Zoekresultaten 581-590 van de 846 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2014:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2013-071
- Datum publicatie: 06-05-2014
- Datum uitspraak: 06-05-2014
- ECLI:NL:TGZRSGR:2014:51
Het college oordeelt het handelen van de verpleegkundige beneden de tuchtrechtelijke maat. Van de verpleegkundige, als avondhoofd met een coördinerende functie, mag en moet verwacht worden dat hij, ook in een crisissituatie, met een geëmotioneerde familie, adequaat handelend en communicerend optreedt. Hierin is hij tekort geschoten. De reflectie op het eigen handelen is voorts minimaal. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2014:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2013-133
- Datum publicatie: 06-05-2014
- Datum uitspraak: 06-05-2014
- ECLI:NL:TGZRSGR:2014:52
De verpleegkundige heeft onderzoeken uitgevoerd zoals deze verwacht mogen worden van een redelijk bekwaam en redelijk handelend ambulanceverpleegkundige, ondanks dat de werkdiagnose achteraf niet juist is gebleken. Het advies aan klager om bij aanhoudende pijnklachten de huisarts te bezoeken is juist geweest en de verpleegkundige heeft klager in een voldoende stabiele situatie achtergelaten. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat de verpleegkundige klager niet serieus heeft genomen. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:141 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.246
- Datum publicatie: 23-04-2014
- Datum uitspraak: 15-04-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:141
Klacht tegen verpleegkundige. Klager verwijt de verpleegkundige dat hij, in zijn functie van afdelingsmanager IC, onzorgvuldig heeft gehandeld omdat de familie tussen 19 en 22 december 2010 geen enkele informatie over patiënte heeft gekregen, terwijl daarna ook ontoereikend is gecommuniceerd, met name over de operatie van 23 december 2010. Het IC-personeel en vooral de artsen hebben de familie gedurende die eerste periode totaal niet geïnformeerd en daarna ontoereikend. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2014:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2013/416VP
- Datum publicatie: 22-04-2014
- Datum uitspraak: 22-04-2014
- ECLI:NL:TGZRAMS:2014:35
De IGZ verwijt verweerster dat zij op onzorgvuldige wijze heeft gehandeld jegens een aan haar zorg toevertrouwde patiënte, die is overleden nadat zij een aantal dagen bekneld is geweest onder een bank in haar woning. Patiënte had via het persoonlijke alarmsysteem om hulp gevraagd. Verweerster heeft onder andere geen valrisicoanalyse gemaakt, zich niet vergewist van het medicatie gebruik van patiënte, geen verantwoorde dossiervoering verricht en onvoldoende contact met de familie van patiënte onderhouden, ook niet nadat patiënte was overleden en de familie aan nazorg behoefte had. Gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2014:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2013/374VP
- Datum publicatie: 22-04-2014
- Datum uitspraak: 22-04-2014
- ECLI:NL:TGZRAMS:2014:36
Klaagster dient een klacht in namens haar overleden vader, hierna patiënt genoemd. Verweerder is werkzaam als hoofd zorg in een verzorgingshuis. Klaagster verwijt verweerder onder meer dat er onder zijn verantwoordelijkheid onzorgvuldig is gehandeld toen patiënt die bekend was met COPD klaagde over benauwdheid en vroeg om consult bij de huisarts, hetgeen niet heeft plaatsgevonden. Uiteindelijk is patiënt met een longontsteking opgenomen in het ziekenhuis waar hij is overleden. Niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:124 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.117
- Datum publicatie: 10-04-2014
- Datum uitspraak: 10-04-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:124
Klacht tegen verpleegkundige. Klager verwijt de verpleegkundige dat 1) hij zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging 2) hij zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag 3) zijn optreden ernstig en schadelijk is geweest. Het Centraal Tuchtcollege acht alle klachtonderdelen ongegrond en verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:125 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.032
- Datum publicatie: 10-04-2014
- Datum uitspraak: 10-04-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:125
Klacht van de Inspectie voor de gezondheidszorg tegen een verpleegkundige. De Inspectie verwijt de verpleegkundige a. dat hij zijn patiënt niet aan een volledige primary survey heeft onderwerpen alvorens een behandeling te starten en b. dat hij is afgeweken van het protocol “Onrust” van het Landelijk Protocol Ambulancevervoer (LPA). Het Centraal Tuchtcollege acht beide klachtonderdelen ongegrond en verwerpt het beroep van de Inspectie.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:126 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.226
- Datum publicatie: 10-04-2014
- Datum uitspraak: 10-04-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:126
Klacht tegen verpleegkundige. De verpleegkundige wordt verweten dat hij, door een persoonlijke en seksuele relatie aan te gaan met een patiënte, in strijd heeft gehandeld met de zorg die hij als goed hulpverlener had behoren te betrachten. Daarbij kan onder meer worden gewezen op het binnen de RIBW geldende protocol, de Nationale Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden en de brochure “Het mag niet, het mag nooit”. Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg vernietigt de beslissing waarvan hoger beroep doch uitsluitend voor zover daarin de maatregel van waarschuwing is opgelegd en legt de verpleegkundige de maatregel op van schorsing van zijn inschrijving in het BIG-register voor de duur van 12 maanden en bepaalt dat deze schorsing niet ten uitvoer wordt gelegd dan nadat het Centraal Tuchtcollege zulks heeft gelast op grond van het feit dat hij binnen de gestelde proeftijd van twee jaar niet heeft voldaan aan de in deze beslissing gestelde voorwaarden.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2013:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2013/02
- Datum publicatie: 01-04-2014
- Datum uitspraak: 25-03-2013
- ECLI:NL:TGZRGRO:2013:41
Klacht tegen O&G-verpleegkundige in verband met vroeggeboorte. Onjuist en niet adequaat handelen en het ontbreken van het medisch dossier van klaagster. Alle klachtonderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2014:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 145/2013
- Datum publicatie: 14-03-2014
- Datum uitspraak: 14-03-2014
- ECLI:NL:TGZRZWO:2014:34
Klacht van IGZ tegen verpleegkundige vanwege grensoverschrijdend gedrag. Klacht gegrond. In het kader van de op te leggen maatregel dient meegewogen te worden dat verweerster door het verlies van haar werk niet alleen bij klaagster, maar binnen de zorg in brede zin, al zwaar gestraft is. Zij heeft haar baan bij klaagster door ontslag op staande voet als ook haar nieuwe baan verloren en heeft zelfs haar baan in de Thuiszorg, op advies van de IGZ, opgezegd. Hoezeer de kans op recidive door het college nooit met zekerheid kan worden uitgesloten, zijn er geen dan wel onvoldoende aanwijzingen om een gerede kans op recidive aan te nemen. De enkele omstandigheid dat verweerster, ondanks uitgebreide regelgeving en aandacht die door klaagster, ook specifiek binnen de afdeling psychiatrie aan deze problematiek werd gegeven, toch de fout is ingegaan, zoals door klaagster gesteld, is daartoe niet voldoende. Andere aanwijzingen voor een risico op recidive zijn gesteld noch gebleken. Zonder op de laakbaarheid van het handelen van verweerster te willen afdoen, is het college van oordeel dat zij onder de hiervoor geschetste gegeven omstandigheden van oordeel is dat een berisping een passende maatregel is. Een waarschuwing acht het college te licht nu verweerster heeft nagelaten de ontstane situatie te melden. Een (voorwaardelijke) schorsing of doorhaling acht het college gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, te zwaar.