Zoekresultaten 1-10 van de 15 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/477

    Klager dient een klacht in tegen verweerster (huisarts) vanwege het geven van valse informatie, het niet houden aan haar beroepsgeheim en dat zij de oorzaak is van zijn vrijheidsberoving. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:125 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.450

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat zij de behandelrelatie heeft verbroken, weigert zorg te verlenen, klaagster onheus bejegend heeft, het gesprek met klaagster niet wilde aangaan en niet is opgekomen voor de belangen van klaagster. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af en het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep. Korte geanonimiseerde samenvatting van de zaak, zoals steeds per zaak te vinden is op de site www.tuchtrecht.nl

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:378 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.171

    Klager is patiënt in de huisartsenpraktijk waar de aangeklaagde arts werkzaam is. Klager verwijt de arts: 1. onprofessioneel gedrag, bestaande uit een scala van illegale en corrupte behandelingen in de praktijk; 2. schending met voorbedachte rade van de normen welke gelden in de verhouding tussen huisarts en patiënt. Verder stelt klager zich door voornamelijk het niet-medische gedrag van de arts onzeker en bedreigd te hebben gevoeld gedurende het grootste deel van het jaar, op grond waarvan klager aanspraak maakt op een schadevergoeding van 20.000 euro. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond in raadkamer af. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep voor zover hij een nieuwe klacht heeft geuit en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 296/2015

    Klacht tegen huisarts over onder meer beëindigen van de behandelrelatie, onheuse bejegening en het bieden van onvoldoende zorg. Klachten als kennelijk ongegrond afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:113 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.273 en c2014.276

    De klacht is gericht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de arts: 1. Grensoverschrijdend gedrag (seksueel misbruik); 2. Het schrijven van een valse medische verklaring; 3. Het uitvoeren van een mislukte lipvergrotingsbehandeling; 4. Schending van het beroepsgeheim door tijdens de procedure bij het RTG meer medische gegevens te verstrekken dan noodzakelijk. Het RTG Den Haag heeft bij eindbeslissing van 17 juni 2014 geoordeeld dat klachtonderdeel 1 niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld, als gevolg waarvan dit klachtonderdeel ongegrond is verklaard. Klachtonderdeel 2 en 3 zijn gegrond verklaard en klachtonderdeel 4 ongegrond. Voorts zijn er nadere bezwaren tegen de arts gerezen, die mede in de beoordeling zijn betrokken: schorsing voor de duur van zes maanden. Klaagster heeft tegen het ongegrond verklaarde gedeelte van de klacht hoger beroep ingesteld, en de arts tegen het gegrond verklaarde gedeelte van de klacht. De Inspectie heeft zich in de procedure gevoegd, gevraagd om gegrondverklaring van klachtonderdeel 1 en om herbeoordeling van de strafmaat verzocht. Het Centraal Tuchtcollege acht de zwaarste maatregel van doorhaling van zijn inschrijving als arts in het BIG-register passend en geboden en legt deze doorhaling aan de arts op, onder vernietiging van de .beslissing waarvan beroep

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2014/60

    Klacht tegen homeopaat/arts. Verweerder zou aan patiënten met de ongeneeslijke ziekten ALS en MS valse hoop geven op het stopzetten van de ziekteontwikkeling, vermindering van klachten of zelfs genezing als ze een homeopathische behandeling zouden ondergaan. Ook zou hij patiënten onjuist en onvolledig informeren over wat er wel en niet mogelijk is binnen de reguliere geneeskunst. Voorts zou hij onvoldoende invulling geven aan de verzwaarde informatieverplichting jegens patiënten en de dossierplicht die op hem rust als alternatief werkend arts. Het College verklaart de klacht gegrond. Vanwege de ernst van het verweten gedrag en het feit dat verweerder volhardt in zijn visie en werkwijze legt het college aan hem de maatregel van een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van één jaar op.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2014/22

    Verpleegkundige wordt verweten onvoldoende postoperatieve nazorg te hebben geleverd aan patiënte en informatie voor haar achter te hebben gehouden. Niet gebleken is dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2014/19

    Verpleegkundige wordt verweten onvoldoende postoperatieve nazorg te hebben geleverd aan patiënte en informatie voor haar achter te hebben gehouden. Niet gebleken is dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2014/20

    Verpleegkundige wordt verweten onvoldoende postoperatieve nazorg te hebben geleverd aan patiënte en informatie voor haar achter te hebben gehouden. Niet gebleken is dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2014/21

    Verpleegkundige wordt verweten onvoldoende postoperatieve nazorg te hebben geleverd aan patiënte en informatie voor haar achter te hebben gehouden. Niet gebleken is dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, klacht ongegrond.