Zoekresultaten 16531-16540 van de 42364 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:8 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/627388 / DW RK 17/419

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:9 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/611052/ DW RK 16/679

      Vermelden volledige adresgegevens in exploot bij geheim adres. Afwijking van eerdere rechtspraak. Artikel 45 lid 3 Rv geeft als uitgangspunt vermelding van het adres en een gerechtsdeurwaarder moet daarom gegronde redenen hebben om van dat uitgangspunt af te wijken (ECLI:NL:GHAMS:2017:3097). Het exploot is betekend aan een bewindvoerder in zijn hoedanigheid, de bewindvoerder kantoor houdt kantoor aan huis en alleen de bewindvoerder heeft een afschrift van het exploot ontvangt.  De gerechtsdeurwaarder heeft een afweging gemaakt ter zake het geheime adres van klager en had geen gegronde reden om van de wettelijke regels af te wijken. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:10 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/616591 / DW RK 16/1091

      Beslissing op verzet. Bankbeslag waardoor klager onder de beslagvrije voet kwam te leven. De kamer is het niet met de beslissing van de voorzitter eens. Onder de in de beslissing vermelde feiten en omstandigheden en feiten stelt de kamer vast dat de gerechtsdeurwaarder ten tijde van de beslaglegging in elk geval (voldoende) inzicht had in de inkomsten en uitgaven van de debiteur en dat er geen ruimte was voor een maandelijkse betaling. Indien de ontvangen gegevens omtrent de financiële situatie van klager onvoldoende waren, had het op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen nadere stukken bij klager op te vragen. De kamer benadrukt dat beslaglegging onder een bank ten laste van een debiteur een ingrijpend middel is. Er lag al beslag op het inkomen van klager als gevolg waarvan hij nog slechts een inkomen ter hoogte van de beslagvrije voet overhield waarvan hij de lopende kosten van bestaan moet voldoen. Door de gerechtsdeurwaarder is niet aannemelijk gemaakt dat er een aanleiding was om te veronderstellen dat de bankrekening door andere inkomsten dan de uitkering en toeslagen van klager, aan de hand waarvan de beslagvrije voet is vastgesteld, werd gevoed of dat er nog andere inkomsten zouden zijn.  Dat, zoals door de gerechtsdeurwaarder ter zitting is aangevoerd, er soms toch nog geld blijkt te zijn, is daartoe te algemeen gesteld. Onder de hiervoor geschetste omstandigheden had de gerechtsdeurwaarder kunnen weten dat het door hem gelegde bankbeslag geen soelaas zou bieden om tot verhaal van de vordering te komen. Het verzet wordt gegrond verklaard, de beslissing van de voorzitter wordt vernietigd, de klacht wordt gegrond verklaard en de gerechtsdeurwaarder wordt de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:11 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/620108 / DW RK 16/1324

    Beslissing op verzet. Dwangsomperikelen waarin het laatste (civiele) woord nog niet is gesproken. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond. 

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:4 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/611419/ DW RK 16/712

      Termijn herberekenen beslagvrije voet. Niet reageren op klacht. Een juiste berekening is in hoge mate afhankelijk van informatie die door de schuldenaar moet worden verstrekt. De beslagvrije voet kan eerst op de juiste manier worden berekend op het moment dat de gerechtsdeurwaarder de beschikking heeft over deze informatie. Op grond van de feiten is de ontstane vertraging in de herberekening van de beslagvrije voet grotendeels toe te rekenen aan klager. De gerechtsdeurwaarder heeft niet gereageerd op een klacht ondanks een uitdrukkelijke toezegging daartoe. Klacht deels gegrond, geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:5 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/611416/ DW RK 16/711

      Leggen van conservatoir loonbeslag zonder dat er verlof was verleend.  Het beslag is ten onrechte gelegd. Het behoort tot de taak van degene die de exploten gaat betekenen te controleren of de exploten wel aan de wettelijke vereisten voldoen. Dat is hier niet (juist) gedaan zodat de klacht gegrond dient te worden verklaard. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:222 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/625180 / DW RK 17/251

    Beslissing op verzet. Het verzet is te laat ingediend en wordt niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:6 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/624597 / DW RK 17/208

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-126

      Ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog heeft in een voorlopig advies een voorwaardelijke PIJ-maatregel in overweging genomen. Dit advies is later bijgesteld naar een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel. Deze aanpassing is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, de gz-psycholoog heeft voldoende inzichtelijk gemaakt op basis waarvan zij tot deze gewijzigde conclusie is gekomen. Wel had zij er beter aan gedaan als zij nog nadrukkelijker aan klager (en zijn familie) had gezegd dat het om een concept-advies ging dat nog kon veranderen. Klacht afgewezen.    

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/362

      Klagers verwijten de kinderarts dat deze ten onrechte een melding heeft gedaan bij Veilig Thuis met betrekking tot klagers zoontje. Deze melding is, aldus klagers, gebaseerd op onzorgvuldig dossierbeheer. Voorts is het protocol Kindermishandeling niet gevolgd en is door de kinderarts in het kader van het onderzoek naar de kindermishandeling geen optimale zorg toegepast. Bovendien heeft de kinderarts het medisch beroepsgeheim geschonden.     Ongegrond