Zoekresultaten 1321-1330 van de 42252 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:290 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-149/AL/NN

    Raadsbeslissing. Klagers hebben met de client van verweerder (een vennootschap) een overeenkomst gesloten, inhoudende onder meer dat klagers vastgoedcursussen zouden volgen om vastgoedbelegger te worden. Klagers zijn daarover ontevreden en zijn gezamenlijk een procedure tegen de vennootschap gestart, waarbij zij zich hebben laten bijstaan door een advocaat. Verweerder trad op voor de vennootschap. Een kleine week later heeft verweerder alle klagers persoonlijk een brief doen toekomen, waarin zij – onder meer – persoonlijk aansprakelijk worden gesteld wegens onrechtmatig handelen. De klacht ziet erop dat verweerder de brief in strijd met gedragsregel 25 heeft gezonden aan klagers persoonlijk, terwijl hij wist dat klagers werden bijgestaan door een advocaat. De brief is volgens klagers enkel bedoeld om klagers te intimideren. Dat laatste is naar het oordeel van de raad niet komen vast te staan. Wel had verweerder de brief niet rechtstreeks aan klagers mogen sturen, omdat hij wist dat klagers een advocaat hadden. De uitzonderingen van gedragsregel 25 gelden in dit geval niet. Dit klachtonderdeel is gegrond, de overige klachtonderdelen worden ongegrond verklaard. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:284 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-419/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klaagster verwijt verweerder (de advocaat van haar wederpartij in een erfrechtkwestie) dat hij zich onnodig grievend jegens haar heeft uitgelaten, onvoldoende professionele distantie in acht heeft genomen en te nauw betrokken te zijn bij zijn cliënten, zijn persoonlijke belangen een rol heeft laten spelen en zich onvoldoende heeft ingespannen om tussen partijen tot een oplossing te komen. Het zwaartepunt ligt voor klaagster bij een door verweerder aan klaagster geschreven brief. De raad stelt ten aanzien daarvan voorop dat volgens vaste rechtspraak van het Hof van Discipline aan de advocaat een ruimte mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt. De raad overweegt dat verweerder zijn brief  weliswaar fors heeft ingezet, maar binnen de grenzen van het betamelijke is gebleven en niet buiten de grenzen van de vrijheid die een advocaat heeft is getreden. Verweerder heeft dus niet klachtwaardig gehandeld en dit klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard. Ook de overige klachtonderdelen worden ongegrond verklaard. 

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:278 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-963/AL/GLD

    Hoewel de zakelijke toonzetting van haar aan klaagster gerichte e-mail als intimiderend kan zijn ervaren is naar het oordeel van de raad van ongepaste bewoordingen geen sprake. Het verwijt dat een reactie van de cliënt van verweerster uitbleef, daarvoor kan verweerster niet verantwoordelijk worden gehouden. Verweerster heeft als partijdige belangenbehartiger het standpunt van haar cliënt verwoord, zonder daarbij de belangen van klaagster onnodig of onevenredig te hebben geschaad. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:285 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-013/AL/MN

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:279 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-590/AL/GLD

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:286 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-386/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Een agent van politie klaagt over de advocaat (verweerder) van de hoofdverdachte in een strafrechtelijk onderzoek. Daarbij gaat het om de wijze waarop verweerder rondom de verhoren van de verdachte heeft opgetreden. Volgens klaagster was verweerder daarbij te sturend. De raad is van oordeel dat verweerder zich heeft gehouden aan de regels en voorschriften ten aanzien van de verhoorbijstand en de belangen. Hij heeft de belangen van zijn cliënt behartigd, zoals ook van hem verwacht mag worden. Dat klaagster zich heeft gestoord aan de houding en wijze van bejegening van verweerder is op zichzelf onvoldoende om te oordelen dat verweerder tuchtrechtelijk heeft gehandeld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:406 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-1003/AL/MN

    De raad verklaart het verzet gegrond; verwijst de zaak terug naar de deken met het verzoek het onderzoek naar de klacht en de daarmee samenhangende feiten te hervatten en de raad vervolgens schriftelijk over de uitkomsten van het onderzoek te informeren; bepaalt dat de deken uiterlijk op 15 augustus 2022 aan de raad zal rapporteren over het aanvullende onderzoek; houdt iedere verdere beslissing aan.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:280 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-692/AL/GLD

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:287 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-956/AL/GLD

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:43 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/418320 KL RK 23-34

    Klager stelt zich op het standpunt dat het omgekeerd passeren alleen met zijn toestemming kon. De kamer overweegt op dit punt dat er geen regel of wet is, die omgekeerd passeren verbiedt. Het stond de notaris op zich zelf beschouwd vrij zo te handelen zonder instemming van klager en de notaris treft hier derhalve geen verwijt.De kamer weegt hierbij mee dat het hier niet gaat om een zogenaamde A-B-C-transactie, want er is hier niet één leveringsakte, maar er zijn er twee.Intussen was klager op grond van de koopovereenkomst wel verplicht de koopsom aan [V.] te betalen. Dat [V.] deze koopsom daarop heeft gebruikt om de eigen aankoop van de woning te financieren, staat hem vrij.De notaris valt bovendien niet tuchtrechtelijk te verwijten dat hij bij gebrek aan een overeenkomst tussen partijen op dit punt, niet heeft meegewerkt aan de door klager gewenste vervroegde levering.