ECLI:NL:TNORARL:2018:56 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/337629 / KL RK 18/68

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2018:56
Datum uitspraak: 20-12-2018
Datum publicatie: 14-02-2019
Zaaknummer(s): C/05/337629 / KL RK 18/68
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie:   Beslissing van de voorzitter waarbij de klacht kennelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard vanwege termijnoverschrijding en het ne-bis-in-idembeginsel. Verder heeft de voorzitter beslist om klager de toegang tot het tuchtrecht te ontzeggen, omdat er naar het oordeel van de voorzitter sprake is van misbruik van het klachtrecht.

Geachte heer [ naam klager ],

Hierbij zend ik u mijn beslissing op uw klacht tegen notaris [ naam notaris ] (hierna: de notaris), die u heeft ingediend op 7 mei 2018. U heeft de klacht aangevuld met berichten van 29 mei 2018, 8 juni 2018, 10 juni 2018 en 11 juni 2018. De notaris heeft in een brief van 6 juli 2018 op uw klacht gereageerd.

Ik zal de klacht die u nu heeft ingediend kennelijk niet-ontvankelijk verklaren. Verder ontzeg ik u de verdere toegang tot het tuchtrecht. Ik zal hierna uitleggen waarom ik deze beslissingen neem. Ik ga daarbij eerst kort in op de feiten. Vervolgens geef ik onder het kopje voorgeschiedenis een kort overzicht van de beslissingen op eerder namens u ingediende klachten. Daarna kom ik toe aan de beoordeling van de voorliggende klacht en de behandeling van verdere klachten.

Feiten

De zaak draait om de afwikkeling van de nalatenschappen van uw vader en moeder. Uw vader is in 1993 overleden. Zijn nalatenschap is nog steeds niet afgewikkeld omdat u en uw broers en zussen, tezamen acht personen, het als erfgenamen oneens zijn met elkaar. Mede daardoor is ook de afwikkeling van de nalatenschap van uw moeder, overleden op 25 februari 2010, nog steeds niet afgerond.

Bij beschikking van 6 november 2012 is in de nalatenschap van uw moeder een vereffenaar benoemd. De notaris verricht in opdracht van deze vereffenaar werkzaamheden. Dat deed zij ook toen zij nog kandidaat-notaris was.

De notaris heeft op 10 december 2013 verleden een akte van boedelbeschrijving ter zake de nalatenschap van uw moeder.

Voorgeschiedenis

U heeft tegen de notaris diverse klachten ingediend. Dit heeft geleid tot de volgende beslissingen, in chronologische volgorde:

·         de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 24 juli 2014, waarin uw klacht ongegrond is verklaard;

·         de beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van het Gerechtshof Amsterdam van 22 december 2015 waarin het hof de beslissing van 24 juli 2014 heeft bekrachtigd;

·         de beslissing van de voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 8 oktober 2015 waarin uw klacht kennelijk ongegrond is verklaard;

·         de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 8 januari 2016, waarin uw verzet tegen de beslissing van de voorzitter van 8 oktober 2015 ongegrond is verklaard;

·         de beslissing van de voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 13 januari 2017 waarin uw klacht kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard;

·         de beslissing van de voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 25 april 2017 waarin uw klacht kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard;

·         de beslissing van de voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 13 juni 2017 waarin uw klacht kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard;

·         de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 21 juni 2017, waarin uw verzet tegen de beslissing van de voorzitter van 25 april 2017 ongegrond is verklaard;

·         de beslissing van de voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 12 juli 2017 waarin uw klacht kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard;

·         de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 8 september 2017, waarin uw verzet tegen de beslissing van de voorzitter van 13 juni 2017 ongegrond is verklaard.

Daarnaast zijn er door u diverse klachten ingediend tegen de oud-kantoorgenoot van de notaris, te weten notaris [ naam oud-kantoorgenoot ]. Deze klachten gingen ook over de afwikkeling van genoemde nalatenschappen.

Beoordeling

De huidige klacht

Uw klachten gaan steeds over hetzelfde, te weten dat u het niet eens bent met de wijze waarop de nalatenschappen van uw vader en moeder worden afgewikkeld.

Daarbij komt u steeds terug op de akte van boedelbeschrijving van

10 december 2013. Daarover is eerst inhoudelijk geoordeeld en daarna heeft u al diverse beslissingen ontvangen waarin is gezegd dat u daarover geen klacht meer kunt indienen omdat u daarmee te laat bent en omdat u daarover al eerder heeft geklaagd en die klachten inhoudelijk zijn beoordeeld. Daarbij is verwezen naar de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) waarin een uiterste termijn is neergelegd wat betreft het indienen van klachten. Dat staat nu in artikel 99 lid 21 Wna. Daarnaast is verwezen naar het ne-bis-idem beginsel. Ik verwijs u kortheidshalve naar de diverse uitspraken die u in dit kader al heeft ontvangen van de voorzitter en de voltallige kamer voor het notariaat.

