Zoekresultaten 821-830 van de 44039 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:106 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/749104 / DW RK 24/150 MdV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarders misbruik maken van hun recht om beslag te leggen op bankrekeningen van klager. Er is geen vonnis van de rechtbank, akte of contract waaruit blijkt dat klager een schuld heeft bij de schuldeiser. Het onderzoek in verzet heeft niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmee de kamer zich verenigt. Het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:253 Hof van Discipline 's Gravenhage 240011

    Bekrachtiging beslissing raad. Klacht over gebrekkige dienstverlening in strafzaken ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:107 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747462 / DW RK 23/102 MdV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder vanuit het niets beslag op zijn inkomen heeft gelegd. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:236 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-208/AL/GLD

    Klagers beklagen zich over een (voormalig) kantoorgenoot van de (voormalige) eigen advocaat. In de door klagers over de eigen advocaat ingediende klacht doet de raad gelijktijdig uitspraak (24-209/AL/GLD). Klagers zijn door de kantoorgenoot van verweerder jarenlang bijgestaan in een fiscaal-strafrechtelijke procedure. Verweerder is bij deze kwestie betrokken geraakt in zijn hoedanigheid van bestuurder van het advocatenkantoor en tevens collega-advocaat. Verweerder heeft aan de voortzetting van de rechtsbijstand aan klagers de voorwaarde verbonden dat klagers eerst de achterstallige declaraties moesten betalen. Verweerder heeft zekerheden van klagers geëist ter dekking van de openstaande declaraties. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder in de specifieke omstandigheden van het geval ontoelaatbare druk op klagers uitgeoefend om tot betaling van de declaraties over te gaan of daarvoor zekerheid te stellen. Verweerder heeft de kwestie als een doorsnee incasso aangemerkt en heeft daarbij alle middelen die hij had ingezet, voorbijgaand aan het feit dat het om een cliënte ging, die bovendien reeds veel had betaald, die nog een lopende zaak had en voor wie de beslagleggingen bij het bedrijf en in privé tot veel schade leidde, en eens te meer voor wie de faillissementsaanvraag van de vennootschap desastreuze gevolgen had. Verweerder heeft zich van dit alles geen rekenschap gegeven, althans dat blijkt nergens uit en dat had wel van hem mogen worden verwacht. Hierbij verdient vermelding dat deze raad de declaraties van zijn collega-advocaat in de parallelle zaak als excessief heeft aangemerkt, hetgeen des te navranter maakt dat verweerder alle mogelijke middelen heeft ingezet om deze te innen. Klacht in zoverre gegrond. Voorwaardelijke schorsing van 6 weken.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:198 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6893

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat hij geen gevolg heeft gegeven aan zijn verzoek om uitschrijving uit de praktijk. De huisarts heeft geen gevolg aan dat verzoek gegeven omdat klager nog niet door een andere huisarts was geaccepteerd. Het college merkt op dat het overschrijven naar een andere huisartsenpraktijk niet na enkel een (telefonisch) verzoek van een patiënt daartoe kan worden gedaan. Een patiënt kan pas worden overgeschreven wanneer de andere huisarts de patiënt accepteert. Het college komt tot het oordeel dat de huisarts zorgvuldig heeft gehandeld. Nog los van de omstandigheid dat de wijze waarop klager om uitschrijving heeft gevraagd geen blijk geeft van een weloverwogen besluit, had klager nog geen contact met een andere huisarts opgenomen om te onderzoeken of hij daar zou worden geaccepteerd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:161 Raad van Discipline Amsterdam 24-535/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat. Niet gebleken is dat verweerder klagers belangen ter zitting onvoldoende heeft behartigd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:157 Raad van Discipline Amsterdam 24-534/A/A 24-542/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening; Van schending van de geheimhoudingsplicht is ook niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:158 Raad van Discipline Amsterdam 24-614/A/NH

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Verweerder heeft zich niet onnodig grievend over klager uitgelaten.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:195 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6621

    Gegronde klacht tegen een huisarts. De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat de huisarts aan klaagster medicatie heeft voorgeschreven met een contra-indicatie bij zwangerschap en borstvoeding - terwijl klaagster zwanger was. Zoals de huisarts ook zelf heeft erkend, heeft zij zeven fluconazol capsules 150 mg voorgeschreven aan klaagster terwijl dat gecontra-indiceerd was vanwege de zwangerschap van klaagster. Hiermee staat vast dat de klacht gegrond is. Het college ziet desondanks geen aanleiding om de huisarts een maatregel op te leggen. Daarbij heeft het college in aanmerking genomen dat de huisarts, op het moment dat zij erachter kwam dat zij een fout had gemaakt, haar verantwoordelijkheid heeft genomen. Zij is in gesprek gegaan met klaagster en heeft haar excuses gemaakt. Verder heeft de huisarts contact opgenomen met de apotheek om te overleggen hoe dit heeft kunnen gebeuren. Daarnaast heeft de huisarts een melding gemaakt in het VIM-systeem (Veilig Incident Melden) van de praktijk en de gebeurtenis besproken met collega’s. De huisarts heeft verschillende verbetermaatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Bovendien heeft de huisarts aangegeven lering te hebben getrokken uit wat er is gebeurd. Gelet hierop is het tuchtcollege van oordeel dat het opleggen van een maatregel geen redelijk tuchtrechtelijk doel dient.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:159 Raad van Discipline Amsterdam 24-564/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege het overschrijden van de vervaltermijn van drie jaar.