Zoekresultaten 1301-1320 van de 1491 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5770

    Klagers hebben een klacht ingediend tegen de huisarts van de penitentiaire inrichting (PI) waar hun zus/dochter op 32-jarige leeftijd is overleden. Klagers verwijten de huisarts onzorgvuldige verslaglegging over het overlijden. De huisarts heeft aangevoerd dat hij zijn aantekeningen met de beste bedoelingen heeft gemaakt op basis van informatie van derden, zonder opzettelijk onjuiste informatie te verstrekken.Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hij heeft aantekeningen gemaakt onder het kopje “S” van subjectief. Dat betreft informatie van anderen en geen uit eigen waarneming (objectief) verkregen informatie. Hoewel de verslaglegging op bepaalde punten beter kon, is het college van mening dat de huisarts binnen de normen van een redelijk bekwame en redelijk handelende huisarts heeft gehandeld. De klacht is daarom ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6859

    Klaagster meldt zich met hevige buikpijn bij een huisartsenpost, waar zij wordt gezien door een huisarts in opleiding (aios). De aios, in haar derde jaar, geeft pijnstillers en een vangnetadvies. Op 24 september wordt een appendicitis vastgesteld, wat leidt tot een spoedoperatie. Klaagster verwijt de huisarts, die de regie had en ook opleider was van de aios, dat zij een foutieve diagnose heeft gesteld, klaagster niet heeft doorverwezen naar het ziekenhuis, en haar niet zelf heeft beoordeeld.Het college oordeelt dat een huisarts tuchtrechtelijk niet verantwoordelijk is voor eventuele fouten van de aios als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Naar het oordeel van het college is aan die voorwaarden voldaan. De huisarts heeft zich ervan vergewist dat de kwaliteit van de organisatie op de huisartsenpost zodanig was dat de aios goede zorg kon leveren. Tevens heeft zij vastgesteld dat het opleidingsniveau en ervaring van de aios voldoende waren om de zorg aan haar te delegeren. De huisarts heeft ook het medisch advies van de aios op goede gronden goedgekeurd. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:269 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-374/AL/GLD

    Klacht van een advocaat over andere advocaat, onder meer over het doen van onnodige grievende en onwelwillende uitlatingen, is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:187 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-633/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een vaderschapsprocedure. Verweerder heeft niet hoeven signaleren bij de rechtbank dat het originele DNA-rapport was opgehaald, omdat er geen aanleiding was om te veronderstellen dat het rapport was opgehaald. Verweerster heeft zorgvuldig gehandeld bij het doorsturen van de brief van de rechtbank. Ook heeft verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld bij het aanleveren van een conceptreactie. Verweerster heeft klaagster steeds op de hoogte heeft gehouden van de voortgang van de zaak en heeft duidelijk gecommuniceerd naar klaagster. Dat het uiteindelijke concept dan wat later naar klaagster wordt gestuurd dan in eerste instantie was toegezegd, is overkomelijk. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:263 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-651/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:230 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6878

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster die op het spreekuur bij de huisarts kwam in verband met een luchtweginfectie, verwijt de huisarts dat zij tijdens de consulten van 14 en 21 december 2023 een onjuiste diagnose en dat de huisarts gegevens uit het dossier van klaagster heeft verwijderd. De huisarts stelt dat zij klaagster alleen op 14 december 2023 op het spreekuur heeft gezien en er op dat moment geen sprake was van een longontsteking. Tevens betwist de huisarts dat er sprake is geweest van het verwijderen van gegevens uit het dossier en verzoekt het college de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat het onderzoek van de huisarts op 14 december 2023 niet onzorgvuldig is geweest. Het college stelt vast dat de verklaring van de huisarts dat zij klaagster niet heeft gezien en onderzocht op 21 december 2023 wordt ondersteund door aantekeningen in het medisch dossier en logginggegevens. Niet is komen vast te staan dat klaagster op 21 december 2023 is beoordeeld door de huisarts. Van verwijderen van delen uit het dossier is niet gebleken. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:264 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-906/AL/GLD

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:231 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6793

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een huisarts, geen maatregel. Klager wordt vertegenwoordigd door zijn curator. De curator verwijt de huisarts a) dat hij onvoldoende zorg heeft verleend aan patiënt en b) gebrekkige dossiervoering. De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat het eerste klachtonderdeel ongegrond is. Het tweede klachtonderdeel is gedeeltelijk gegrond. Het college moet beoordelen of, en zo ja, welke maatregel passend is bij het feit dat de huisarts niet heeft zorggedragen voor de verwijdering van het patiëntendossier na de overdracht aan de opvolgende huisarts(en). Het college overweegt hierover dat sprake is van een lichte mate van tuchtrechtelijke verwijtbaarheid: het verwijt heeft betrekking op de technische aspecten van het huisartseninformatiesysteem, waarmee meer huisartsen worstelen. De huisarts heeft op de zitting verklaard dat hij contact heeft opgenomen met zijn HIS-leverancier, maar dat dit niet het gewenste resultaat heeft gehad. Ook is niet gebleken dat de huisarts misbruik heeft gemaakt van het feit dat hij nog over het dossier beschikte. Gedeeltelijk gegronde klacht (b) zonder oplegging van een maatregel en publicatie.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:265 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-222/AL/MN

