Zoekresultaten 11991-12000 van de 45118 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/128
- Datum publicatie: 06-11-2020
- Datum uitspraak: 06-11-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:144
Klager verwijt de tandarts dat hij 1) heeft gemeld dat klager niet meer welkom was op de praktijk en klager onheus heeft bejegend, 2) klager te veel laat betalen, 3) weigert een kopie van het dossier aan klager te verstrekken en te weinig dan wel onjuiste informatie verstrekt, 4) niet op juiste wijze reageert op de klacht van klager. Verweerder heeft verweer gevoerd. Deels gegrond, berisping
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:24 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2020/10
- Datum publicatie: 05-11-2020
- Datum uitspraak: 05-10-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:24
Klaagster verwijt de notaris (kort gezegd) dat hij bij de financiële afwikkeling van de overdracht van de woning onzorgvuldig en partijdig heeft gehandeld en misbruik heeft gemaakt van de vervelende situatie waarin klaagster door de ex-echtgenoot was terechtgekomen. De klacht wordt door de kamer gedeeltelijk gegrond verklaard. Zo oordeelt de kamer dat de notaris een aantal posten ten onrechte bij klaagster in rekening heeft gebracht en dat de notaris een aantal posten zonder toestemming van klaagster in mindering heeft gebracht op de verkoopopbrengst van de woning. Verder heeft de notaris klaagster vooraf niet geïnformeerd over zijn uurtarief, heeft hij klaagster geen kostenindicatie verstrekt en heeft hij zonder rechtsgrond een bedrag in depot gehouden. De notaris heeft hiermee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Aan hem wordt de maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:21 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2020/13
- Datum publicatie: 05-11-2020
- Datum uitspraak: 05-10-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:21
Klager verwijt de notaris (kort gezegd) dat hij bij de afwikkeling van de overdracht van het registergoed onzorgvuldig en partijdig heeft gehandeld. De klacht valt uiteen in verschillende onderdelen. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard. De kamer is van oordeel dat de notaris klager tijdig een concept van de akte van levering heeft toegezonden. Verder heeft de kamer overwogen dat het enkele feit dat een concept-akte eventuele onjuistheden bevat, niet met zich brengt dat een notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Een concept-akte is immers niet voor niets een “concept”, wat betekent dat dit naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de partijen in de (uiteindelijke) akte nog kan worden aangepast. Dit laatste is op verzoek van klager ook gebeurd. Ten slotte is de kamer niet gebleken dat de notaris ongeoorloofde druk zou hebben uitgeoefend op klager en de echtgenote om mee te werken aan de levering.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:22 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2020/11
- Datum publicatie: 05-11-2020
- Datum uitspraak: 19-10-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:22
De klacht van het BFT valt uiteen in de volgende twee klachtonderdelen. 1. De notaris heeft acht appartementen in eigendom die hij verhuurt aan derden. Daarmee overtreedt de notaris het verbod om te handelen en te beleggen in registergoederen, zoals vastgelegd in artikel 17 lid 3 Wna. 2. De notaris heeft bedoelde acht appartementen deels gefinancierd met (externe hypothecaire) geldleningen. Daarmee overtreedt hij het verbod om leningen aan te gaan, zoals vastgelegd in artikel 23 lid 2 aanhef en sub a Wna. Ten aanzien van klachtonderdeel 1 is de kamer in het licht van de in de beslissing genoemde omstandigheden van oordeel dat de belegging in de appartementen past in een vermogensopbouw voor de oude dag en dat deze belegging voor de persoonlijke doeleinden van de notaris is toegestaan. Niet valt in te zien dat de onpartijdigheid of onafhankelijkheid van de notaris wordt of kan worden beïnvloed. Het BFT heeft daar ook geen concrete argumenten voor aangedragen. Gelet op het gemotiveerde verweer van de notaris heeft het BFT ook onvoldoende aanknopingspunten aangedragen ter onderbouwing van haar stelling dat de eer of het aanzien van het notarisambt wordt of kan worden geschaad, zodat de kamer hieraan voorbij gaat. Aangezien de kamer van oordeel is dat de notaris niet in strijd heeft gehandeld met artikel 17 lid 3 Wna, wordt klachtonderdeel 1 ongegrond verklaard. Ten aanzien van klachtonderdeel 2 is de kamer van oordeel dat de notaris de leningen in verband met de aankoop van de appartementen eveneens voor persoonlijke doeleinden is aangegaan. Aangezien de kamer van oordeel is dat de notaris niet in strijd heeft gehandeld met artikel 23 lid 2 aanhef en sub a Wna, wordt ook klachtonderdeel 2 ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:23 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/60
- Datum publicatie: 05-11-2020
- Datum uitspraak: 12-10-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:23
