Zoekresultaten 31961-31970 van de 44846 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:39 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDwverzet880.2012

    Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klaagster zich er over dat de gerechtsdeurwaarder haar ex-echtgenoot onheus heeft bejegend bij het betekenen van het vonnis en de gerechtsdeurwaarder niet op een e-mail van en brief heeft gereageerd. De voorzitter heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De kamer verenigt zich met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW342.2013

    Aan een beslag onder een bank is geen beslagvrije voet verbonden. Het betreft geen beslag op een vordering tot periodieke betaling. Dit betekent echter niet dat een schuldeiser zich in het geheel geen rekenschap hoeft te geven van de gevolgen van het leggen van een dergelijk beslag. Er kunnen omstandigheden zijn waardoor degene ten laste van wie het beslag is gelegd als gevolg daarvan niet meer in staat zou zijn om in zijn primaire levensonderhoud te voorzien. Een beoordeling daarvan is aan de civiele rechter. Wel kan het zijn dat een beslag zo evident onrechtmatig is, dat de gerechtsdeurwaarder die desondanks het beslag heeft gelegd daarmee de normen van het tuchtrecht heeft overschreden. Dat is hier niet het geval. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:71 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet678.2013

    Beslissing op verzet. De Kamer verenigt zich met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:52 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet683.2012

    Beslissing op verzet. Verzet gedaan buiten de daarvoor geldende termijn. Verzet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:33 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW937.2012

    Uitgangspunt is dat de regeling van de beslagvrije voet een kwestie van groot maatschappelijk belang is. De wetgever heeft met die regeling willen waarborgen dat de beslagene in staat blijft om de kosten van de primaire levensbehoeften te voldoen. Er bestaat groot belang bij een tijdige en correcte vaststelling van een beslagvrije voet. De Kamer is van oordeel dat er geen tijdige herberekening van de beslagvrije voet heeft plaatsgevonden en er evenmin grote zorgvuldigheid is betracht. De voor een juiste berekening van de beslagvrije voet benodigde informatie is op 28 september 2012 door de gerechtsdeurwaarder ontvangen. Correcte herberekening vindt echter pas op 27 november 2012 plaats. In antwoord op een door klager bij de gerechtsdeurwaarder indiende klacht, wordt hem zelfs een rechtens onjuist standpunt medegedeeld dat eerst nadat klager een klacht bij de Kamer heeft ingediend wordt rechtgezet. Bovendien heeft deze reactie op de klacht niet binnen redelijke termijn plaatsgevonden. De Kamer acht deze gang van zaken tuchtrechtelijk laakbaar en legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:65 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet179.2013

    Beslissing op verzet. Tenuitvoerlegging buitenlands vonnis. Verleend verlof tot tenuitvoerlegging van het vonnis in strijd met BW? Bijsluiter bij vonnis. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:46 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet844.2012

    Beslissing op verzet. Uitleg overeenkomst en verrekening. De Kamer is het met de voorzitter eens voor wat betreft de uitleg van de overeenkomst. Dat is niet ter beoordeling van deze Kamer maar van de burgerlijke rechter. Het verzet wordt met betrekking tot de verrekening gegrond verklaard. De klacht daarover wordt ook gegrond verklaard. Blijkens vaste jurisprudentie (zie beslissing) is het een gerechtsdeurwaarder niet toegestaan om te verrekenen indien het - zoals hier - gaat om ontvangsten in de ene zaak, die worden verrekend met kosten in een andere zaak. Een dergelijke verrekening verdraagt zich immers niet met het karakter en de bedoeling van de zogeheten kwaliteitsrekening aangezien de rechthebbenden op de binnengekomen gelden andere klanten van klaagster zijn dan de klanten waarvoor kosten verschuldigd zijn. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:9 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet265.2013

    Beslissing op verzet. De Kamer verenigt zich met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:78 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet388.2013

    Beslissing op verzet. De Kamer verenigt zich met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:59 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet48.2013

    Beslissing op verzet. Beslagvrije voet. De kamer is het niet met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet gegrond. Tot uitgangspunt dient dat als de debiteur wordt verzocht om op te geven hoeveel het inkomen van zijn of haar partner bedraagt en de debiteur doet dat niet, dan koppelt de wet daar de sanctie aan van halvering van de beslagvrije voet. De beslagvrije voet mag dus alleen worden gehalveerd indien het inkomen van de partner niet wordt opgegeven. Als de debiteur zijn of haar eigen inkomsten niet (of niet juist) opgeeft, ontbreekt een sanctie. De wetgever heeft deze sanctie uitdrukkelijk niet in de wet willen opnemen. Van halvering van de beslagvrije voet op grond van dit artikel kan alleen sprake zijn, indien de deurwaarder een redelijk vermoeden heeft dat de debiteur een partner heeft. Indien evident is dat als de debiteur alleenstaand is, mag de beslagvrije voet nooit worden gehalveerd. Uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde productie 2 bij zijn pleitnota blijkt dat klaagster bij brief van 6 februari 2012 de gerechtsdeurwaarder een ingevuld formulier inkomsten en uitgaven heeft toegezonden. Daarmee heeft klaagster dus voldaan aan het verzoek opgave te doen van haar bronnen van inkomsten. In dat formulier staat vermeld dat klaagster een eenoudergezin met drie kinderen vormde. Bij de inkomsten van de man staat dan ook begrijpelijkerwijze niets ingevuld. Klaagster was gescheiden en had geen partner aan wie samen met haar gezinsbijstand zou kunnen toekomen. Dat de gerechtsdeurwaarder een redelijk vermoeden had dat klaagster een partner had, en waar dat vermoeden op was gebaseerd, is door hem niet gesteld. Er is ook niet gebleken dat klaagster geen informatie wilde verstrekken. De gerechtsdeurwaarder heeft de beslagvrije voet naar eigen zeggen gehalveerd omdat volgens hem door klaagster het formulier onvolledig en niet juist was ingevuld. Daarop staat geen sanctie en kan dus geen grond opleveren om de beslagvrije voet te halveren. De beslissing van de voorzitter wordt vernietigd en de klacht wordt gegrond verklaard. Maatregel van berisping opgelegd.