldaan aan de voorwaarden voor vrijstelling van consolidatie van de dochter- en groepsmaatschappijen. Die handelwijze is in strijd met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag, thans aangeduid als vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en als professionaliteit. Klacht over een verklaring van oordeelonthouding bij de geconsolideerde jaarrekening is grotendeels ongegrond. Onterecht zijn de verwijten dat betrokkene zich niet heeft verlaten op alleen de informatie vanuit de AO/IC en ook gegevensgericht is gaan controleren en dat over de juistheid van de post ‘voorraad’, zowel wat betreft de aantallen als de waardering daarvan, geen toereikende controle-informatie werd verkregen. Het verwijt dat betrokkene aangaande de materiële vordering op een kleindochtermaatschappij meer onderzoek had moeten en kunnen doen, is wel gegrond nu klaagster al bij de voorgaande jaarrekening een gedetailleerd onderzoek in het vooruitzicht is gesteld en betrokkene bij de opdrachtaanvaarding geen voorbehoud ter zake heeft gemaakt. Het daarmee samenhangende verwijt dat betrokkene onvoldoende heeft gecommuniceerd over een ter zake geconstateerde afwijking van materieel belang eveneens gegrond. Ongegrond is het verwijt dat betrokkene ten onrechte tot de afgifte van de verklaring van oordeelonthouding is gekomen. M.n. het niet verrichten van werkzaamheden op een basaal vraagstuk als die van het al dan niet voldoen aan de voorwaarden voor een vrijstelling voor consolidatie moet betrokkene worden aangerekend. Anderzijds is er nota van genomen dat betrokkene de druk van klaagster heeft weerstaan om alsnog de door klaagster gewenste verklaring af te geven. Al met al is de maatregel van berisping passend en geboden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:113 Accountantskamer Zwolle 14/1964 Wtra AK

    Na beëindiging van de opdrachtrelatie laat de betrokken accountant welbewust na, ondanks herhaald aandringen, een klachtprocedure bij de Nba (met daarin een reprimande en een dringende aanbeveling ter zake) en wetenschap van de belangen van de voormalige cliënte, de door deze voormalige cliënte gevraagde stukken af te geven. Die handelwijze is niet integer, niet deskundig, niet zorgvuldig en niet professioneel en lijkt te zijn ingegeven door rancune. Een en ander, gevoegd bij de overigens aanmatigende en geringschattende opstelling van betrokkene jegens zijn voormalige cliënte, leidt tot de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van drie maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:114 Accountantskamer Zwolle 14/1335 en 14/1336 Wtra AK

    Herhaalde klacht tegen dezelfde accountants (zie uitspraken van 18 oktober 2013 (12/3 e.v. Wtra AK) en 6 mei 2014 (13/2774 e.v. Wtra AK)). Over de feiten die aan de ‘nieuwe’ klacht ten grondslag liggen, hadden klagers al voorafgaande aan de mondelinge behandeling van de voorgaande klacht kunnen klagen, zodat de eisen van een goede tuchtprocesorde meebrengen dat klagers thans niet-ontvankelijk zijn.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:115 Accountantskamer Zwolle 14/1264 Wtra AK

    Klacht tegen accountant die in een civiele procedure als een door de civiele rechter benoemde deskundige is opgetreden. De enkele omstandigheid dat de civiele rechter in de civiele procedure tot het oordeel is gekomen dat betrokkene zich niet heeft gehouden aan de fundamentele procesregel van hoor en wederhoor, levert niet al grond op voor een conclusie dat betrokkene de voor hem geldende wettelijke en gedrags- en beroepsregels heeft geschonden. De Accountantskamer dient zelfstandig haar oordeel te vormen, waartoe zij niet in staat is omdat klaagster ondanks waarschuwing vooraf door de Accountantskamer heeft nagelaten allerlei relevante stukken in te brengen, waaronder het deskundigenrapport en het daaraan voorafgegane concept. De klacht is daardoor als feitelijk onvoldoende onderbouwd ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:111 Accountantskamer Zwolle 14/301 Wtra AK

    Bij een repeterende fout in een wettelijke controle in opeenvolgende jaarrekeningen ter zake een te controleren post vangt de verjaringstermijn ter zake deze fout na elke controleverklaring opnieuw aan. De accountant heeft bij diens controle niet opgemerkt dat een in de balans opgenomen vordering niet bestond, terwijl hij dat wel had moeten opmerken. Hierdoor is het vennootschapsvermogen significant te hoog vastgesteld. Ook op een ander punt heeft de accountant zijn controle onvoldoende kritisch en met onvoldoende diepgang uitgevoerd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:108 Accountantskamer Zwolle 14/973 Wtra AK

    Indien en voor zover de beklaagde accountant in dit geval al tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor het handelen of nalaten van zijn kantoorgenoot moet worden geacht, de klacht is zodanig onvoldoende onderbouwd dat deze ongegrond is.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:109 Accountantskamer Zwolle 13/2939 Wtra AK

    Onvoldoende aan zorgplicht voldaan bij het verschaffen van informatie aan cliënte voordat zij besloot de nalatenschap van haar echtgenoot, die een maatschap met zijn ouders had geëxploiteerd, zuiver te aanvaarden. Onvoldoende waarborgen getroffen ter zake zijn objectiviteit, nu betrokkene zowel de weduwe als haar schoonouders bijstond, terwijl er een tegengesteld belang bestond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:110 Accountantskamer Zwolle 14/337 Wtra AK

    In beginsel geen verificatieplicht bij samenstellen; in casu had betrokkene, alvorens een samenstellingsverklaring af te geven, o.g.v. randnummer 14 NVCOS 4410 toch bij zijn cliënt moeten doorvragen. Het fundamentele beginsel van geheimhouding staat er in casu aan in de weg dat betrokkene de contractspartner van zijn cliënt inlicht dat de cliënt, die bij het aangaan van die overeenkomst ook die derde heeft vertegenwoordigd, mogelijkerwijs vanwege regels omtrent tegengestelde belangen die overeenkomst niet had mogen aangaan.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:107 Accountantskamer Zwolle 14/883, 884, 885, 886 Wtra AK

    Klacht van ex-werknemer en diens echtgenote tegen vier accountants van zijn voormalige werkgever, een accountantskantoor. Door het bewust niet betalen van loon tijdens arbeidsongeschiktheid en het daarin volharden, ondanks een toewijzend vonnis van de rechter in kort geding, en het achterstellen van klager bij andere werknemers, heeft de eindverantwoordelijk accountant geen eerlijk zaken gedaan en zich niet als (een vertegenwoordiger van een) goed werkgever gedragen. Die handelwijze kan niet los worden gezien van zijn professionele status en zal worden opgevat als schadelijk voor de goede naam van de beroepsgroep. Een en ander is in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit en professioneel gedrag. Voorts is een en ander gepaard gegaan met een misleidende uiting. Een en ander leidt tot de maatregel van waarschuwing. De andere drie accountants worden voor deze handelwijze niet verantwoordelijk gehouden.