ECLI:NL:TGZRAMS:2025:107 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7550

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2025:107
Datum uitspraak: 29-04-2025
Datum publicatie: 29-04-2025
Zaaknummer(s): A2024/7550
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft bij klaagster een buikwandoperatie gedaan in verband met een littekenbreuk. Klaagster is van mening dat zij onvoldoende is geïnformeerd over de ingreep en dat zij de chirurg geen toestemming heeft gegeven om haar te opereren. Daarnaast is klaagster niet tevreden over de uitvoering en het resultaat van de operatie. Het college leidt uit het dossier af dat met klaagster het operatieplan en de risico’s van de operatie zijn besproken. Klaagster heeft in haar klacht niet nader onderbouwd welke informatie over de operatie zij niet heeft gekregen.Uit het operatieverslag blijkt niet dat er tijdens de operatie spieren zijn doorgesneden, maar dat er spieren zijn verplaatst en opnieuw vastgezet. Ook kan niet worden vastgesteld dat de navel van klaagster is weggesneden. Voor wat betreft de pijnklachten, de uitgezette maag en uitgerekte buikwand die klaagster benoemt, heeft het college geen aanwijzingen dat dit gerelateerd kan worden aan een onjuiste uitvoering van de operatie.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
AMSTERDAM


Beslissing in raadkamer van 29 april 2025 op de klacht van:


A,
wonende in B,
klaagster,


tegen


C,
chirurg,
werkzaam in B,
verweerster, hierna ook: de chirurg,
gemachtigde: mr. H.J.C. Smink, werkzaam in Amsterdam.


1. De zaak in het kort
1.1 De chirurg heeft bij klaagster een buikwandoperatie gedaan in verband met een littekenbreuk. Klaagster is van mening dat zij onvoldoende is geïnformeerd over de ingreep en dat zij de chirurg geen toestemming heeft gegeven om haar te opereren. Daarnaast is klaagster niet tevreden over de uitvoering en het resultaat van de operatie.

1.2 Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna vermeldt het college eerst hoe de procedure is verlopen. Daarna licht het college de beslissing toe.

2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 22 augustus 2024;
- het aanvullende klaagschrift;
- het verweerschrift met de bijlagen;
- de schriftelijke reactie van klaagster op het verweerschrift (repliek);
- de brief van de gemachtigde van de chirurg van 14 januari 2025, binnengekomen op 14 januari 2025 (dupliek);
- de brief van de gemachtigde van de chirurg van 13 februari 2025, binnengekomen op 18 februari 2025, met de bijlage.


2.2 De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van het college in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Op verzoek van klaagster is in plaats daarvan een tweede schriftelijke ronde ingelast. 2.3 Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig waren.

3. De feiten
3.1 Klaagster is in juni 2022 geopereerd in verband met een bekkenfractuur na een val van een balkon. Bij de operatie werd een plaatosteosynthese verricht (het plaatsen van een plaat) via een mediane onderbuikslaparotomie (operatie via een snede in middellijn van de buikwand). In oktober 2022 is klaagster opnieuw geopereerd vanwege een gemigreerde schroef van het bekken. Beide operaties werden verricht door D, traumatoloog (hierna: de traumatoloog).

3.2 Bij de policontrole van 17 januari 2023 constateerde de traumatoloog een littekenbreuk. Er werd een CT-scan gemaakt waarop een mediale littekenbreuk van 12x5 cm boven het schaambeen te zien was. De breukzak bevatte dunnedarmlissen en de linker rechte buikspier (rectusspier) was losgeraakt. De traumatoloog verwees klaagster in verband met complexiteit van de littekenbreuk naar de chirurg (verweerster).

3.3 Op 24 maart 2023 kwam klaagster op consult bij de chirurg en E, chirurg in opleiding. Er werd een plan gemaakt voor de operatie en de risico’s van de ingreep werden besproken met klaagster.

3.4 Op 16 mei 2023 heeft de traumatoloog telefonisch contact gehad met klaagster en vragen beantwoord.

3.5 Op 17 juli 2023 is klaagster geopereerd door de chirurg en de traumatoloog. Hierbij is de linker rechte buikspier teruggeplaatst en vastgezet aan het linker schaambeen. Uit het operatieverslag blijkt het volgende: de mat om de buikwand te verstevigen werd ruim achter het schaambeen geplaatst en verzekerd met hechtingen aan het omliggende bot. De lange buikspier is links met botankers teruggezet op het schaambeen. Hierdoor ligt de spier/fascielaag over de mat waardoor een anatomisch juiste positie werd verkregen.


