Zoekresultaten 1-10 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:63 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-181/DB/ZWB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerster in een procedure bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant bewust georkestreerde en valse verklaringen in het geding heeft gebracht. Kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7501

    Deels gegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft bij klaagster een zogenaamde Aziatische ooglidcorrectie verricht. Omdat klaagster niet tevreden was met het resultaat -de oogleden waren volgens haar asymmetrisch- vond een tweede operatie plaats. Hierna volgde, vanwege zwaar aanvoelende ogen en hoofdpijnklachten, op initiatief van klaagster een derde operatie in het buitenland waarbij een voorhoofdlift werd uitgevoerd, een ptosiscorrectie en een upper blepharoplasty. Zij is thans klachtenvrij en tevreden met haar uiterlijk. Klaagster heeft verschillende klachten over het handelen van de chirurg, waarvan het college er twee (waarvan één voor een deel) gegrond acht. De chirurg krijgt een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7531

    Ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. Klaagster heeft een lipofilling behandeling ondergaan bij verweerder. Deze behandeling bestond uit het op meerdere plaatsen lipofilling (behandeling waarbij vet wordt verplaatst) in het gelaat aan brengen ten behoeve van een correctie van een ooglidcorrectie welke eerder door een andere kliniek en arts werd uitgevoerd en het verkrijgen van meer symmetrie in het gelaat. Tevens onderging zij lipofilling aan de handen. Klaagster is ontevreden over de behandeling en ongelukkig en verdrietig over het resultaat.Het college overweegt het volgende. De uitgevoerde behandeling is verlopen conform hetgeen besproken is tijdens de consulten. De behandelingen aan gezicht en handen staan uitgesplitst op het door klaagster ondertekende informed consentformulier en de door klaagster betaalde factuur. De te behandelen gebieden zijn afgetekend op het gezicht waarvan foto’s zijn gemaakt tijdens het consult en voorafgaand aan de operatie op 22 maart 2022. Klaagster heeft preoperatief bevestigd dat zij hiermee akkoord ging. Uit niets blijkt dat de plastisch chirurg meer heeft behandeld dan hetgeen is afgesproken. Dat klaagster niet tevreden is over het resultaat valt te betreuren, maar betekent niet dat de arts onzorgvuldig heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:322 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-172/AL/MN

    Tussenbeslissing. De raad verwijst de zaak terug naar de deken voor aanvullend onderzoek. Geen tussentijds hoger beroep mogelijk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7312

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft bij klaagster een borstvergroting uitgevoerd. Zes jaar later kwam klaagster opnieuw bij de plastisch chirurg in verband met pijnklachten in haar rechterborst. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld en dat hij een onjuist advies heeft gegeven. Volgens de artsen in [land X] was het niet verantwoord om nieuwe implantaten te plaatsen, wat maakt dat een van de behandelopties die de plastisch chirurg heeft voorgesteld niet juist was. Daarnaast heeft de plastisch chirurg tijdens het consult niet gewezen op het risico van de Allergan-implantaten.Naar het oordeel van het college heeft de plastisch chirurg gehandeld volgens de in Nederland geldende standaarden. De plastisch chirurg heeft op basis van het lichamelijk onderzoek vastgesteld dat er sprake was van forse kapselvorming (Baker IV), wat de pijnklachten veroorzaakt. Het behandelbeleid in Nederland bij Baker IV klachten is een capsulotomie (het insnijden van het verharde kapsel) of een capsulectomie (het chirurgisch verwijderen van een deel of het gehele kapsel) in combinatie met het verwijderen of vervangen van het implantaat.Dat de plastisch chirurg klaagster niet heeft geïnformeerd over de Allergan-implantaten is ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Volgens de in Nederland geldende richtlijnen hoeven deze implantaten niet preventief te worden verwijderd, er is in Nederland geen terugroepactie geweest. Weliswaar bestaat er bij borstimplantaten een risico op Breast Implant Associated Anaplastic Large-Cell Lymphoma (BIA-ALCL), een zeldzame vorm van lymfeklierkanker, maar bij klaagster was hier klinisch geen verdenking op. De plastisch chirurg hoefde klaagster hier daarom ook niet over te informeren.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:107 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7550

