Print
Download PDFECLI:NL:TAHVD:2013:109 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6642
| ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2013:109 |
|---|---|
| Datum uitspraak: | 17-06-2013 |
| Datum publicatie: | 23-09-2013 |
| Zaaknummer(s): | 6642 |
| Onderwerp: | Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk |
| Beslissingen: | |
| Inhoudsindicatie: | Klacht ingetrokken na treffen schikking. Beslissing raad vernietigd. |
Beslissing van 17 juni 2013
in de zaak 6642
naar aanleiding van het hoger beroep van:
verweerder
tegen:
klagers
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage (verder: de raad) van 26 november 2012, onder nummer R.3959/12.93, aan partijen toegezonden op 28 oktober 2012, waarbij van een klacht van klagers tegen verweerder onderdeel a gegrond is verklaard, onderdeel b deels gegrond is verklaard en de klacht voor het overige ongegrond is verklaard en aan verweerder de maatregel van enkele waarschuwing is opgelegd.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 18 december 2012 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Bij mail van 21 december 2012 hebben klagers de tegen verweerder ingediende klachten ingetrokken, nadat partijen een regeling hadden getroffen waarvan de hiervoor genoemde intrekking deel uitmaakt.
3 BEOORDELING
In verband met de regeling zal het hof de beslissing van de raad vernietigen en verstaan dat op de klacht niet behoeft te worden beslist, omdat naar het oordeel van het hof geen omstandigheden aanwezig zijn die voortzetting als bedoeld in artikel 47a Advocatenwet vergen.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
- vernietigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s Gravenhage van 26 november 2012, gewezen onder nummer R.3959/12.93
en
- verstaat dat op de klacht van klagers tegen verweerder niet meer behoeft te worden beslist.
Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. M.M.H.P. Houben, J.C. van Oven, L. Ritzema, C.A.M.J. Raymakers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2013.