Zoekresultaten 19721-19730 van de 44554 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:202 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-407/DH/DH

    Onvoorwaardelijke schorsing naar aanleiding van dekenbezwaar. Verweerder heeft gehandeld op een wijze die een behoorlijk advocaat niet betaamt door in op voorhand kansloze zaken beroep in cassatie in te stellen en niet te voldoen aan artikel 7.6 Voda, door in strijd te handelen met gedragsregel 8 en door zijn cliënten niet te informeren over het feit dat hij zijn aantekening als bedoeld in artikel 9j lid 1 Advocatenwet op korte termijn zou verliezen. Voorts heeft verweerder misbruik gemaakt van toevoegingsgelden en zijn cliënten in feite laten betalen voor valse hoop. Hij is in ten minste drie zaken opgetreden als ‘postbus-advocaat’ door zich voor een cliënt in cassatie te stellen terwijl niet hij, maar een niet-cassatieadvocaat de cassatiezaak inhoudelijk heeft behandeld. Dat zijn ernstige vergrijpen die de kernwaarden van de advocatuur raken. Gelet op de ernst van de feiten acht de raad een schorsing voor de duur van vier weken passend en geboden.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:167 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 284/2016

    Klacht tegen fysiotherapeut. Onvoldoende terughoudendheid bij de fysiotherapeutische behandeling van klaagster, gezien haar aandoening osteogenesis imperfecta. Klaagster had doorverwezen moeten worden naar de huisarts en de dossiervoering was op één onderdeel onvoldoende. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:203 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-440/DH/DH

    Schrapping naar aanleiding van dekenbezwaar. Verweerster is in twee instanties veroordeeld tot een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Zij heeft het vertrouwen van haar eigen cliënten beschaamd door hen op slinkse wijze grote sommen geld afhandig te maken. Bovendien heeft zij door brieven van gerechtelijke instanties te vervalsen het vertrouwen dat in zulke instanties moet kunnen worden gesteld geschaad. Verweerster heeft daardoor gehandeld in strijd gehandeld met de kernwaarden van de advocatuur, waaronder die van de (financiële) integriteit. Indien verweerster zich na haar detentie opnieuw zou laten inschrijven als advocaat, zou het vertrouwen in de advocatuur ernstig worden ondermijnd. Aangezien verweerster ter zitting van de raad geen enkel besef heeft getoond van haar verantwoordelijkheid als advocaat en van het laakbare van haar handelen, heeft de raad er geen vertrouwen in dat verweerster na een eventuele nieuwe inschrijving op het tableau wél zal handelen zoals een behoorlijk advocaat betaamt.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-004a

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de alarmsignalen van een beginnende sepsis niet te herkennen. Dit geldt temeer daar zij patiënte (moeder van klaagster) en de medische voorgeschiedenis niet kende. Daarnaast was er het uitdrukkelijke signaal van klaagster over verandering in de toestand van haar moeder. De verpleegkundige had meer actie moeten ondernemen en had op dat moment de dienstdoende arts moeten inschakelen. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:186 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170274

    Verzoek om aanwijzing van een advocaat ex artikel 13 Advocatenwet voor het instellen van cassatieberoep tegen de beschikking van het hof, waarin is bepaald dat tussen klager en zijn dochter geen omgangsregeling zal zijn en aan de moeder voortaan alleen het gezag toekomt. Het beklag van klager is ongegrond. Het hof heeft de juiste maatstaf voor de beoordeling van het verzoek tot het instellen van eenhoofdig gezag c.q. tot het beëindigen van de omgangsregeling gehanteerd en vervolgens zijn oordeel uitvoerig gemotiveerd. Hierover kan niet geklaagd worden in cassatie. De deken heeft dus terecht geoordeeld dat het instellen van cassatie als kansloos moet worden beschouwd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:187 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170073

