Zoekresultaten 961-980 van de 4015 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:210 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-368/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over het handelen van de advocaat van de wederpartij in een huurgeschil. De klacht is deels niet-ontvankelijk door tijdsverloop en vanwege het ontbreken van rechtstreeks belang. De klacht is voor het overige ongegrond, omdat niet is gebleken dat onjuiste informatie is verstrekt en evenmin is gebleken dat verweerder klagers belangen onnodig of onevenredig heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6592

    Klager 1, een voormalige patiënt van klager 2, en klager 2, een psychotherapeut, dienen een klacht in tegen verweerster, een medisch adviseur bij een zorgverzekeraar. De klacht richt zich tegen het medisch advies over de zorg die klager 2 aan klager 1 heeft verleend. Verweerster heeft deze zorg als niet effectief en niet evidence-based beoordeeld, waarna de zorgverzekeraar de vergoedingen voor deze zorg heeft stopgezet. Klagers maken verweerster meerdere verwijten, waaronder het verzuimen van haar zorgplicht, onzorgvuldig handelen, onethisch gedrag en het schenden van privacyrechten. Het college oordeelt dat klager 2 kennelijk niet-ontvankelijk is in de klacht omdat hij geen rechtstreeks belang heeft bij de klacht. Klager 1 is wel (deels) ontvankelijk in een aantal klachtonderdelen omdat het advies van verweerster zijn belang rechtstreeks raakt. Op grond van dit advies beslist de zorgverzekeraar namelijk dat de kosten van zijn behandeling niet langer worden vergoed. Betreffende klachtonderdelen zijn echter, onder meer bij gebrek aan onderbouwing, ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:217 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-726/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een echtscheidingskwestie in alle onderdelen kennelijk ongegrond. De klacht is deels onvoldoende onderbouwd en voor het overige is niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerster.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:211 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-379/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Verweerster heeft na de zitting nog een uitgebreide brief aan de rechtbank gestuurd. Uit de beschikking blijkt dat verweerster de gelegenheid heeft gekregen om te reageren op een door klager ingebrachte e-mail. Uit het proces-verbaal van de zitting blijkt echter niet duidelijk dat de rechtbank dat op die manier had beslist en dat het einde van de zitting rommelig verliep. Er lijkt een zekere mate van miscommunicatie tussen verweerster en de rechtbank. De raad acht het verweersters brief daarom niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5711

    Gz-psycholoog. Klacht over een in een krant vermeld citaat van beklaagde over bepaald gedrag. Klager meent dat beklaagde zijn gedrag becommentarieert zonder hem ooit te hebben gesproken. Het college oordeelt dat de geciteerde uitlatingen algemeen van aard zijn en geen oordeel over het gedrag van klager bevatten. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:218 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-736/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een erfrechtelijke kwestie deels kennelijk niet-ontvankelijk en voor het overige kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerder feiten heeft gesteld waarvan hij op dat moment de onwaarheid kende. Evenmin gebleken dat klager onnodig op kosten is gejaagd of dat communicatie stroef verliep door toedoen van verweerder.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:170 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-218/DB/OB

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:295 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-623/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:296 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-224/AL/MN

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:297 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-672/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over een eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:168 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-442/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over een advocaat door haar voormalig accountant. Verweerster heeft conceptjaarstukken bewerkt en zodanig gepresenteerd alsof zij door een accountant definitief zijn bevonden. Verweerster heeft daarmee de kernwaarde (financiële) integriteit met voeten getreden. Hoewel verweerster zich reeds heeft uitgeschreven als advocaat, legt de raad een onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:299 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-386/AL/OV 24-387/AL/OV 24-388/AL/OV 24-389/AL/OV