3.6 Op 24 juli 2023 is klaagster naar huis ontslagen. Op 28 juli 2023 kwam klaagster op policontrole bij de chirurg.

3.7 Klaagster is later verwezen naar een plastisch chirurg van het ziekenhuis, omdat zij niet tevreden was over de vorm van haar navel na de laatste operatie. De plastisch chirurg heeft tijdens het consult van 12 maart 2024 met klaagster de mogelijkheden van een navel revisie besproken.

4. De klacht en de reactie van de chirurg
4.1 Klaagster verwijt de chirurg – samengevat- dat zij:
a) onvoldoende informatie heeft gegeven over de buikwandreconstructie, de procedure, de risico’s en eventuele alternatieven en dat zij heeft onvoldoende informatie gegeven over wie de eerste incisie zou doen. Klaagster heeft geen (schriftelijke) toestemming gegeven aan de chirurg om haar te opereren;
b) voor en na de operatie niet met klaagster heeft gesproken;
c) tijdens de operatie de vitale en gezonde spieren heeft doorgesneden en de navel heeft weggesneden. Klaagster heeft nu chronisch ondragelijke pijn, haar maag is uitgezet en ze heeft een uitgerekte buikwand.

4.2 De chirurg heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.

4.3 Het college gaat hierna verder in op de standpunten van partijen.

5. De overwegingen van het college


Welke criteria gelden bij de beoordeling?
5.1 De vraag is of de chirurg de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende chirurg. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de chirurg geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden. Verder geldt het uitgangspunt dat zorgverleners alleen tuchtrechtelijk verantwoordelijk zijn voor hun eigen handelen.

5.2 Het college oordeelt dat de chirurg niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hieronder licht het college dit toe.

Klachtonderdeel a) onvoldoende informatie en geen toestemming gegeven
5.3 Klaagster stelt dat zij voorafgaand aan de operatie heeft gemeld dat zij niet wilde dat de chirurg haar zou opereren en de eerste incisie zou doen. Uit het dossier blijkt niet dat klaagster dit heeft gezegd. De traumatoloog heeft op 16 mei 2023 onder meer genoteerd: “wil graag door D en C samen worden geopereerd’. Uit deze notitie blijkt niet dat besproken is wie de eerste incisie zou doen. Zoals de chirurg terecht heeft opgemerkt, is het ook niet gebruikelijk om dit met de patiënt te bespreken en hoeft hiervoor geen toestemming te worden gegeven.

5.4 Het college leidt uit het dossier verder af dat met klaagster het operatieplan en de risico’s van de operatie zijn besproken. Klaagster heeft in haar klacht niet nader onderbouwd welke informatie over de operatie zij niet heeft gekregen. Dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond.

Klachtonderdeel b) Voor en na de operatie niet met klaagster gesproken
5.5 Dat de chirurg voor en na de ingreep niet met klaagster heeft gesproken, blijkt niet uit het dossier. De chirurg heeft op 24 maart 2023 met klaagster het operatieplan besproken. Uit de verpleegkundigenrapportage kan worden afgeleid dat de chirurg een dag na de ingreep, op 18 juli 2023, bij klaagster is langs geweest en heeft uitgelegd hoe de ingreep is verlopen. Daarnaast heeft de chirurg klaagster in ieder geval gezien tijdens de controle op de polikliniek op 28 juli 2023. Klachtonderdeel b) is daarom kennelijk ongegrond.


Klachtonderdeel c) spieren doorgesneden en navel weggesneden
5.6 Uit het operatieverslag blijkt niet dat er tijdens de operatie spieren zijn doorgesneden, maar dat er spieren zijn verplaatst en opnieuw vastgezet. Ook kan niet worden vastgesteld dat de navel van klaagster is weggesneden. De plastisch chirurg heeft op 12 maart 2024 wel geconstateerd dat de navel van klaagster een kleine omtrek heeft en ondiep is. Het college begrijpt dat klaagster hierover teleurgesteld is, maar is van oordeel dat de chirurg hiervan geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Zoals de chirurg naar voren heeft gebracht, is een verandering van het litteken niet te voorkomen als er voor de derde keer op dezelfde plaats een incisie moet worden gemaakt. Voor wat betreft de pijnklachten, de uitgezette maag en uitgerekte buikwand die klaagster benoemt, heeft het college geen aanwijzingen dat dit gerelateerd kan worden aan een onjuiste uitvoering van de operatie. Klachtonderdeel c) is daarom ook ongegrond.

Slotsom
5.7 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat alle onderdelen van de klacht kennelijk ongegrond zijn.

6. De beslissing
De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.


Deze beslissing is gegeven op 29 april 2025 door E.A. Messer, voorzitter, L.W.M. Creemers, lid-jurist, J.F. Hamming, S.M. Schmidt - Rikama en R.A. Christiano, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door L.B.M. van ‘t Nedereind, secretaris.