Zoekresultaten 16521-16530 van de 45098 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:183 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 616527

    betekening van het beslag heeft buiten de termijn van artikel 475 i Rv plaatsgevonden. De reden hiervoor, vakantie van de gerechtsdeurwaarder, is geen valide excuus voor overtreding van een wettelijke bepaling. De maatregel van berisping is opgelegd.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:4 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/341298 KL RK 18-117

    De kamer overweegt dat zij het verwijtbaar acht dat de aflossing van de lening pas vier weken na het passeren van de akte aan het Restauratiefonds is uitbetaald. De notaris is tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor de door zijn boekhouder gemaakte fout. Dit onderdeel is door de kamer gegrond verklaard en aan de notaris is de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:5 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/331827 KL RK 18-3 C/05/331828 KL RK 18-4

    Naar het oordeel van de kamer kon en mocht kandidaat-notaris concluderen dat erflaatster wilsbekwaam was om haar testament op te maken. Daarnaast heeft de kandidaat-notaris voldoende gewaarborgd dat erflaatster haar wil op onafhankelijke wijze aan hem kon overbrengen. Van enige beïnvloeding of partijdigheid is niet gebleken. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:50 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.154

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:51 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.185

    Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de overleden moeder van klaagster, hierna patiënte. Klaagster verwijt verweerster dat zij een verkeerde diagnose heeft gesteld en patiënte ten onrechte niet heeft doorverwezen en voorts dat het medisch dossier onjuiste vermeldingen kent en dat verweerster het beroepsgeheim heeft geschonden door niet te waarborgen dat derden geen gesprekken over patiënten tussen de collega van verweerster en de assistente konden horen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht op het punt van de gestelde diagnose gegrond verklaard en aan verweerster een waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:52 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.186

    Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de overleden moeder van klaagster, hierna patiënte. Klaagster verwijt verweerster dat zij een verkeerde diagnose heeft gesteld en patiënte ten onrechte niet heeft doorverwezen en voorts dat het medisch dossier onjuiste vermeldingen kent en dat verweerster het beroepsgeheim heeft geschonden door hoorbaar voor derden met een assistente over patiënte en/of klaagster te praten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht op het punt van de gestelde diagnose gegrond verklaard en aan verweerster een waarschuwing opgelegd. Het beroep van klaagster slaagt op het punt van het voor derden hoorbaar overleg voeren met de assistente, maar het Centraal Tuchtcollege ziet geen aanleiding een zwaardere maatregel op te leggen en handhaaft de waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/365 en 2018/342

    Klager verwijt verweerder, huisarts, onder meer dat hij de hoofdpijnklachten van klager niet grondig dan wel te laat heeft onderzocht en hem niet serieus heeft genomen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:53 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.296

    Klacht tegen orthopedisch chirurg die klaagster drie keer heeft geopereerd. Klaagster verwijt de chirurg onder meer dat hij niet zorgvuldig heeft gehandeld door de uitslagen van diverse preoperatieve bloedonderzoeken niet te beoordelen en naar aanleiding van deze uitslagen geen nadere actie te ondernemen. Voorts verwijt klaagster de chirurg dat hij haar niet heeft voorgelicht over alternatieve operatietechnieken, dat hij de tweede operatie technisch onjuist heeft uitgevoerd en postoperatief onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de door haar geuite klachten. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:27 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-726 18-727

    Klacht en gekoppelde dekenklacht over het optreden van advocaat van de wederpartij in een familiegeschil. Naar het oordeel van de raad is van het klachtwaardig spreken van onwaarheid door verweerder (gedragsregel 30 oud) in de gegeven omstandigheden geen sprake geweest, omdat verweerder, in zoverre al vereist, heeft onderzocht, althans navraag heeft gedaan bij zijn cliënt over de situatie betreffende de ondertekening van de overeenkomst van opdracht aan de makelaar. De toelichting van de cliënt van verweerder hoefde verweerder niet op voorhand aan te merken als zodanig onaannemelijk dat hij daarvan zonder verder onderzoek niet mocht uitgaan. Dat het door verweerder hierover namens zijn cliënt in de civiele procedure ingenomen standpunt uiteindelijk in rechte een onhoudbaar standpunt is gebleken, doet daaraan niet af. Als partijdige belangenbehartiger mocht verweerder dan ook naar het oordeel van de raad namens zijn cliënt het standpunt met toelichting bij zijn producties in de brief van 19 december 2016 aan de rechtbank innemen zoals hij dat heeft gedaan. De verdere (deken)klacht, dat verweerder in een processtuk de feiten heeft verdraaid door daarin te suggereren dat klaagster “eigenmachtig” de gezamenlijke woning te koop had gezet, is een minder gelukkige woordkeuze geweest, maar daarmee heeft verweerder naar het oordeel van de raad, gelet op zijn toelichting ter zitting, niet beoogd de rechter op het verkeerde been te zetten en niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. (Deken)klacht in zoverre ongegrond. Gegronde (deken)klacht nu verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar onwaarheid heeft gesproken jegens klaagster door de rechtbank bij zijn uitstelverzoek te informeren dat dat met instemming van de (advocaat) van klaagster was. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling nieuw.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:54 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.416

    Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de overleden moeder van klager, hierna patiënte. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard nu vier leden van het gezin aangeven dat verweerder heeft gehandeld in overeenstemming met de wensen van patiënte en het college het daarmee niet aannemelijk acht dat klager met zijn klacht de veronderstelde wil van patiënte tot uitdrukking laat komen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.