Zoekresultaten 13591-13600 van de 44298 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2019:226 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-251/DH/DH
- Datum publicatie: 06-11-2019
- Datum uitspraak: 07-10-2019
- ECLI:NL:TADRSGR:2019:226
Verzet ongegrond. De voorzitter heeft de klacht in zijn beslissing juist weergegeven. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast. Er is geen ruimte voor verder onderzoek naar de klacht.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:272 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.215
- Datum publicatie: 06-11-2019
- Datum uitspraak: 05-11-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:272
Klacht tegen verzekeringsarts. Klager lijdt aan nierfalen en heeft last van bloedarmoede. De verzekeringsarts brengt voor het Bureau Medische Advisering advies uit aan de IND in het kader van het verzoek van klager om een verblijfsvergunning. Klager verwijt de verzekeringsarts dat het advies onjuist, ondeskundig en onzorgvuldig tot stand is gekomen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:166 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-673/DB/OB
- Datum publicatie: 06-11-2019
- Datum uitspraak: 29-10-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:166
Advocaat van de wederpartij. Geen sprake van bedrog, leugens en misleiding. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:266 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.094 en C2019.095
- Datum publicatie: 06-11-2019
- Datum uitspraak: 05-11-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:266
Klacht van Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige was werkzaam op een crisisafdeling psychiatrie, alwaar mevrouw X. gedurende een periode van zes weken was opgenomen. Kort na afloop van de opname kreeg de verpleegkundige een relatie met mevrouw X. De klacht luidt dat de verpleegkundige - onder meer - zijn professionele grenzen heeft overschreden door seksueel grensoverschrijdend te handelen jegens mevrouw X. De verpleegkundige heeft niet de professionele distantie bewaakt die vereist was, door geen passende afkoelingsperiode in acht te nemen. De verpleegkundige heeft ook geen maatregelen genomen om herhaling in de toekomst te voorkomen en heeft verzuimd zijn verliefdheidsgevoelens te bespreken met zijn leidinggevende. Het RTG verklaart- zakelijk weergegeven - de klacht gegrond; legt aan de verpleegkundige de maatregel op van voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes maanden met een proeftijd van één jaar, en stelt daarbij twee voorwaarden, draagt IGJ op toezicht te houden op de voorwaarde onder II; en bepaalt de publicatie. In de zaak C2019.095 komt de verpleegkundige in beroep tegen de beslissing van het Regionale Tuchtcollege. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de verpleegkundige. In zaak C2019.094 komt de Inspectie in beroep tegen één van de voorwaarden. Dit beroep wordt door het Centraal Tuchtcollege gegrond verklaard en de voorwaarden worden aangepast.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2019:214 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-072/DH/DH
- Datum publicatie: 06-11-2019
- Datum uitspraak: 30-09-2019
- ECLI:NL:TADRSGR:2019:214
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2019:52 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/357241 KL RK 19-106
- Datum publicatie: 06-11-2019
- Datum uitspraak: 03-10-2019
- ECLI:NL:TNORARL:2019:52
Onvoldoende grond om aan te nemen dat de notaris – als voorzitter van de VvE’s – tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld of nagelaten.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:260 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.242
- Datum publicatie: 06-11-2019
- Datum uitspraak: 05-11-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:260
Klacht tegen gz-psycholoog. Verweerster heeft samen met een orthopedagoog een psychologisch onderzoek bij de zesjarige zoon van klaagster verricht. Verweerster concludeerde dat er sprake was van een jongen met zwakbegaafde cognitieve capaciteiten en een zwak sociaal inzicht. Volgens verweerster was mogelijk zijn intelligentieprofiel, het zwakke sociale inzicht en het zeer zwakke inzicht in oorzaak-gevolgrelaties een verklaring voor zijn angst- en spanningsklachten. De klacht houdt in dat verweerster: haar onderzoek destijds onzorgvuldig heeft verricht; in dat onderzoek een onjuiste waarneming heeft gehad; een onjuiste conclusie heeft getrokken en een onzorgvuldig advies heeft gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:167 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-703/DB/ZWB
- Datum publicatie: 06-11-2019
- Datum uitspraak: 30-10-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:167
Geen sprake van schending gedragsregel.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:267 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.102
- Datum publicatie: 06-11-2019
- Datum uitspraak: 05-11-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:267
Klacht tegen tandarts. In 2015 kwam klager bij verweerder, tandarts, onder behandeling. Klager verwijt verweerder dat hij: 1) klager niet adequaat heeft geadviseerd en geïnformeerd over de voorgenomen behandeling, kansen en risico´s, 2) een inadequate behandeling heeft ingezet, 3) een niet passende etsbrug heeft geleverd, 4) niet vooraf een behandelplan heeft gepresenteerd of begroting heeft gemaakt, 5) klager niet heeft geïnformeerd over de mogelijke vergoeding door de zorgverzekeraar, en 6) onjuiste nota´s bij de zorgverzekeraar heeft ingediend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel 2 gegrond verklaard en de tandarts ter zake daarvan de maatregel van waarschuwing opgelegd. Voor het overige is de klacht in eerste aanleg afgewezen. Klager heeft tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege beroep ingesteld, voor zover de klacht ongegrond is verklaard. De tandarts heeft incidenteel beroep ingesteld tegen die beslissing, voor zover de klacht gegrond is verklaard. Ter zitting in beroep heeft de gemachtigde van klager medegedeeld dat klager zijn inleidende klacht volledig intrekt. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege en verstaat dat de inleidende klacht van klager door intrekking is vervallen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2019:221 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-586/DH/RO
- Datum publicatie: 06-11-2019
- Datum uitspraak: 23-10-2019
- ECLI:NL:TADRSGR:2019:221
Voorzittersbeslissing. Klachten over handelen verweerder in zijn hoedanigheid van curator deels niet-ontvankelijk (artikel 46g lid1 sub a) en kennelijk ongegrond verklaard. De voorzitter sluit zich aan bij het oordeel van de rechtbank in haar beschikking van april 2019 dat verweerder bij de uitoefening van zijn taak als curator heeft gehandeld zoals in redelijkheid mag worden verlangd van een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende curator/advocaat en dat hij zijn taak met nauwgezetheid en inzet heeft verricht.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1359
- Pagina: 1360
- Pagina: 1361
- ...
- Pagina: 4430
- Volgende pagina zoekresultaten