Zoekresultaten 151-160 van de 44614 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7100
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 01-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:39
Klacht tegen een arts verstandelijk gehandicapten. Patiënt (broer van klaagster) was 49 jaar, bekend met de ziekte van Duchenne en kreeg continue beademing. Hij woonde op een locatie van een zorginstelling die mensen begeleidt met een verstandelijke beperking. Verweerder was werkzaam als instellingsarts met bereikbaarheidsdiensten in de avond- en nachturen. Patiënt werd op 8 april 2014 ziek, waarna de verpleging verweerder raadpleegde. De volgende dag werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen, waar hij die avond overleed aan sepsis. Klaagster verwijt verweerder onder meer dat hij de situatie/klachten van haar broer niet goed heeft ingeschat, de familie niet tijdig heeft gewaarschuwd en er sprake is van onvoldoende nazorg en dossiervoering. Klaagster is ontvankelijk, geen sprake van verjaring of misbruik van recht. Het college oordeelt dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:81 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-106/AL/NN
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 31-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:81
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:56 Hof van Discipline 's Gravenhage 230214
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 31-03-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:56
Klacht tegen eigen advocaat ongegrond. Klager was het niet eens met een vonnis en de (wijze van) tenuitvoerlegging daarvan. Bijzonder zorgvuldige belangenbehartiging door de advocaat. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7101
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 01-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:40
Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Patiënt (broer van klaagster) was 49 jaar, bekend met de ziekte van Duchenne en kreeg continue beademing. Hij woonde op een locatie van een zorginstelling die mensen begeleidt met een verstandelijke beperking. Verweerster was werkzaam als vaste instellingsarts van patiënt. Patiënt werd op 8 april 2014 ziek, waarna de dienstdoende verpleegkundigen een waarnemend collega-arts raadpleegden. De volgende dag werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen, waar hij die avond overleed aan sepsis. Klaagster verwijt verweerster onder meer dat zij de situatie/klachten van haar broer niet goed heeft ingeschat, de familie niet tijdig heeft gewaarschuwd en er sprake is van onvoldoende nazorg en dossiervoering. Klaagster is ontvankelijk, geen sprake van verjaring of misbruik van recht. Het college oordeelt dat verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:82 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-112/AL/GLD
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 31-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:82
voorzittersbeslissing. Klaagster heeft een e-mail gestuurd met een nieuw verzoek om advies. Verweerder erkent dat het netter was geweest als hij had laten weten druk te zijn maar snel te zullen reageren. Aangezien echter uit de e-mail van klaagster aan verweerder niet bleek van urgentie van klaagster en omdat verweerder binnen vijf werkdagen erna inhoudelijk heeft gereageerd, heeft verweerder naar het oordeel van de voorzitter met de zorgvuldigheid gehandeld die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:57 Hof van Discipline 's Gravenhage 230356 230357 230358
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 31-03-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:57
Klaagster verwijt verweerders belangenverstrengeling doordat zij zowel voor haarzelf als voor de makelaar hebben opgetreden in de zakelijke conflicten die zij met haar makelaar had. De raad heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht, omdat zij deze buiten de wettelijke termijn (artikel 46g lid 1 onder a en artikel 46g lid 2 Advocatenwet) en daarmee te laat heeft ingediend. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7102
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 01-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:41
Klacht tegen een verpleegkundige. Patiënt (broer van klaagster) was 49 jaar, bekend met de ziekte van Duchenne en kreeg continue beademing. Hij woonde op een locatie van een zorginstelling die mensen begeleidt met een verstandelijke beperking. Verweerder was werkzaam als verpleegkundige. Patiënt werd op 8 april 2014 ziek, waarna collega-verpleegkundigen een arts raadpleegden. De volgende dag werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen, waar hij die avond overleed aan sepsis. Klaagster verwijt verweerder onder meer dat hij de situatie/klachten van haar broer niet goed heeft ingeschat, de familie niet tijdig heeft gewaarschuwd en er sprake is van onvoldoende nazorg en dossiervoering. Klaagster is ontvankelijk, geen sprake van verjaring of misbruik van recht. Het college oordeelt dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:83 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-007/AL/OV
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 31-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:83
Gegronde klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van dienstverlening en de communicatie. Verweerder heeft klager onvoldoende voorgelicht over de kans van slagen van de artikel 12 procedure, althans heeft hij dit niet schriftelijk vastgelegd. Daarnaast was de bijstand van verweerder in de artikel 12 procedure kwalitatief ondermaats. Verweerder is tot slot onzorgvuldig geweest nadat klager zijn ongenoegen over de bijstand van verweerder kenbaar maakte. De verzuimen van verweerder, in het bijzonder waar het gaat om de bijstand in de artikel 12 procedure, raken ook aan de kernwaarde deskundigheid. Deskundige bijstand veronderstelt immers dat de advocaat zijn cliënt voorlicht over de goede en kwade kansen van een zaak en dit alles ook schriftelijk vastlegt en dat de bijstand van voldoende niveau is. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6951
- Datum publicatie: 02-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:41
Klager, die in een penitentiaire inrichting verblijft, wordt door zijn tandarts verwezen voor een totale extractie van zijn gebit. Hij klaagt dat hij drie keer zonder reden van de wachtlijst is gehaald, ondanks maandenlange pijn, en verwijt de tandarts (verweerder) dat hij een verstandskies niet heeft verwijderd, waardoor hij aanhoudend pijn in zijn onderkaak heeft gehad.Verweerder weerspreekt de klachten. Volgens hem werd klager eenmaal van de wachtlijst gehaald omdat hij werd overgeplaatst naar een andere penitentiaire inrichting, en hij stelt dat het beleid is om niet doorgekomen verstandskiezen niet te extraheren. Hij stelt dat hij die keuze met klager heeft besproken en dat deze het daarmee eens was.Het college beoordeelt de klacht als ongegrond. De redenen voor het eenmaal verwijderen van de klager van de wachtlijst zijn gerechtvaardigd. Bovendien was de beslissing om de verstandskies in de bovenkaak niet te verwijderen conform richtlijnen en met instemming van klager. Er wordt geen bewijs gevonden voor een verstandskies in de onderkaak van klager.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:49 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-380/DH/DH
- Datum publicatie: 02-04-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:49
Verzet ongegrond. Misbruik van recht