Zoekresultaten 31-40 van de 185 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3571

    Ongegronde klacht tegen arts-assistent. Klaagster verwijt de arts-assistent dat zij naar aanleiding van een telefonisch consult op twee onderdelen onjuiste aantekeningen in haar dossier heeft gemaakt.. Het college oordeelt dat de eerste aantekening in de context van andere aantekeningen in het dossier niet onjuist is. De tweede aantekening was een evidente vergissing zonder behandelconsequenties waarvoor de arts-assistent haar excuses heeft aangeboden. Het college acht dit onvoldoende voor een tuchtrechtelijk verwijt

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3298

    Klacht tegen neuroloog deels gegrond zonder oplegging van maatregel. De klacht heeft onder meer betrekking op het onderzoek door beklaagde en de door hem gestelde diagnose functionele dystonie. Een van de klachtonderdelen betreft het verwijt dat beklaagde, ondanks een verzoek daartoe van klager, geweigerd heeft de diagnostiek inzake functioneel uit zijn dossier te verwijderen. De klacht is in zoverre gegrond. Het betreft hier een expliciet verzoek om vernietiging waarop artikel 7:455 BW van toepassing is. Uit de stukken kan niet worden afgeleid dat beklaagde op dit verzoek heeft gereageerd. Ook blijkt niet dat klager zijn verzoek niet langer handhaafde. Beklaagde had daarom aan dit verzoek gehoor moeten geven. Door dit niet te doen heeft beklaagde tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Voor het overige is de klacht ongegrond. De gegrondverklaring is mede gebaseerd op geldende rechtspraak van het CTG over selectieve vernietiging van een dossier op verzoek van een patiënt (ECLI:NL:TGZCTG:2021:61). Omdat deze rechtspraak op het moment van handelen van beklaagde nog geen volledige duidelijkheid bood, legt het college geen maatregel op.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle |2022/4164

    Klacht tegen tandarts. Klaagster was patiënte van de aangeklaagde tandarts. Nadat zij betrokken was geweest bij een ruzie waarbij ook de dochter van de tandarts betrokken was, heeft de tandarts per direct de behandelingsovereenkomst met haar beëindigd. Ook stuurde hij hierover een e-mail naar de moeder van klaagster. Klaagster verwijt de tandarts dat deze haar zorg heeft onthouden en de behandelingsovereenkomst niet op de juiste wijze heeft beëindigd. Ook verwijt klaagster de tandarts dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden door de inhoud van het e-mailbericht aan haar moeder. Het college verklaart de klacht geheel gegrond en legt hiervoor een berisping op.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:150 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3708

    Klacht tegen gz-psycholoog in tbs-instelling. De klacht gaat over de plaatsing op een bepaalde afdeling, de aanvraag van een EVBG-status en de longstay-aanvraag. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:151 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3707

    Klacht tegen gz-psycholoog in tbs-instelling. De klacht gaat onder meer over de overplaatsing naar een andere afdeling, de aanvraag van een EVBG-status en de plaatsing in afzondering. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3706

    Klacht tegen psychiater in tbs-instelling. De klacht heeft betrekking op klagers medicatie, de aanvraag van een EVBG-status en de plaatsing op een bepaalde afdeling. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:149 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4194

    Klacht tegen een psychiater. Klaagster heeft tijdens een consult bij haar behandelend psychiater deze om hulp gevraagd voor haar zus die op dat moment met psychische problemen kampte. Klaagster verwijt beklaagde dat hij is tekortgeschoten in zijn informatievoorziening over het aanvragen van een zorgmachtiging voor haar zus. Volgens klaagster had hij moeten doorvragen over de situatie van haar zus en had hij voortvarender moeten handelen. Ook meent klaagster dat beklaagdes rapportage van het consult op dit punt gebrekkig is. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het was niet beklaagdes verantwoordelijkheid om tijdens het consult met klaagster nader te informeren naar de situatie van haar zus dan wel met klaagster de procedure omtrent de aanvraag van een zorgmachtiging voor haar zus door te nemen. Ook hoefde beklaagde het besprokene hierover niet in het dossier van klaagster vast te leggen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:146 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3740

    Klacht tegen psychiater, inhoudende dat het door de psychiater uitgebrachte rapport niet voldoet aan de daarvoor geldende richtlijnen en dat het beginsel van hoor- en wederhoor niet is toegepast. Ook zou het – blijkens het rapport - de psychiater ontbreken aan kennis van de psychoanalyse. In lijn met uitspraak ECLI:NL:TGZCTG:2013:52 van het Centraal Tuchtcollege (CTG) oordeelt het college ten aanzien van de ontvankelijkheid, dat klager aangemerkt kan worden als rechtstreeks belanghebbende in de zin van artikel 65 lid 1 Wet BIG, omdat diens handelen als psychiater in het rapport wordt gekwalificeerd als normoverschrijdend en niet in overeenstemming met de professionele standaard. De klacht is ontvankelijk. Verder was beklaagde naar het oordeel van het college niet verplicht het beginsel van hoor- en wederhoor toe te passen en is het college niet gebleken dat het beklaagde ontbrak aan kennis van de essentie van de psychoanalyse. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:148 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3471

    Klaagster is na een opname in het ziekenhuis met ernstige doorligwonden opgenomen op de geriatrische revalidatie-afdeling van een verpleeghuis. Beklaagde werd regiebehandelaar. Klaagster verwijt beklaagde in deze rol dat te weinig beweging is gefaciliteerd, dat de rolstoel niet geschikt was en dat het eten niet voldeed. Het college concludeert dat de klachten over het regiebehandelaarschap ongegrond zijn. Klaagster verwijt beklaagde als behandelaar dat hij zelf één of meer diagnoses heeft gesteld die in strijd zijn met eerder door andere behandelaars gedane diagnostiek. Dit klachtonderdeel is ook ongegrond. Uit de stukken blijkt dat beklaagde is uitgegaan van de al bekende diagnoses/klachten. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022-4058

    De klacht tegen een verpleegkundige gaat over seksueel grensoverschrijdend gedrag. De IGJ verwijt de verpleegkundige dat hij een affectieve en seksuele relatie is aangegaan met een cliënte en dat erkent de verpleegkundige. Het college verklaart de klacht gegrond en legt de verpleegkundige een voorwaardelijke schorsing op van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaar. Aan deze schorsing zijn bijzondere voorwaarden verbonden.