Zoekresultaten 19971-19980 van de 45173 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:248 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-362/DH/DH

    Een voormalig cliënte van verweerder klaagt over hem bij de deken. Nadat de deken zijn visie op de klacht heeft gegeven, bericht de cliënte dat ze de kwestie met verweerder heeft geschikt. De deken ziet grond om de klacht niettemin als dekenbezwaar aan de raad voor te leggen. De raad stelt bij de beoordeling van het bezwaar voorop dat het aan de klager is om de (bij de deken ingediende) klacht feitelijk te onderbouwen. Nu de deken de klacht van de cliënte ambtshalve aan de raad heeft voorgelegd, is de plicht om de klacht voldoende feitelijk te onderbouwen bij hem komen te liggen. Dit brengt met zich dat, voor zover de aanvankelijke klacht onvoldoende is onderbouwd, het op de weg van de deken ligt om nader onderzoek te verrichten en zijn ambtshalve bezwaar aan de hand daarvan te onderbouwen. De deken heeft dit naar de raad onvoldoende gedaan en de raad verklaart het bezwaar ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:139 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/261

    De klacht betreft de behandeling van klagers destijds twee maanden oude zoon, die na een val van de trap (in de kinderwagen) kort in het ziekenhuis wegens een commotio cerebri opgenomen is geweest. Na 10 maanden werd klagers zoontje wegens een verminderd gebruik van zijn linkerarm na een osteopatische behandeling opnieuw gepresenteerd op de afdeling SEH. Klagers verwijten de kinderarts onder andere -kort samengevat- dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld heeft gehandeld tijdens de overdracht van klagers zoontje naar een ander ziekenhuis. Klagers zoontje is overleden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:268 Raad van Discipline Amsterdam 17-557/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:269 Raad van Discipline Amsterdam 17-536/A/A 17-537/A/A

    Ongegronde klacht over advocaten wederpartij. Geen onnodig grievende uitlatingen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:264 Raad van Discipline Amsterdam 17-780/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:271 Raad van Discipline Amsterdam 17-377/A/NH

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen eigen advocaat. Kantoorklachtenregeling van verweerder voldoet niet aan art. 6.28 Voda en verweerder heeft nagelaten een klacht van klager aan zijn klachtenfunctionaris door te leiden. Verweerder heeft klager voorts niet geïnformeerd over de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand. Daarnaast is verweerder tekortgeschoten in zijn informatie- en adviesverplichting over (essentiële) onderdelen van de rechtspositie van klager en het risico van een proceskostenveroordeling, heeft hij de getuigenverhoren onvoldoende voorbereid en heeft hij het eindvonnis en de kansen en risico’s van een hoger beroep daartegen onvoldoende besproken. Ook is verweerder tekortgeschoten in de inhoudelijke behandeling van de zaak: hij heeft o.m. ten onrechte geen beroep gedaan op het opzegverbod ex art. 6 BBA (oud) noch op niet in acht nemen van een opzegtermijn door de wederpartij. Voorwaardelijke schorsing van een maand

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:265 Raad van Discipline Amsterdam 17-779/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat grotendeels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege ne bis in idem. Voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:272 Raad van Discipline Amsterdam 17-678/A/A

    Gegronde klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft declaraties verrekend met gelden die hij voor klager onder zich hield zonder schriftelijk vast te leggen welke specifieke declaraties werden verrekend. Strijd met art. 6.19 lid 5 Voda (oud). Geen maatregel omdat de verrekeningsregels op hoofdlijnen wel zijn nageleefd en verweerder jarenlang op toevoegingsbasis bijstand is blijven verlenen ondanks onbetaald gebleven eigen bijdragen en voorgeschoten griffierechten.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:273 Raad van Discipline Amsterdam 17-560/A/A

    Klacht tegen eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening in hoger beroep. Deels ongegrond: keuze om in appeldagvaarding reeds de grieven op te nemen was verantwoord. Deels gegrond: verweerder heeft de vordering tot schorsing van de executie van het vonnis waarvan beroep niet aan de hand van ter zake doende argumenten onderbouwd. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:267 Raad van Discipline Amsterdam 17-844/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht richt zich in de kern tegen een door verweerster jegens klaagster gedane aangifte en hetgeen verweerster daarover aan derden heeft verteld. Het stond verweerster vrij om aangifte te doen. Het is niet aan de tuchtrechter om een inhoudelijk oordeel te geven over de aangifte. Gesprek tussen verweerster en vriendin heeft plaatsgevonden in privésfeer. Ten aanzien van gesprek tussen verweerster en opvolgend advocaat kan niet worden vastgesteld wat er precies is besproken, en welke bewoordingen daarbij zijn gebruikt. Voor zover verweerster de opvolgend advocaat heeft ingelicht over hetgeen er tussen haar en klaagster was voorgevallen stond dat haar vrij. Klacht kennelijk ongegrond.