Zoekresultaten 12611-12620 van de 45173 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:164 Raad van Discipline Amsterdam 20-304/A/A
- Datum publicatie: 27-07-2020
- Datum uitspraak: 20-07-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:164
Ongegronde klacht over de eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerder klager onjuist heeft voorgelicht over de TBS-wachttijden. Nu de opdrachtrelatie was beeindigd, lag het op de weg van de cassatieadvocaat om klager verder te informeren.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:158 Raad van Discipline Amsterdam 19-767/A/A
- Datum publicatie: 27-07-2020
- Datum uitspraak: 20-07-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:158
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de beslissing van de voorzitter te twijfelen. Hoewel de raad begrip heeft voor de door klaagster geschetste omstandigheden en voor de kennelijk ongewenste gevolgen van de echtscheiding voor klaagster en haar dochter, leveren deze geen bijzondere omstandigheid op om de overschrijding van de driejaarstermijn als bedoeld in artikel 46g, lid 1 onder a Advocatenwet toe te staan (verschoonbaar te achten). Juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:129 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200104
- Datum publicatie: 25-07-2020
- Datum uitspraak: 24-07-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:129
Appellant heeft zijn beroep ingetrokken. Het hof bepaalt de ingangsdatum van de schorsing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:130 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200053
- Datum publicatie: 25-07-2020
- Datum uitspraak: 24-07-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:130
Beroep inzake schorsing ex artikel 60ab advocatenwet. Verweerder is circa een half jaar geleden uit detentie ontslagen, zodat die grond (lid 2) voor de spoedshalve voorziening is vervallen. Het hof oordeelt ten aanzien van de spoedshalve schorsing in de zin van 60ab lid 1 dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn voor een onmiddellijk ingrijpen voor de periode dat de tuchtprocedure inzake het dekenbezwaar nog niet is afgerond. Verweerder heeft uitgebreid gemotiveerd dat hij tot inzicht is gekomen dat hij zich anders zal moeten opstellen en reageren en toegelicht hoe de incidenten konden gebeuren. Daarbij hebben het afgelopen half jaar, waarin het beroep bij het hof van discipline aanhangig was, geen incidenten plaatsgevonden en is de relatie met de vriendin van verweerder in rustiger vaarwater gekomen. De deken heeft in dit verband het door hem aangevoerde dreigende gevaar voor herhaling van strafbare feiten onvoldoende concreet gemaakt behalve door te verwijzen naar de gebeurtenissen in het verleden. Ook ten aanzien van de schending van de administratieplicht door verweerder oordeelt het hof dat de deken reden heeft tot zorg maar dat dit onvoldoende aanknopingspunten biedt voor onmiddellijk ingrijpen zonder de behandeling van het dekenbezwaar af te wachten. Het hof heft de schorsing op grond van 60ab Advocatenwet met onmiddellijke ingang op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/326
- Datum publicatie: 24-07-2020
- Datum uitspraak: 24-07-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:87
Klaagster heeft eenmalig de tandarts bezocht voor een behandeling aan haar voortand. Een maand later is die tand afgebroken. Klaagster verwijt de tandarts dat zij niet de zorg heeft verleend die klaagster van een zorgvuldig handelend tandarts mocht verwachten. Zo heeft de tandarts nagelaten klaagster van tevoren te informeren over de behandeling en de mogelijke risico's en over de voorzorgsmaatregelen voor ná de behandeling. Verder heeft de tandarts nagelaten een behoorlijke dossiervoering te hanteren. De tandarts heeft verweer gevoerd. Ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/380
- Datum publicatie: 24-07-2020
- Datum uitspraak: 24-07-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:88
klager verwijt verweerder, tandarts, die in het kader van een second opinion een rapport heeft opgesteld over de behandeling van en de situatie van klagers gebit, dit op een onjuiste en onzorgvuldige manier te hebben gedaan. Verweerder voert verweer. Gegrond berisping
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 181/2019
- Datum publicatie: 23-07-2020
- Datum uitspraak: 23-07-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:71
Klacht tegen gynaecoloog kennelijk ongegrond. Indien en voor zover beklaagde betrokken is geweest bij die videoconferentie in 2009 bestond er in ieder geval geen verplichting voor beklaagde om gegevens omtrent patiënte in een patiëntendossier bij te houden nu patiënte in behandeling was in een ander ziekenhuis. Dat de naam van beklaagde niet in het patiëntendossier van het andere ziekenhuis voorkomt kan beklaagde niet worden tegengeworpen. Van enige weigering van beklaagde om klaagster te spreken is het college niet gebleken.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 228/2019
- Datum publicatie: 23-07-2020
- Datum uitspraak: 23-07-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:78
Klacht tegen radioloog kennelijk ongegrond. Arts heeft vragen over onderzoeken beantwoord en patiënte geadviseerd daarover te spreken met behandelend arts. Geen plicht voor radioloog in casu verder onderzoek te initiëren. Dat ten aanzien van de verrichte onderzoeken, waarbij beklaagde alleen betrokken was bij de MRI van de onderbuik, geen sprake was van informed consent heeft klaagster dat niet onderbouwd noch is het college daarvan gebleken. Tweede klachtonderdeel onvoldoende onderbouwd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 182/2019
- Datum publicatie: 23-07-2020
- Datum uitspraak: 23-07-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:72
Klacht tegen chirurg kennelijk ongegrond. Het is feitelijk onjuist dat beklaagde patiënte heeft geopereerd zonder dat sprake was van informed consent. Gelet op de fase van opleiding en de aanwezigheid van de opleider/supervisor tijdens de operatie kon beklaagde als eerste operateur optreden. Beklaagde heeft patiënt en/of familie voldoende geïnformeerd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 231/2019
- Datum publicatie: 23-07-2020
- Datum uitspraak: 23-07-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:79
Klacht tegen patholoog kennelijk ongegrond. Dat de patholoog in een ander ziekenhuis een deels andere conclusie trekt bij de herbeoordeling twee jaar later doet niets af aan de zorgvuldige diagnostiek die bij de beoordeling van het biopt door beklaagde is betracht. Het door beklaagde verrichte onderzoek en zijn bevindingen zoals neergelegd in het verslag kunnen de tuchtrechtelijke toets doorstaan. Beklaagde heeft met zijn opmerking in het verslag aan de hoofdbehandelaar laten weten dat gelet op zijn bevindingen een controle werd geadviseerd. Het was niet aan beklaagde zelf om die controle zelf te initiëren. Dat ligt op de weg van de hoofdbehandelaar.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1261
- Pagina: 1262
- Pagina: 1263
- ...
- Pagina: 4518
- Volgende pagina zoekresultaten