    De raad verklaart een klacht van een bedrijf over een curator ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:154 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-719/DB/LI

    Afwijzing verzoek tot opheffing schorsing op grond van artikel 60ab van de Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:266 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-286/AL/GLD

    Klacht over de eigen advocaat. De raad verklaart diverse klachten over de hoogte van de declaraties en over de inhoud van de juridische bijstand door verweerster ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:267 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-299/AL/OV

    Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:185 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-562/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat en de beëindiging daarvan in een arbeidsrechtelijke zaak. Dat verweerster tekort is geschoten in haar bijstand aan klaagster is niet gebleken. Zij was niet verplicht een nieuwe procedure voor klaagster te starten en mocht de opdracht neerleggen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:268 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-371/AL/GLD 24-372/AL/GLD

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad heeft geoordeeld dat verweerder niet heeft gehandeld als een behoorlijk advocaat betaamt doordat hij – kort gezegd – de gezamenlijk woning van zijn cliënte en de wederpartij niet heeft verlaten nadat hem dat verzocht was. Gelet op de ernst van dit handelen en gezien de omstandigheid dat verweerder niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld, is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en geboden is.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:186 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-628/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat in een familiezaak. Niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen tijdens en na beëindiging van de dienstverlening door klager. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:229 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6950

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat hij als supervisor onzorgvuldig heeft gehandeld, omdat hij de, door de AIOS (achteraf gezien) gemiste, diagnose acute ischemie niet heeft onderkend. De huisarts heeft het college gemotiveerd verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Niet in het geschil is dat op in juni 2022 de diagnose acute ischemie is gemist. De vraag die moet worden beantwoord, is of de huisarts als supervisor de zorg heeft verleend die van hem, in dit geval verwacht mocht worden. De huisarts heeft het consult direct na afloop met de AIOS besproken. De bevindingen van de AIOS en diens afwegingen en conclusie (zweepslag en geen acute ischemie) kwamen de huisarts op dat moment reëel over. Zie ook 5.6 t/m 5.8 van de beslissing. Het college is van oordeel dat de klacht in zijn geheel ongegrond is. In het algemeen belang zal deze beslissing worden gepubliceerd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:151 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-338/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat verweerder in samenwerking met mr. P en diens schoonzoon bewust het Hof ’s-Hertogenbosch heeft misleid. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:115 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739215 / DW RK 23/319 LvB/RH

    Na niet voldoen aan een betalingsregeling is beslag op klagers inkomen gelegd. Niet tuchtelijk laakbaar.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:152 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-339/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de verweerder in hoedanigheid van procespartij. Vanwege verwevenheid met verweerders advocatenpraktijk wordt het optreden van verweerder getoetst aan het advocatentuchtrecht. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat verweerder in samenwerking met zijn schoonzoon bewust het Hof ’s-Hertogenbosch heeft misleid. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:153 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-337/DB/LI/D

    Dekenbezwaar. Eindbeslissing na bewijslevering en voortgezette behandeling. Verweerder is geschorst ex artikel 60ab Advocatenwet. De deken verwijt verweerder dat hij de schorsingsvoorwaarden niet heeft nageleefd doordat hij (1) zich in een dagvaardingsexploot heeft uitgegeven als advocaat en (2) vervolgens in twee dagvaardingsexploten als gemachtigde is vermeld. De raad volgt verweerder in zijn verweer dat overtreding (1) berust op een vergissing, die hij heeft gepoogd te herstellen. Onder die omstandigheid kan verweerder naar het oordeel van de raad van de overtreding geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De raad is verder (2) van oordeel dat de op het voorblad van de op 10 en 22 mei 2024 uitgebrachte dagvaardingen vermelde tekst, inhoudend dat verweerder als gemachtigde optreedt, geen aan verweerder tuchtrechtelijk toerekenbare schending van de schorsingsvoorwaarden vormt. Verweerder heeft namelijk genoegzaam aangetoond dat de deurwaarder niet de van verweerder ontvangen versie van de dagvaarding ongewijzigd heeft uitgebracht en dat de deurwaarder de term “gemachtigde” niet in opdracht van verweerder, maar uit eigen beweging en zonder voorafgaand overleg met verweerder op het voorblad heeft vermeld. Voorts staat vast dat verweerder de uitgebrachte dagvaarding niet heeft aangebracht en dat hij ook niet als gemachtigde (voor zichzelf) heeft opgetreden, hetgeen feitelijk overigens ook niet mogelijk was geweest. De deken verwijt verweerder voorts dat hij niet heeft voldaan aan het verzoek om zijn advocatenpas in te leveren. Verweerder heeft het verweer gevoerd dat hij niet in staat is geweest om te voldoen aan dit verzoek omdat hij de pas kwijt was geraakt. Verweerder gebruikte voor de schorsing zijn digitale pas. De raad kan niet vaststellen of verweerder de fysieke pas ten tijde van het verzoek om deze in te leveren in zijn bezit had noch dat hij de fysieke pas nog altijd in zijn bezit heeft. Bij die stand van zaken kan het verwijt dat verweerder niet heeft voldaan aan het verzoek om de pas in te leveren niet gegrond worden verklaard. Dekenbezwaar ongegrond.