Klaagster verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig en partijdig heeft gehandeld. De klacht valt (kort gezegd) uiteen in de volgende twee klachtonderdelen. 1. De notaris heeft in strijd met de depotovereenkomst van 2 mei 2017 de helft van het depotbedrag aan de ex-echtgenoot uitgekeerd. 2. Nadat de notaris aan klaagster liet weten dat hij zijn verzekeraar had ingeschakeld, heeft de notaris niets meer van zich laten horen. Pas toen klaagster weer contact opnam met de notaris heeft hij te kennen gegeven dat de verzekeraar aansprakelijkheid had afgewezen. Ten aanzien van klachtonderdeel 1 heeft de kamer overwogen dat vaststaat dat de notaris en klaagster ieder een andere uitleg geven aan artikel 3 van de depotovereenkomst. Het is echter niet aan de kamer om te beoordelen welke interpretatie van deze bepaling juist is. Het oordeel hierover is voorbehouden aan de civiele rechter. Het gaat in deze tuchtprocedure om de vraag of de notaris - door in de gegeven omstandigheden over te gaan tot uitbetaling van de helft van het depotbedrag aan de ex-echtgenoot - heeft gehandeld in strijd met de door hem als behoorlijk handelend notaris te betrachten zorg. De kamer is van oordeel dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. De notaris was bekend met de door klaagster gegeven uitleg aan artikel 3 van de depotovereenkomst en met haar verzoek om ook de reactie van haar advocaat af te wachten. Zonder tegemoet te komen aan dit verzoek en zonder klaagster dus in de gelegenheid te stellen haar standpunt door een advocaat te laten toelichten, is de notaris op basis van de verklaring van de advocaat van de ex-echtgenoot binnen een paar dagen na zijn op 9 augustus 2019 kenbaar gemaakte voornemen daartoe tot uitkering van de depotgelden overgegaan. Daarmee is klaagster ten onrechte de mogelijkheid ontnomen om rechtsmaatregelen te treffen tegen de voorgenomen uitbetaling. Ten aanzien van klachtonderdeel 2 heeft de kamer overwogen dat het de notaris vrij staat om deze kwestie over te laten aan de verzekeraar. Echter, wanneer de notaris daartoe overgaat zonder aan klaagster de contactgegevens van zijn verzekeraar te verstrekken, ligt het op de weg van de notaris aan klaagster tijdig de nodige informatie te verstrekken over de verdere afhandeling door de verzekeraar. Dat heeft de notaris niet (eerder dan in dupliek) gedaan. Door klaagster in het ongewisse te laten en niet tijdig en voldoende te informeren handelt de notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar. De kamer heeft de klacht gegrond verklaard en aan de notaris de maatregel van waarschuwing opgelegd
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:133 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-181
- Datum publicatie: 04-11-2020
- Datum uitspraak: 30-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:133
Klacht over advocaat wederpartij. De betreffende uitlatingen van verweerder dienden ter duiding van de omstandigheden en waren in die zin functioneel voor de onderbouwing van de stellingen van verweerder over de huuropzegging. Hoewel het de voorkeur had verdiend als verweerder de opmerkingen zakelijker had geformuleerd, zijn ze niet tuchtrechtelijk verwijtbaar grievend. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:213 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190118H
- Datum publicatie: 04-11-2020
- Datum uitspraak: 02-11-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:213
Herzieningsverzoek afgewezen. Geen schending fundamentele rechtsbeginselen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:140 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-416
- Datum publicatie: 04-11-2020
- Datum uitspraak: 28-04-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:140
Verzetbeslissing. De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en rekening heeft gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:134 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-270
- Datum publicatie: 04-11-2020
- Datum uitspraak: 05-10-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:134
Verzetbeslissing. Klager heeft het verzet te laat – niet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van de voorzittersbeslissing – ingediend. Deze termijnoverschrijding is niet verschoonbaar. Verzet niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:214 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190158
- Datum publicatie: 04-11-2020
- Datum uitspraak: 02-11-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:214
Dat verweerder niet bereid was de zaak op basis van een toevoeging te doen, had uitdrukkelijker en beter met klager moeten worden besproken en vastgelegd. Verweerder had zich ook van een akkoordverklaring van klager moeten voorzien. Voorts is eenmalig een excessief bedrag gedeclareerd voor het wegbrengen van een processtuk en heeft verweerder ten onrechte tariefsverhogingen niet met klager gecommuniceerd. Verweerder heeft zich ten onrechte op een retentierecht beroepen. De klachtonderdelen die erop zien dat verweerder klager had moeten meedelen dat zijn medewerkster student-stagiaire was, verklaart het hof – anders dan de raad – ongegrond, omdat de medewerkster wel was afgestudeerd. Per saldo verklaart het hof van de 21 klachtonderdelen er 9 gegrond, waarvan één gedeeltelijk en de overige ongegrond en legt een waarschuwing op (bij de raad was het een berisping).
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1199
- Pagina: 1200
- Pagina: 1201
- ...
- Pagina: 4512
- Volgende pagina zoekresultaten