Zoekresultaten 531-540 van de 846 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:342 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.447
- Datum publicatie: 20-11-2014
- Datum uitspraak: 20-11-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:342
Klacht tegen verpleegkundige - Klager verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum op basis van een strafrechtelijke maatregel van tbs met dwangverpleging. Verweerster is als sociotherapeute werkzaam in dat centrum. Op enig moment heeft verweerster aan klager een nieuw astmapompje verstrekt. Klager verwijt verweerster dat zij niet heeft gereageerd op zijn brieven betreffende het astmapompje en de vraag waarom de voorraad op was toen hij verzocht om een nieuw astmapompje. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:338 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.264
- Datum publicatie: 20-11-2014
- Datum uitspraak: 20-11-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:338
Klacht tegen verpleegkundige – Klager heeft de klacht tegen verweerster ter zitting ingetrokken. Verweerster heeft niet om voortzetting van de behandeling verzocht. Het Centraal Tuchtcollege acht geen redenen van algemeen belang aanwezig op grond waarvan de behandeling van de klacht toch dient te worden voortgezet. Het Centraal Tuchtcollege staakt de behandeling van de klacht in hoger beroep.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2014:109 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2013/191Vp
- Datum publicatie: 18-11-2014
- Datum uitspraak: 18-11-2014
- ECLI:NL:TGZRAMS:2014:109
Klager was werkzaam als verpleegkundige op de afdeling waarvan verweerster het hoofd was. Klager verwijt verweerster onder meer dat zij als leidinggevende in de rol van behandelaar is gekropen en ten onrechte naar aanleiding van een afspraak met klager een melding heeft gedaan bij de crisisdienst van de instelling waar verweerster en klager werkzaam waren. Er was volgens klager geen sprake van een noodsituatie die dit rechtvaardigde. Verweerster heeft ten onrechte nagelaten de bedrijfsarts in te schakelen. Klager verwijt verweerders onder meer dat zij in het kader van een crisis melding klager hebben beoordeeld terwijl er geen sprake was van een noodsituatie en zij niet de benodigde onafhankelijkheid en onpartijdigheid in acht konden nemen doordat zij bij dezelfde instelling werkten als klager.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2014:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2013/392VP
- Datum publicatie: 11-11-2014
- Datum uitspraak: 11-11-2014
- ECLI:NL:TGZRAMS:2014:106
Klagers dienen een klacht in namens hun overleden man en vader, hierna patiënt genoemd. Klagers verwijten verweerders dat zij onzorgvuldig hebben gehandeld bij de palliatieve sedatie van patiënt, onder andere door deze zonder toestemming van patiënt dan wel zijn vertegenwoordigers uit te voeren. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2014:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1497
- Datum publicatie: 05-11-2014
- Datum uitspraak: 05-11-2014
- ECLI:NL:TGZREIN:2014:93
Verpleegkundige wordt grensoverschrijdend gedrag, zowel algemeen als seksueel, verweten alsmede onvoldoende zelfreflectie. Het repeterend seksueel grensoverschrijdend gedrag is voldoende komen vast te staan. De (proces) houding van verweerder waaronder leugenachtig overkomende verklaringen, maken de ontkennende verweren niet bepaald aannemelijk. Ook poging tot seksuele intimidatie via Facebookberichten vormt bevestiging dat verweerder als hulpverlener gevaar oplevert. Doorhaling en publicatie.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:336 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.116
- Datum publicatie: 30-10-2014
- Datum uitspraak: 30-10-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:336
De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klager is in het kader van een behandelprogramma door verweerder begeleid bij het realiseren van leerdoelen op het gebied van arbeid en het beheren van eigen financiën. Klager verwijt verweerder dat deze zijn leven in gevaar heeft gebracht door hem in een onveilige woonsituatie te plaatsen, te weten een zorgboerderij waar meerdere keren kortsluiting als gevolg van lekkage heeft plaatsgevonden. Voorts heeft verweerder, nadat klager ontslagen was uit de vier dagen durende crisisopvang, nagelaten voor fatsoenlijke opvang te zorgen waardoor klager dakloos is geworden, dit terwijl op klager op dat moment nog een rechterlijke machtiging van toepassing was. RTG Eindhoven: Klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het CTG verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2014:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 017/2014
- Datum publicatie: 06-10-2014
- Datum uitspraak: 06-10-2014
- ECLI:NL:TGZRZWO:2014:124
Klacht tegen verpleegkundige. Klager verwijt verweerder met name dat hij ten onrechte de titel van dr. heeft gevoerd. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2014:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 260/2013
- Datum publicatie: 06-10-2014
- Datum uitspraak: 06-10-2014
- ECLI:NL:TGZRZWO:2014:127
Klacht tegen verpleegkundige. Verweerder was betrokken bij de beoordeling van klager in de crisisdienst. Klager verwijt verweerder met name het stellen van een onjuiste diagnose. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2014:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2013-215b
- Datum publicatie: 26-08-2014
- Datum uitspraak: 26-08-2014
- ECLI:NL:TGZRSGR:2014:93
Klacht tegen een verpleegkundige dat zij ondanks de door zowel klager als patiënte geuite zorgen geen arts heeft geroepen om naar patiënte te kijken. De verpleegkundige heeft patiënte op de dag dat zij dienst had verzorgd en drie keer controles uitgevoerd en daarbij aandacht gehad voor de wond op de linker heup en ook voor de blauwe vingers van patiënte. Zij heeft telefonisch overleg gepleegd met de dienstdoende arts in verband met de vraag van klager of de blauwheid in verband kon worden gebracht met de dosering Fragmin en daarbij ook de zorgen van klager en de medische situatie van patiënte besproken. Het College acht dit telefonisch overleg zorgvuldig. Er waren geen aanwijzingen voor een acute noodzaak tot een beoordeling door de arts. Het ware beter geweest wanneer de verpleegkundige het gesprek met de arts en de inhoud daarvan in haar rapportage had genoteerd. Het achterwege blijven hiervan is niet van dusdanige aard dat alleen hierom een tuchtmaatregel zou moeten volgen. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2014:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2013-077b
- Datum publicatie: 26-08-2014
- Datum uitspraak: 26-08-2014
- ECLI:NL:TGZRSGR:2014:95
Klacht tegen een verpleegkundige dat de katheter eerder bij patiënte had moeten worden verwijderd, omdat zij er last van had, en deze uiteindelijk hardhandig is verwijderd, terwijl op dat moment bovendien beter gewacht had kunnen worden tot patiënte, na het starten met de Dormicumpomp, zou slapen. Klager vindt dat de verpleegkundige niet buiten hem om, op verzoek van zijn kleinkinderen, beslissingen over de behandeling van patiënte had mogen nemen. Het college oordeelt dat de verpleegkundige kon overgaan tot het verwijderen van de katheter in opdracht van de verpleegkundige van het specialistisch team. Het was passender geweest, indien de verpleegkundige tenminste ook klager zelf betrokken had bij het initiatief om het specialistisch team in dit verband te benaderen en bij de uitkomst en vervolg van dat overleg. Bij het verwijderen van de katheter is een te kleine spuit gebruikt. Dit was ongelukkig en patiënte zal hiervan mogelijk ongemak hebben ervaren, maar er zijn geen aanwijzingen dat er als gevolg daarvan sprake is geweest van méér dan dat. Dit had beter gekund maar rechtvaardigt niet het opleggen van een tuchtrechtelijke maatregel. Voorts ambtshalve opmerking over privacy van patiënten. Klacht afgewezen.