Zoekresultaten 21091-21100 van de 44758 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:145 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.370

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klager. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klager heeft zich bij verweerster gemeld met knieklachten en psychische klachten. Hij heeft zich verschillende keren ziek gemeld. Klager verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:108 Raad van Discipline Amsterdam 16-1170/A/NH

    Gegronde klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt door klager onjuist te adviseren en door de advocaat van de wederpartij, de rechtbank en het gerechtshof onjuist te informeren omtrent de achtergrond van een verzoek om uitstel. Berisping en proceskostenveroordeling

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:146 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.371 t/m c2016.375

    Klacht tegen bedrijfsarts, verbonden aan de arbo-dienst en supervisor van de arts die als vaste bedrijfsarts werkzaam is bij de werkgever van klagers. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerder is bij de behandeling van een aantal klagers betrokken via collegiaal overleg, advisering en vakantie-waarneming van de vaste bedrijfsarts. Klagers verwijten verweerder - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Aanvullend verwijten klagers verweerder dat hij met zijn kennis op toxicologisch gebied heeft nagelaten zijn verantwoordelijkheid jegens de vaste bedrijfsarts zorgvuldig en adequaat in te vullen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:115 Raad van Discipline Amsterdam 17-054/A/A

    Ongegronde klacht advocaat wederpartij. Verweerster is namens haar cliënt geen nodeloze procedures tegen klaagster gestart. Er bestaat geen verplcihting om in hoger beroep nieuwe feiten of nieuwe argumenten aan te voeren. Voor zover de klacht ziet op het indienen van een verzoek tot wijziging van de alimentatie geldt dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren. Dat die niet tot een aanpassing van de alimentatie hebben geleid, maakt niet dat het verzoek nodeloos was. Verweerster heeft evenmin stellingen ingenomen waarvan zij wist of kon weten dat zij onjuist waren. De gewraakte uitlatingen zagen deels op het onderwerp waarover partijen nu juist in geschil waren en voor het overige is niet komen vast te staan dat verweerster de uitlatingen heeft gedaan. Ten slotte is het aanvragen van toevoegingen teneinde verder te kunnen procederen niet tuchtrechtelijke verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:87 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160318

    Klacht advocaat over advocaat van de wederpartij, inhoudende dat verweerder in strijd zou hebben gehandeld met het nationaal en internationaal gedragsrecht doordat een derde confraternele correspondentie tussen klager en verweerder in een buitenlandse procedure heeft overgelegd. Dit feit kan verweerder niet worden aangerekend. Klager heeft niet, zoals de CCBE-gedragscode voorschrijft, duidelijk kenbaar gemaakt dat hij mededelingen wenste te doen die hij als zodanig vertrouwelijk aanmerkte dat kennisgeving aan de cliënt van verweerder zou zijn uitgesloten. Klacht ongegrond. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-099

    Gegronde klacht tegen een psychiater. Aan vereisten voor toepassing van b-dwangbehandeling op grond van artikel 46d sub b Pbw is niet voldaan. Mede op grond van de summiere dossiervoering onvoldoende aannemelijk geworden dat er daadwerkelijk sprake was van een gevaar in de zin van artikel 46d sub b Pbw. Op grond van artikel 57 Pbw rust de verplichting om gedetineerde in de gelegenheid te stellen te worden gehoord primair op de instellingsdirecteur. Het was voor verweerder evenwel mogelijk geweest om te bewerkstelligen dat alsnog aan dit vereiste zou worden voldaan. Bovendien had verweerder ook zelf met klager in gesprek gemoeten om na te gaan of het gevaar ook op een andere minder ingrijpende wijze kon worden afgewend. Bewaking van (wettelijke) waarborgen voor de verpleegde behoort mede tot de professionele standaard en verantwoordelijkheid van verweerder. Verweerder is zich onvoldoende bewust geweest van het juridisch kader waarbinnen hij opereerde en de (wettelijke) waarborgen die in dat kader gelden. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:79 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-033/DH/RO

    Tussenbeslissing op dekenbezwaar dat met name ziet op gedragsregel 17. Bezwaar gegrond. De raad gaat ervan uit dat verweerder in staat is om te leren zich te gedragen met het vereiste respect en de vereiste eerbied jegens de deken(s), overige leden van de Raad van de Orde, ketenpartners en collega-advocaten, alsmede dat verweerder een professionele attitude kan tonen. Verweerder heeft daar echter wel hulp bij nodig, nu hij de ernst van zijn gedrag en de mogelijke gevolgen daarvan niet (ten volle) lijkt in te zien. De raad acht het opportuun om aan verweerder een geheel voorwaardelijke schorsing op te leggen, met als bijzondere voorwaarde begeleiding door een coach, die verweerder onder meer zal adviseren en voorzien van aanwijzingen met betrekking tot verweerders gedrag ten opzichte van de deken(s) en andere leden van de Raad van de Orde, overige collega-advocaten en ketenpartners. Mr. X, advocaat en oud-deken, heeft zich reeds bereid verklaard om de rol van coach te vervullen. De raad stelt partijen in de gelegenheid om zich uiterlijk 22 mei 2017 schriftelijk uit te laten over hetgeen bij randnummers 6.2 en 6.3 van de beslissing is opgenomen omtrent de invulling van de voorgenomen maatregel en houdt iedere verdere beslissing aan.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:83 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-268

    Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Er was door klaagster geen toestemming/machtiging verleend voor overdracht van haar medisch dossier bij de overgang van de ene naar de andere arbodienstverlener. Niet is gebleken dat verweerster het medisch dossier van klaagster in privé bezit heeft meegenomen, enkel dat zij via haar laptop nog de beschikking had over een oude FML, welke geen medisch inhoudelijke informatie bevat. Er is geen sprake geweest van niet integer omgaan met het medisch dossier en verweerster heeft niet gehandeld in strijd met haar geheimhoudingsplicht. Het per ongeluk versturen van een oude FML waarop de datum van een recent opgestelde FML terecht is gekomen is niet correct geweest, maar geen aanwijzing dat er kwade opzet in het spel is geweest dan wel sprake is geweest van datumfraude. Hoe ongelukkig ook, niet tuchtrechtelijk verwijtbare, administratieve vergissing. Tot slot niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat FML, ondanks geplande consult hiertoe, niet samen met klaagster is opgesteld.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-287

    Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Verweerder mocht in gegeven omstandigheden in redelijkheid concluderen dat ook de klinisch psycholoog meende dat het arbeidsconflict aan herstel in de weg stond. Ook mocht hij menen dat gezien de voorgeschiedenis het voortduren van het dienstverband ook het arbeidsconflict in stand hield en herstel van klager in de weg stond. Werkgever geeft aan een re-integratiebureau opdracht tot begeleiding van een medewerker bij re-integratie op het tweede spoor. De bedrijfsarts speelt daar geen of slechts een beperkte rol in. Verweerder heeft door middel van zijn adviezen en het ingevulde FML in voldoende mate bijgedragen aan informatieverstrekking over de situatie van klager. De belastbaarheid van klager hoefde verweerder niet specifieker aan te duiden. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/110T

    Verweerder wordt onder andere verweten onzorgvuldig te hebben gehandeld door een implantaat niet op de juiste wijze te plaatsen en dat hij op voorhand had moeten zien dat het implantaat niet zou blijven zitten en dat hij zich heeft laten leiden door een financieel belang. Deels gegrond