    Klagers hebben hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad waarbij het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad, waarbij de klacht van klagers tegen verweerder kennelijk ongegrond is verklaard, ongegrond is verklaard. Appelverbod artikel 46h lid 7 Advocatenwet. Klagers doen een beroep op doorbreking van dit verbod wegens schending van fundamentele rechtsbeginselen. Dit beroep slaagt niet. Klachten over de inhoudelijke beslissing van de zaak betreffen niet fundamentele rechtsbeginselen. Vermeende partijdigheid van de deken levert evenmin grond voor doorbreking op. Hetzelfde geldt voor de stelling van klagers dat de raad geweigerd heeft het proces-verbaal te verstrekken en dat sprake is van systeemfouten in en binnen de Advocatenwet. Klagers worden niet-ontvankelijk in hun beroep verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:188 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170072

    Klagers hebben hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad waarbij het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad, waarbij de klacht van klagers tegen verweerder kennelijk ongegrond is verklaard, ongegrond is verklaard. Appelverbod artikel 46h lid 7 Advocatenwet. Klagers doen een beroep op doorbreking van dit verbod wegens schending van fundamentele rechtsbeginselen. Dit beroep slaagt niet. Klachten over de inhoudelijke beslissing van de zaak betreffen niet fundamentele rechtsbeginselen. Vermeende partijdigheid van de deken levert evenmin grond voor doorbreking op. Hetzelfde geldt voor de stelling van klagers dat de raad geweigerd heeft het proces-verbaal te verstrekken en dat sprake is van systeemfouten in en binnen de Advocatenwet. Klagers worden niet-ontvankelijk in hun beroep verklaard.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1754a

    Psychotherapeut wordt verweten dat hij zijn taak als hoofdbehandelaar niet serieus heeft genomen en intimiderend tegen klager heeft opgetreden tijdens het intakegesprek. Geoordeeld wordt dat sprake is geweest van systematisch inadequate communicatie, de psychotherapeut heeft teveel een afwachtende houding aangenomen, hetgeen niet past bij de rol van regievoerder die hij als hoofdbehandelaar had. De psychotherapeut was ook onvoldoende kritisch bij het weergeven van de aard van de informatie in het eindverslag, zowel wat betreft de relevantie van de informatie als de privacygevoeligheid ervan. De psychotherapeut geeft bovendien onvoldoende blijk van zelfreflectie en verschuilt zich in belangrijke mate achter de organisatie van de instelling. Hij miskent daarmee dat hij als professional een zelfstandige verantwoordelijkheid voor de uitvoering van zijn taken als hoofdbehandelaar heeft. Deels gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:184 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170113

    Verweerder heeft zijn hoger beroep tegen de beslissing van de raad, waarin aan hem een berisping is opgelegd, na de behandeling ter zitting bij het hof ingetrokken. Het hof hoeft op het hoger beroep niet meer te beslissen. Voor een veroordeling van verweerder in de kosten die klager in hoger beroep heeft gemaakt is geen plaats nu niet is voldaan aan de in de Advocatenwet (art. 48 lid 6 juncto art. 57 lid 2) gestelde voorwaarde dat de klacht in hoger beroep (gedeeltelijk) gegrond wordt verklaard en een maatregel is opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:185 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160314

    Het hoger beroep van klaagsters ziet op diverse klachten tegen verweerder. Zij betichten verweerder onder meer van excessief declareren, het maken van een beroepsfout, niet juiste samenstelling van het bestuur van de stichting derdengelden, het niet beschikken over een kantoorklachtenregeling die aan de regelgeving voldoet, onredelijke algemene voorwaarden (klacht- en vervaltermijn en aansprakelijkheidsbeperking) en het onterechte gebruik van meervoudsvorm in domeinnaam. De grieven van klaagsters falen. Niet gebleken van excessief declareren en een beroepsfout. Het bestuur van de stichting derdengelden was overeenkomstig de Voda samengesteld. Klaagsters hebben geen belang bij hun klacht over klachtenregeling, nu zij hiervan geen gebruik hebben willen maken. De aansprakelijkheidsbeperking in de algemene voorwaarden van verweerder is op grond van art. 6.26 Voda toegelaten. Het is niet aannemelijk dat klaagsters zijn misleid door de de domeinnaam. Bekrachtiging.