Zoekresultaten 19961-19970 van de 45173 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/262
- Datum publicatie: 12-12-2017
- Datum uitspraak: 12-12-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:142
De klacht betreft de behandeling van klagers destijds twee maanden oude zoon, die tijdens een val van de trap (liggend in de kinderwagen) kort in het ziekenhuis wegens een commotio cerebri opgenomen is geweest. Na 10 maanden werd klagers zoontje wegens een verminderd gebruik van zijn linkerarm na een osteopatische behandeling opnieuw gepresenteerd op de afdeling SEH. Klagers verwijten de chirurg onder andere -kort samengevat- dat tijdens de eerste opname geen ontslag had mogen plaatsvinden zonder klagers zoontje nader te onderzoeken (zoals het maken van rontgenfoto's van de nekwervels) en een vervolgafspraak te maken. Klagers zoontje is overleden. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:270 Raad van Discipline Amsterdam 17-485/A/NN
- Datum publicatie: 12-12-2017
- Datum uitspraak: 01-12-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:270
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2017:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2017/79
- Datum publicatie: 12-12-2017
- Datum uitspraak: 12-12-2017
- ECLI:NL:TGZRGRO:2017:36
Klacht tegen huisarts. Verweerder heeft geweigerd het medisch dossier van klager op diens verzoek te vernietigen en heeft een verzoek tot ondercuratelestelling jegens klager ondersteund, zonder met klager hierover gesproken te hebben. Klacht gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:246 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1047/DH/DH
- Datum publicatie: 12-12-2017
- Datum uitspraak: 11-12-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:246
Schrapping naar aanleiding van dekenbezwaar. Eindbeslissing na tussenbeslissing d.d. 13 februari 2017. De raad is van oordeel dat verweerder met het grote aantal verzoeken om een LAT-vergoeding dat hij in de onderzochte periode heeft ingediend en in welke zaken door hem niet of nauwelijks juridische werkzaamheden zijn verricht, heeft gehandeld in strijd met de op hem rustende verplichting tot financiële integriteit en misbruik heeft gemaakt van overheidsgelden. De aan dit oordeel ten grondslag liggende feiten en omstandigheden acht de raad zodanig ernstig dat zij reeds op zichzelf een schrapping rechtvaardigen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:169 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-086a
- Datum publicatie: 12-12-2017
- Datum uitspraak: 12-12-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:169
Ongegronde klacht tegen een arts. De arts heeft na onderzoek – in overleg met haar supervisor – vastgesteld welke oorzaak voor de benauwdheid het meest waarschijnlijk leek en voor het beleid gekozen, nadat andere mogelijke oorzaken zijn overwogen en gemotiveerd zijn verworpen. Niet vast komen te staan dat er op dat moment aanleiding was de situatie anders te beoordelen, de keuze om patiënte niet naar het ziekenhuis te verwijzen is verdedigbaar. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/262
- Datum publicatie: 12-12-2017
- Datum uitspraak: 12-12-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:137
De klacht betreft de behandeling van klagers destijds twee maanden oude zoon, die na een val van de trap (in de kinderwagen) kort in het ziekenhuis wegens een commotio cerebri opgenomen is geweest. Na 10 maanden werd klagers zoontje wegens een verminderd gebruik van zijn linkerarm na een osteopatische behandeling opnieuw gepresenteerd op de afdeling SEH. Klagers verwijten de kinderarts/supervisor (tevens opgeleid in de kinderneurologie) onder andere -kort samengevat- dat klagers zoontje ten onrechte niet is opgenomen in het ziekenhuis en/of is door verwezen naar een ander ziekenhuis. Klagers zoontje is overleden. Gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:247 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-044/DH/DH
- Datum publicatie: 12-12-2017
- Datum uitspraak: 11-12-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:247
Klagers verwijten verweerder betrokkenheid bij oplichting. Klagers hebben verweerder opdracht gegeven om werkzaamheden te verrichten en hebben hem daarvoor ook betaald. Omdat een en ander plaatsvond in een periode dat verweerder niet als advocaat op het tableau stond ingeschreven is de klacht in zoverre niet-ontvankelijk. Klagers hebben een fors bedrag betaald aan een vennootschap. De vennootschap heeft geen tegenprestatie geleverd en heeft het bedrag evenmin terugbetaald. De door klagers gestelde betrokkenheid van verweerder bij de vennootschap kan niet worden vastgesteld. De klacht is in zoverre ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:138 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/260
- Datum publicatie: 12-12-2017
- Datum uitspraak: 12-12-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:138
De klacht betreft de behandeling van klagers destijds twee maanden oude zoon, die na een val van de trap (in de kinderwagen) kort in het ziekenhuis wegens een commotio cerebri opgenomen is geweest. Na 10 maanden werd klagers zoontje wegens een verminderd gebruik van zijn linkerarm na een osteopatische behandeling opnieuw gepresenteerd op de afdeling SEH. Klagers verwijten de arts (destijds huisarts in opleiding) onder andere -kort samengevat- dat klagers zoontje ten onrechte niet is opgenomen in het ziekenhuis en dat de afwijkende bevindingen van de linkerarm ten onrechte als niet-neurologisch zijn beoordeeld. Klagers zoontje is overleden. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:266 Raad van Discipline Amsterdam 17-835/A/A
- Datum publicatie: 12-12-2017
- Datum uitspraak: 01-12-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:266
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in hoedanigheid vereffenaar. Het behoort tot de taak van de vereffenaar om de nalatenschap te gelde te maken en als onderdeel daarvan de ingediende vorderingen op de nalatenschap te beoordelen en te erkennen, dan wel te betwisten. In het laatste geval dient de vereffenaar daarvan onverwijld kennis te geven aan degene die de vordering heeft ingediend, onder opgave van redenen. Om die reden heeft verweerder een e-mail aan de bewindvoerder gestuurd. Met de inhoud van die e-mail heeft verweerder het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Evenmin sprake van intimidatie van de bewindvoerder. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:170 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-086b
- Datum publicatie: 12-12-2017
- Datum uitspraak: 12-12-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:170
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Voor de overwogen differentiaal diagnoses longembolie, decompensatio cordis en exacerbatie COPD waren voor de huisarts onvoldoende aanwijzingen. Niet vast komen te staan dat er op dat moment aanleiding was de situatie anders te beoordelen dan de huisarts heeft gedaan, gelet op de informatie waarover zij kon beschikken. De keuze om patiënte niet naar het ziekenhuis te verwijzen is verdedigbaar. Klacht afgewezen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1996
- Pagina: 1997
- Pagina: 1998
- ...
- Pagina: 4518
- Volgende pagina zoekresultaten