Ook uw huidige klacht over de akte is te laat ingediend, want meer dan drie jaren na het verlijden van deze akte, en daarnaast stuit de klacht ook nu weer af op het ne-bis-in-idem beginsel. U heeft geklaagd over de akte en daarover is al inhoudelijk geoordeeld. U kunt niet twee keer een beslissing over hetzelfde vragen. Daarom verklaar ik uw klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Als u het met deze beslissing oneens bent, kunt u binnen veertien dagen na verzending van deze brief schriftelijk verzet doen bij de Kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem -Leeuwarden. Het postadres van de Kamer is: Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.

Verdere klachten

Ik heb hiervoor al opgeschreven wat uw klachthistorie bij de kamer is. Uit die opsomming volgt duidelijk dat u al heel veel heeft geklaagd en wel steeds over hetzelfde. Geen van de klachten heeft tot gegrondverklaring van enig klachtonderdeel gericht tegen de notaris geleid.

Het is belangrijk dat aan iedereen een laagdrempelige toegang tot het tuchtrecht wordt geboden. In uw geval is het echter zo dat u van die toegang voldoende gebruik heeft kunnen maken. Door het steeds indienen van nieuwe klachten, die steeds op hetzelfde neerkomen en die steeds niet-ontvankelijk dan wel ongegrond worden geoordeeld, belast u op onevenredige wijze niet alleen de notaris maar ook de kamer. Daarmee overschrijdt u de redelijke grenzen die aan een klager kunnen worden gesteld. Er is naar mijn oordeel misbruik van klachtrecht.

Daarom neem ik de volgende maatregel. Als u weer een klacht indient over de akte van boedelbeschrijving van 10 december 2013 of een ander aspect van de afwikkeling van de nalatenschappen dat hiermee direct samenhangt en er dus opnieuw sprake is van een klacht over hetzelfde, zal deze klacht niet in behandeling worden genomen. De voorzitter, de kamer en het hof hebben daar al over beslist. Ik wijs u daarbij nogmaals op het ne-bis-in-idem beginsel.

De notaris ontvangt een kopie van deze brief.

Hoogachtend,

mr. M.J.C. van Leeuwen,

fungerend voorzitter

-----

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:         C/05/347659 KL RK 19 - 2

beslissing van de kamer voor het notariaat op het verzet van

[xxx] ,

wonende te [xxx],

klager,

tegen de beslissing van de voorzitter van de kamer van 20 december 2018 op de klacht tegen

[xxx] ,

notaris te [xxx].

Partijen zullen verder als klager en de notaris worden aangeduid.

1.       Het verloop van de procedure

1.1     Voor het verloop van de procedure tot aan de beslissing hierboven genoemde beslissing van de voorzitter van 20 december 2018  wordt verwezen naar hetgeen in die beslissing is overwogen.

1.2     De voorzitter heeft in zijn beslissing de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

1.3     Klager heeft bij e-mail van 5 januari 2019 verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4     Klager heeft niet te kennen gegeven dat hij op het verzet gehoord wilde worden. Het verzet is daarom behandeld in raadkamer van de zitting van 8 mei 2019.

2.       De beoordeling van het verzet

2.1 Artikel 99 lid 15 van de Wet op het Notarisambt (Wna) bepaalt dat tegen een beslissing van de voorzitter zoals hierboven bedoeld verzet kan worden ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van die beslissing.

2.2 In deze zaak is de beslissing van de voorzitter bij brief van 20 december 2018 aan klager verzonden. Dit betekent dat de termijn voor indiening van een verzetschrift in deze zaak is geëindigd op

3 januari 2019. Het verzetschrift is ingediend per e-mail van 5 januari 2019.

Het verzet is dus te laat, want na het verstrijken van de termijn van veertien dagen van artikel 99 lid 15 Wna ingesteld.

2.3 Klager heeft weliswaar gewezen op het feit dat hij in het buitenland verblijft en zijn post met vertraging ontvangt, maar deze omstandigheden komen in beginsel voor zijn eigen risico. Feiten of omstandigheden op grond waarvan van dit uitgangspunt afgeweken moet worden, zijn niet gesteld en niet gebleken.

2.4 Uit het voorgaande volgt dat klager in zijn verzet niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Dit brengt mee dat de kamer niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het verzet.

3.       De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

-        Verklaart klager niet-ontvankelijk in het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de kamer

van 20 december 2018.

Deze beslissing is gegeven door

Deze beslissing is gegeven door mr. drs. M.J. Blaisse, voorzitter,

mr. M.C.J. Heessels, mr. D.E.M.J. Eggels, leden, en in tegenwoordigheid van

mr. M.J. Derksen, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2019.

de secretaris                                                                              de voorzitter