Zoekresultaten 35511-35520 van de 42006 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0236 Accountantskamer Zwolle 11/556 Wtra AK

    Na het overlijden van betrokkene en daarna het intrekken van de klacht door klager, is er geen grond voor voortzetting van de behandeling van de klacht zodat die wordt gestaakt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1810 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.154

    Klaagster is diverse keren bij de aangeklaagde huisarts op consult geweest met klachten als obstipatie en toenemende buikomvang. Op zekere dag bezoekt zij de huisarts wegens een navelbreuk. Op eigen initiatief is zij vervolgens door een chirurg onderzocht, die na onderzoek tot de conclusie kwam dat sprake was van darmkanker met ernstige uitzaaiingen in de lever. Klaagster verwijt de huisarts onvoldoende onderzoek te hebben gedaan naar de klachten en daardoor de werkelijke oorzaak van de klachten te hebben gemist. Het RTG rekent de arts aan dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan en dat hij in de omstandigheden die hij had vastgesteld, geen aanleiding heeft gevonden om klaagster eerder te verwijzen naar een ziekenhuis. In zoverre is de klacht gegrond en wordt de arts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk in het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1817 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.138

      Klacht tegen verzekeringsarts. Klaagster heeft diverse klachten geuit over de rapportages van de verzekeringsarts. Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege 1) vernietigt de beslissing van het Regionale College ten aanzien van de formulering van het dictum, 2) verklaart de klacht gegrond ten aanzien van de omissie van de arts om klaagster voor de hoorzitting te wijzen op de rol van de verzekeringsarts op een dergelijke zitting en 3) laat het opleggen van een maatregel achterwege.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0237 Accountantskamer Zwolle 11/1204 Wtra AK

        Klacht na kantoortoetsing over 1) het niet indienen van een verbeterplan, 2) het niet voldaan hebben aan de PE-verplichting, 3) het niet hebben van een adequate beroepsaansprakelijkheidsverzekering en 4) het niet hebben van een adequate waarnemingsregeling. Anders dan betrokkene bepleit, is de voorzitter van de NOvAA ten alle tijde bevoegd te klagen over wat bij de toetsing is gebleken en behoeft niet eerst de bij betrokkene levende bezwaren te worden afgehandeld. Die bezwaren rechtvaardigen evenmin het niet indienen van een verbeterplan en het niet communiceren met de beroepsorganisatie, zodat klacht 1) gegrond. De begeleiding en examentraining van een student die bij betrokkene stage heeft gelopen, leveren voor betrokkene als openbaar accountant geen PE-punten op zodat ook klacht 2) gegrond is. Klacht 3) ongegrond omdat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de dekking tekortschoot. Voldoende aannemelijk dat betrokkene wel beschikte over een waarnemingsregeling doch die bleek niet voldoende vastgelegd zodat klacht 4) in zoverre gegrond is. Mede gelet op de inspanningen van betrokkene om de geconstateerde tekortkomingen te verbeteren en er vanuit gaande dat betrokkene op korte termijn zal meewerken aan een verbetertraject in de zin van de VPPT wordt volstaan met de maatregelen van geldboete en van tijdelijke doorhaling voor de duur van 2 maanden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1811 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.167

    Klacht tegen huisarts. Patiënt was bodybuilder en gebruiker van anabole steroïden. Huisarts heeft patiënt op consult gezien en bij patiënt de differentiaaldiagnose atypische luchtweginfectie gesteld en hem een antibioticumkuur voorgeschreven. Twee dagen later komt patiënt te overlijden aan een hartsstilstand. Moeder van overleden patiënt verwijt de huisarts dat hij inadequaat heeft gereageerd op de klachten van haar zoon die volgens de moeder onder meer bestonden uit pijn in de borst, terwijl de huisarts bovendien wist dat patiënt anabole steroïden gebruikte. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Bevestiging van de beslissing in hoger beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1818 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.141

    Klacht tegen neuroloog. Klaagster heeft zich tot de SEH gewend met klachten als tinteling en krachtverlies in de vingers en rechterhand en benen. De arts is door de poortarts in consult gevraagd waarna klaagster naar huis is gestuurd. Partijen zijn verdeeld over de vraag of de arts klaagster zelf heeft onderzocht of heeft volstaan met een telefonisch advies aan de poortarts. Klaagster heeft haar stelling dat de arts haar niet heeft onderzocht naar het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege niet aannemelijk gemaakt en in eerste aanleg is de klacht afgewezen. Anders dan het Regionaal Tuchtcollege oordeelt het Centraal Tuchtcollege dat, nu hiervan geen schriftelijke vastlegging is terug te vinden, het op de weg van de arts ligt aannemelijk te maken dat zijn stelling dat hij klaagster die bewuste dag daadwerkelijk gezien heeft juist is. Daar is de arts naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege niet in geslaagd. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht in zoverre gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0238 Accountantskamer Zwolle 11/1202 Wtra AK

      Kantoortoetsing. Klacht nadat tijdens toetsing zodanige tekortkomingen zijn geconstateerd dat betrokkene geen gelegenheid wordt geboden tot verbetering en hertoetsing conform artikel 11 VPPT. Het pas door klager ter zitting gedane verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in de vorm van een tijdelijke doorhaling duidt er niet op dat er zwaarwegende openbare belangen aan de orde zijn die zo'n voorziening rechtvaardigen, waarna afwijzing van het verzoek volgt.Hoewel betrokkene de essentiële mogelijkheid is onthouden om de kwaliteit van zijn kantoor naar het vereiste niveau te brengen, betekent dit niet dat de klacht prematuur is ingediend. Met het gegeven dat aan betrokkene het bestuursrechtelijke traject van verbetering en hertoetsing is onthouden kan bij de eventuele oplegging van een maatregel rekening worden gehouden. Gegronde klachtonderdelen als het gaat om 1) het niet onderkennen van wezenlijke bedreigingen, 2) het niet voldoen aan de PE-verplichting, 3) het niet beschikken over een adequaat stelsel van kwaliteitsbeheersing en 4) het niet beschikken over een adequate beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Oplegging van de maatregelen van geldboete en van tijdelijke doorhaling voor de duur van 6 maanden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1812 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.298

    Klager verwijt de aangeklaagde huisarts, dat zij onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld. Daartoe stelt klager dat: de huisarts tijdens een consult onvoldoende onderzoek heeft gedaan; de behandeling niet adequaat was; de verslaglegging ontoereikend was en bij het einde van het consult ten onrechte geen vervolgafspraak met klager heeft gemaakt. Het RTG wijst de klacht als ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0239 Accountantskamer Zwolle 11/2126 Wtra AK

    deels niet-ontvankelijk vanwege 6-jaarstermijn; deels ontvankelijk omdat bekendheid/vermoeden binnen 3 jaar voor indienen klacht is ontstaan; aanvulling klacht voor de zittingsdag is ontvankelijk; aanhouding zodat betrokkene zich alsnog adequaat kan verweren.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2500 Raad van Discipline Amsterdam 12-036H

     voorzittersbeslissing: kennelijk ongegrond