Zoekresultaten 10041-10050 van de 44805 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2021:95 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-117/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de Jeugdbescherming in een internationale kinderontvoeringszaak gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2021:89 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-116/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege een gebrek aan belang en voor het overige kennelijk ongegrond omdat verweerders uitlatingen vallen binnen de vrijheid van meningsuiting.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2021:6 Kamer voor het notariaat Den Haag 20-14

    Klager verwijt de notaris dat hij niet de belangen van alle partijen behartigd heeft en hij is onzorgvuldig geweest. Ook declareert de notaris excessief en beantwoord hij geen vragen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:87 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210063

    Artikel 13 beklag. Klager heeft veel stukken en e-mails over zijn problemen met de gemeente aan de deken toegezonden. Ondanks al deze overgelegde stukken is onvoldoende duidelijk welk gedrag klager de gemeente nu concreet verwijt, terwijl deze informatie nodig is om inzicht te krijgen in de juridische haalbaarheid ervan. De deken heeft dan ook terecht kunnen concluderen dat hij niet kan vast stellen of een procedure tegen de gemeente redelijke kans van slagen heeft. Het beklag wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2021:57 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 142/2020

    Klaagster is weduwe van patiënt. Patiënt is na een herseninfarct opgenomen in het ziekenhuis en aansluitend opgenomen in een revalidatiecentrum. Klaagster verwijt de neuroloog dat onder zijn verantwoordelijkheid is besloten tot een klinische revalidatie in een revalidatiecentrum zonder patiënt te informeren over de optie van een poliklinische revalidatie, zonder de besluitvorming gedegen vast te leggen en zonder klaagster te betrekken bij de besluitvorming. Klaagster deels niet-ontvankelijk. Patiënt was akkoord met opname in het revalidatiecentrum en in het dossier is geen aanknopingspunt te vinden voor het oordeel dat patiënt op enig moment ontevreden is geweest over het handelen van beklaagde ten aanzien van de opname. Klaagster kan niet worden geacht in zoverre de wil van de patiënt te vertegenwoordigen. Voor zover klaagster klaagt niet bij de besluitvorming betrokken te zijn geweest is de klacht ongegrond. Dat geldt ook voor zover klaagster de neuroloog verwijt dat hij een te afwachtend beleid heeft gevoerd toen zich (opnieuw) visusklachten voordeden bij patiënt.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2021:96 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-995/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over (voormalig) deken deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en deels kennelijk niet-ontvankelijk, omdat verweerder niet verantwoordelijk was voor het handelen waarover wordt geklaagd. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:94 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210016D

    Dekenbezwaar. Beroep op niet-ontvankelijkheid wegens verstreken klachttermijn ex 46g lid 1 onder a Advw faalt. Het hof oordeelt dat de deken een eigen bevoegdheid heeft om een bezwaar in het algemeen belang in te dienen in tegenstelling tot ieder ander die klaagt met een eigen persoonlijk belang, zoals degene die de deken ic heeft ingelicht. Het moment van bekendheid van de informant met de feiten wordt niet aan de deken toegerekend (geen rechtsopvolging). Het hof stelt vast dat verweerder in strijd met de kernwaarde onafhankelijkheid heeft gehandeld, omdat hij niet alleen namens zijn cliënten als advocaat is opgetreden maar hij had ook (al dan niet via aan hem gelieerde vennootschappen) in verschillende hoedanigheden eigen belangen bij de procedures die hij voor zijn cliënten voerde waardoor sprake was van (financiële) verwevenheid. Verder is het hof van oordeel dat verweerder met zijn bemoeienissen heeft gefaciliteerd dat de cliënt inkomsten/gelden buiten het zicht van de curator heeft kunnen houden en daarmee de kernwaarde integriteit heeft geschonden. Tot slot oordeelt het hof dat verweerder in de hoedanigheid van curator zijn eigen belang heeft gediend door een opdracht te geven aan een bedrijf waarvan hij zelf aandeelhouder is. Het hof legt de maatregel van schrapping op. Verweerder heeft geen benul wat de kernwaarden voor de advocatuur betekenen, wat wordt bevestigd door zijn handelen in vervolg op het dekenbezwaar, waarbij hij in de aansprakelijkheidsprocedures niet alleen voor cliënten maar ook voor zichzelf optreedt (schending kernwaarde partijdigheid). Bekrachtiging gegrondverklaring raad en vernietiging maatregel.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2021:7 Kamer voor het notariaat Den Haag 20-26, 20-27, 20-28

    Klaagster maakt de notarissen verwijten inzake de afwikkeling van een nalatenschap.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:88 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210143

    Kennelijk niet ontvankelijk hoger beroep, omdat het beroepschrift door de griffie van het hof is ontvangen nadat de beroepstermijn is verstreken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2021:93 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-353

    Advocaat beklaagt een advocaat. Klager heeft de belangen van een bedrijf behartigd in een civiel geschil met een in Iran gevestigd bedrijf. De wederpartij van klager werd aanvankelijk bijgestaan door advocaat T, die samenwerkte met haar broer, een jurist. Advocaat T heeft conservatoir bankbeslag ten laste van de cliënt van klager gelegd. Kort voor het verstrijken van de 30-dagentermijn heeft verweerster in opdracht van de jurist van het Iraanse bedrijf de cliënt van klager rauwelijks gedagvaard. Door als opvolgend advocaat niet zelf eerst de voorgenomen rechtsmaatregelen aan te kondigen aan haar wederpartij, heeft verweerster in strijd met regels 1 en 6 geen doelmatige behandeling van de zaak nagestreefd en klager en cliënt de mogelijkheid tot overleg onthouden. Dat verweerster als doorgeefluik voor de jurist en zijn cliënte heeft gefungeerd zonder voldoende eigen regie is voor de raad niet komen vast te staan. Geen regel verbood verweerster om de jurist als hulppersoon in te schakelen, om de inhoudelijke processtukken op zijn briefpapier op te laten stellen en daarin domicilie op zijn adres te kiezen. Verweerster heeft wel in strijd met de regels 1, 8 en 24 gehandeld door bij haar bekende informatie niet tijdig met klager te delen. Verder heeft verweerster zich niet betamelijk jegens klager, zijn cliënt en de rechtbank gedragen door in strijd met de waarheid in de door haar genomen akte te stellen dat haar cliënt de betaling had gedaan. Voorts heeft verweerster zich in strijd met regels 5 en 24 niet welwillend opgesteld tegenover klager door de schikkingsonderhandelingen over te laten aan de jurist en daarin niet de regie op zich te nemen en doordat verweerster in de appelprocedure niet heeft gereageerd op verzoeken van klager tot intrekking daarvan. De raad legt, ondanks het ontbreken van een tuchtrechtelijk verleden, aan verweerster een berisping op als signaal.