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft bij klaagster een buikwandoperatie gedaan in verband met een littekenbreuk. Klaagster is van mening dat zij onvoldoende is geïnformeerd over de ingreep en dat zij de chirurg geen toestemming heeft gegeven om haar te opereren. Daarnaast is klaagster niet tevreden over de uitvoering en het resultaat van de operatie. Het college leidt uit het dossier af dat met klaagster het operatieplan en de risico’s van de operatie zijn besproken. Klaagster heeft in haar klacht niet nader onderbouwd welke informatie over de operatie zij niet heeft gekregen.Uit het operatieverslag blijkt niet dat er tijdens de operatie spieren zijn doorgesneden, maar dat er spieren zijn verplaatst en opnieuw vastgezet. Ook kan niet worden vastgesteld dat de navel van klaagster is weggesneden. Voor wat betreft de pijnklachten, de uitgezette maag en uitgerekte buikwand die klaagster benoemt, heeft het college geen aanwijzingen dat dit gerelateerd kan worden aan een onjuiste uitvoering van de operatie.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7029

    Deels gegronde klacht. In de familie van klagers is een verstoring ontstaan in de familieverhoudingen na een beschuldiging van misbruik tussen een kind van klagers en een kind van klaagsters broer en zijn partner. Verweerster, klinisch psycholoog en psychotherapeut, heeft de familie begeleid in hun wens tot herstel van de verhoudingen. Door haar e-mail aan klagers, (schoon)ouders en broer/zwager en diens partner, heeft zij de stand van zaken zodanig verwoord dat zij de schijn heeft gewekt dat zij niet neutraal en onafhankelijk positie heeft gekozen in het conflict. Dit deel van de klacht is gegrond. Voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7318

    Deels gegronde klacht. In de familie van klagers is een verstoring ontstaan in de familieverhoudingen na een beschuldiging van misbruik tussen een kind van klagers en een kind van klaagsters broer en zijn partner. Verweerster, klinisch psycholoog en psychotherapeut, heeft de familie begeleid in hun wens tot herstel van de verhoudingen. Door haar e-mail aan klagers, (schoon)ouders en broer/zwager en diens partner, heeft zij de stand van zaken zodanig verwoord dat zij de schijn heeft gewekt dat zij niet neutraal en onafhankelijk positie heeft gekozen in het conflict. Dit deel van de klacht is gegrond. Voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7358

    Deels gegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Klaagster is van 2016 tot 2023 onder behandeling geweest bij de gz-psycholoog met een wekelijkse frequentie. In 2018 is op initiatief van een andere patiënte van verweerder een lotgenotengroep opgericht, hier maakte klaagster onderdeel van uit. De gz-psycholoog had een relatie met één van de deelnemers van deze lotgenotengroep en heeft dit niet aan de groep/klaagster laten weten. Hierdoor heeft hij een onveilige situatie gecreëerd. De gz-psycholoog heeft voorts zijn beroepsgeheim geschonden door klaagsters privé-informatie aan andere deelnemers bekend te maken. Klacht deels gegrond. Mede wegens gebrek aan reflectief vermogen, een berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7383

    Deels gegronde klacht. In de familie van klagers is een verstoring ontstaan in de familieverhoudingen na een beschuldiging van misbruik tussen twee kleinkinderen van klagers. Verweerster, klinisch psycholoog en psychotherapeut, heeft de familie begeleid in hun wens tot herstel van de verhoudingen. Door haar e-mail aan klagers, hun kinderen en partners heeft zij de stand van zaken zodanig verwoord dat zij de schijn heeft gewekt dat zij niet neutraal en onafhankelijk positie heeft gekozen in het conflict. Dit klachtonderdeel is gegrond. Voor het overige ongegrond. Waarschuwing.