    De raad heeft vastgesteld dat verweerder in de onderliggende procedure meermaals belastende stellingen over klager, de wederpartij van zijn cliënte, heeft geponeerd waarvan niet is gebleken dat deze juist waren. Ook heeft hij in deze klachtprocedure vergaande belastende uitspraken over klager gedaan. Dit heeft hij gedaan in zijn schriftelijke verweer aan de deken en op de zitting van de raad. Vooral dit laatste handelen van verweerder neemt de raad hem ernstig kwalijk. Het optreden van verweerder tijdens de zitting van de raad, waarbij verweerder zijn eerdere ongefundeerde beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag jegens klager met nieuwe, eveneens ongefundeerde aantijgingen heeft uitgebreid, toont aan dat verweerder het verwijtbare en het onaanvaardbare van zijn handelen niet inziet. Ook zijn opmerkingen op de zitting in de richting van de voorzitter getuigen van een houding die niet past bij een advocaat. Gelet op de aard en de ernst van dit handelen van verweerder is de raad van oordeel dat alleen een deels onvoorwaardelijke schorsing passend is. De raad legt een schorsing op van 12 weken waarvan 6 weken voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:169 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-582/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft nagevraagd of klager in aanmerking kwam voor een toevoeging, maar dat bleek niet zo te zijn. Verweerder heeft erkend over het hoofd te hebben gezien dat de huur was opgezegd, waardoor hij geen uitruimingsbescherming heeft aangevraagd. Niet iedere gemaakte fout dient te leiden tot een tuchtrechtelijke maatregel. De raad weegt mee dat verweerder openheid van zaken heeft gegeven, heeft gewezen op zijn verzekering en oplossingsgericht te werk is gegaan. Ook voor het overige geen klachtwaardig handelen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:212 Raad van Discipline Amsterdam 23-747/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij deels gegrond. Verweerster heeft in strijd met gedragsregel 8 gehandeld door een gegeven aan klaagster te verstrekken, waarvan zij wist dat die onjuist was. De overige klachtonderdelen worden ongegrond verklaard. Aan verweerster wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:213 Raad van Discipline Amsterdam 24-783/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij in een arbeidsrechtzaak. Als partijdig belangenbehartiger stond het verweerder vrij om betrokkene (oud-collega van klager) naar aanleiding van zijn verklaring namens de werkgever te wijzen op zijn contractuele verplichtingen jegens de werkgever en te verzoeken te stoppen met het schenden van het overeengekomen geheimhoudingsbeding. Van schending van gedragsregel 22 is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:209 Raad van Discipline Amsterdam 24-411/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond. Gelet op de context waarin verweerster haar e-mail heeft gestuurd, de onderlinge verhoudingen tussen partijen en de vrijheid die verweerster als advocaat van haar cliënte heeft om haar belangen te behartigen, kunnen de bewuste bewoordingen niet als onnodig grievend worden aangemerkt en mocht verweerster gelet op alle omstandigheden ook afgaan op de van haar cliënte verkregen informatie. Ook kan het verweerster niet tuchtrechtelijk worden verweten dat de procedure tussen klager en de vrouw vertraging heeft opgelopen. Evenmin is het de raad gebleken dat de procedure door toedoen van verweerster onnodig is verhard of gepolariseerd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:210 Raad van Discipline Amsterdam 24-284/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de eigen advocaat deels gegrond. Verweerster heeft in een voor de procedure cruciaal punt gemist. Hiermee heeft verweerster niet gehandeld met de zorgvuldigheid die van haar in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. De raad ziet af van het opleggen van een maatregel, nu verweerster ter zitting heeft erkend dat zij niet juist heeft gehandeld en zij, op het moment dat haar de juiste cijfers bekend werden, de advocaat van de wederpartij hierover alsnog heeft bericht waarna er een schikking tussen partijen is getroffen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:211 Raad van Discipline Amsterdam 24-501/A/A

    Raadsbeslissing. Ongegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat. De raad is van oordeel dat verweerder binnen de beperkte tijd die hiervoor stond de belangen van klager op deugdelijke wijze heeft behartigd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:257 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6896

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klager is het er niet mee eens dat voor hem een zorgmachtiging is afgegeven. Hij is het ook oneens met de bijbehorende verplichte zorg: de medicatie die hem wordt toegediend en de medische controles. De verpleegkundig specialist is de regiebehandelaar van klager.Het college oordeelt dat de zorgmachtiging niet via het medisch tuchtrecht kan worden aangevochten; daartegen stond voor klager een andere rechtsgang open. De verpleegkundig specialist diende vanuit zijn professie uitvoering aan de zorgmachtiging te geven; hiervan kan hem geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Verder oordeelt het college dat er geen aanwijzingen zijn voor het oordeel dat de verpleegkundig specialist klager verkeerde medicatie heeft voorgeschreven of (met opzet) voor een te lange periode en dat hij onnodige controles van de bloedwaarden heeft uitgevoerd. Dit klachtonderdeel is ook ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:258 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6746

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klagers zijn broer en zus. Hun hoogbejaarde moeder was opgenomen in het ziekenhuis vanwege een gebroken heup. In het ziekenhuis is discussie ontstaan over het al dan niet opereren van de heup van de moeder van klagers. Op enig moment heeft de verpleegkundig specialist een melding bij Veilig Thuis gedaan. Klagers zijn het niet eens met de melding bij Veilig Thuis die door de verpleegkundig specialist is gedaan over hun omgang met hun moeder.Het college oordeelt dat de verpleegkundig specialist alle stappen uit de V&VN Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling/ Stappenplan voor Verpleegkundigen, Verzorgenden en Verpleegkundig specialisten Meldcode juist en zorgvuldig heeft gevolgd, dat de Veilig Thuis-melding proportioneel en gerechtvaardigd was en dat de verpleegkundig specialist ook overigens heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend, redelijk bekwaam vakgenoot mag worden verwacht. De klacht is ongegrond. Publicatie.