Zoekresultaten 19961-19970 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:278 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-305

    Klaagster verwijt verweerster dat zij zich onvoldoende heeft ingezet voor de belangen van klaagster en niet voldoende deskundig is opgetreden, met name toen het over een schikking ging. Klaagster vermoedt dat verweerster in de procedure heeft samengespannen met de wederpartij en door die partij betaald is. Ook klaagt klaagster over het feit dat zij op de dag van de zitting onverwachts te horen kreeg dat er die dag een mondelinge behandeling was. Tenslotte stelt klaagster dat verweerster niet alle stukken aan de opvolgend advocaat ter beschikking heeft gesteld. Naar het oordeel van de raad is van samenspanning niet gebleken. Uit het feit dat klaagster kort voor de zitting een bespreking heeft gehad met verweerster concludeert de raad dat klaagster op de hoogte was van de mondelinge behandeling. Klaagster heeft niet onderbouwd dat verweerster niet alle relevante stukken heeft afgegeven aan de opvolgend advocaat. De klachten zijn allen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:44 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.044

      De klacht is gericht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat zij niet zelf klaagsters voet heeft behandeld en dat de huisarts zegt dat de klacht psychisch is, terwijl het een lichamelijk probleem was. Het Regionaal College heeft de klacht deels gegrond verklaard en de huisarts gewaarschuwd. Hoger beroep huisarts verworpen. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de huisarts niet in voldoende mate regie heeft genomen. Zij had de voet van klaagster – die diabetespatiënte is - zelf moeten beoordelen. Mede gelet op een eerdere, vergelijkbare tuchtzaak en gelet op het feit dat bij de huisarts geen sprake is van reflectie op het eigen handelen, legt het Centraal Tuchtcollege met eenparigheid van stemmen een berisping op.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1606

      Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij tekortgeschoten is in haar verzuimbegeleiding en re-integratie onder meer voor wat betreft het opstellen van de probleemanalyse, de informatie van de behandelend psycholoog en de eerstejaarsevaluatie. Ook wordt de bedrijfsarts een inactieve houding verweten. Onjuiste handelwijze probleemanalyse. PA opgesteld zonder overleg met klaagster en te laat toegezonden. Geen vermelding causaal verband arbeidsongeschiktheid en arbeidsrelatie in probleemanalyse. Op meerdere punten te passieve opstelling bedrijfsarts. Te beperkte taakopvatting. Onvoldoende dossiervorming en zelfreflectie. Deels gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:6 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 558.2016

    De gerechtsdeurwaarders hebben hun opdracht niet voortvarend uitgevoerd. Het heeft te lang geduurd voor zijn tot betekening overgingen en de opdrachtgever is niet goed geïnformeerd. Ook hadden zij sneller moeten overgaan tot het afzien van de toepassing van een beslagvrije voet en ook is onvoldoende overleg gevoerd. De klacht is deels gegrond, oplegging van een berisping.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:10 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 636.2015

    De Kamer acht de klachtonderdelen met betrekking tot het niet beantwoorden van een brief van de bewindvoerder van klager en de slechte telefonische bereikbaarheid van het kantoor gegrond. Oplegging van een berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:4 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-480

    Of cliënte van verweerder failliet is of dat sprake is van cessie van een vordering kan door de raad niet worden vastgesteld, zodat verweerder als advocaat van de wederpartij wordt beschouwd. Verweerder heeft de grenzen van de hem daarbij toekomende vrijheid niet overschreden, nu hij sinds jaren de opdracht had om de vaststaande vordering te innen op (thans) klagers middels beslaglegging. Communicatie had beter gekund maar is niet klachtwaardig. Klachten ongegrond. Klagers niet-ontvankelijk in klacht over vermeende verrekening van advocaatkosten door verweerder.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:279 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-329

    Klaagsters hebben een groot aantal klachten tegen verweerder aangevoerd. Zij betichten verweerder onder meer van excessief declareren, het maken van een beroepsfout, geen informatie willen verstrekken over zijn aansprakelijkheidsverzekering en het niet tijdig voor de zitting toezenden van de definitieve pleitnota. Deze klachten zijn bij gebrek aan deugdelijke feitelijke onderbouwing dan wel zijnde niet in strijd met het tuchtrecht, ongegrond. De klacht dat het bestuur van de stichting derdengelden van verweerder niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 6:22 lid 5 VodA is samengesteld, is wel gegrond evenals de klacht over het niet beschikken over kantoorklachtenregeling overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.28 lid 2 en 3 VodA. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de strekking van laatstgenoemde bepalingen namelijk dat de kantoorklachtenregeling op schrift moet worden gesteld en daarnaar in de schriftelijke opdracht moet worden verwezen. Ook de klacht over het uitsluiten van aansprakelijkheid in verband met het eigen risico in de  Algemene Voorwaarden van verweerder is gegrond. De klacht over het feit dat in door verweerder gebruikte domeinnaam het meervoud “advocaten” wordt gebruikt is niet-ontvankelijk omdat gesteld noch gebleken is dat klaagsters door dit gebruik op het verkeerde been zijn gezet of kunnen zijn gezet omtrent de omvang van het kantoor van verweerder. Het was van meet af aan voor klaagsters duidelijk dat op het kantoor van verweerder niet meerdere advocaten werkzaam zijn. Verweerder krijgt een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:45 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.158

      Klacht tegen plastisch chirurg. Klaagster is operatief behandeld voor een borstverkleining. Na de operatie is bij klaagster tepelnecrose ontstaan. Klaagster verwijt verweerder: voorafgaand aan de operatie onvoldoende informatie te hebben verstrekt, het medisch dossier op een later moment te hebben aangepast, onzorgvuldige verslaglegging en overdracht alsmede  onvoldoende nazorg, regie en follow-up. Het Regionaal Tuchtcollege heeft alle klachtonderdelen gegrond verklaard, aan verweerder een voorwaardelijke schorsing voor de duur van drie maanden opgelegd met een proeftijd van een jaar en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege ziet aanleiding de duur van de voorwaardelijke schorsing terug te brengen tot zes weken nu verweerder er blijk van heeft gegeven in te zien dat hij in de zorgverlening ten opzichte van klaagster is tekortgeschoten, er (kliniekbreed) aanpassingen zijn gedaan in de patiëntenzorg en verweerder niet eerder met een gegrond tuchtrechtelijk verwijt is geconfronteerd. Voor het overige wordt het beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:7 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 116.2016

    De gerechtsdeurwaarder heeft in het exploot van betekening verklaard dat hij niemand had aangetroffen. Klager en zijn echtgenote waren echter aanwezig. Uit de door klager in het geding gebrachte beeld- en audiobestanden van een op zijn voordeur gerichte bewakingscamera valt echter te zien dat de gerechtsdeurwaarder een brief in de brievenbus stopt en weer wegloopt. Mede gezien het tijdsverloop van 4 seconden acht de Kamer het niet aannemelijk dat de gerechtsdeurwaarder heeft aangebeld, zoals hij heeft verklaard. Dit betekent dat de gerechtsdeurwaarder onjuist in het exploot van betekening heeft verklaard dat hij niemand had aangetroffen. De Kamer acht dit onderdeel van de klacht gegrond en legt een berisping op. 

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:16 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-541/DB/LI

    Geen nieuwe gezichtspunten. Verzet ongegrond.