ECLI:NL:TGDKG:2024:155 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/753663 / DW RK 24/251 LV/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:155
Datum uitspraak: 20-12-2024
Datum publicatie: 27-01-2025
Zaaknummer(s): C/13/753663 / DW RK 24/251 LV/RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke beslissing is de juiste maatstaf toegepast, klachten kunnen niet worden gericht tegen een medewerker van de gerechtsdeurwaarder.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 20 december 2024 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 25 juni 2024 met zaaknummer C/13/747103 / DW RK 24/90 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/753663 / DW RK 24/251 LV/RH ingesteld door:

[..],

gevestigd te [..],

klager,

tegen:

[..],

gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde.

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij e-mail met bijlagen, ingekomen op 27 februari 2024, aangevuld op 22 april 2024, heeft klager een klacht ingediend tegen een medewerker van de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 30 april 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd.

Bij beslissing van 25 juni 2024 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 27 juni 2024. Bij e-mail van 2 juli 2024 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 15 november 2024. Klager en de gerechtsdeurwaarder zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. De uitspraak is bepaald op 20 december 2024.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

- op 1 september 2021 is bij notariële akte een geldleningsovereenkomst afgesloten tussen klager en [..]., uitgebreid met een extra lening op 8 april 2022;

- op 1 september 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder een opdracht ter incasso van terugbetaling van geleende gelden ontvangen van [..].;

- op 23 oktober 2023 heeft klager gesteld te hebben voldaan aan alle voorwaarden van de overeenkomst;

- op 23 oktober 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager meegedeeld dat de achterstand in de betalingen € 47.234,10 bedraagt;

- op 1 december 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat alvorens een regeling te bespreken € 12.000 overgemaakt moet worden;

- op 1 februari 2024 heeft de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat de totale vordering € 38.487,92 bedraagt;

- op 8 februari 2024 heeft de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat zijn cliënte zowel het faillissement van klager privé als dat van [..] zal aanvragen;

- op 19 februari 2024 is aan klager nogmaals een berekening gestuurd van de achterstallige betalingen en meegedeeld dat het verzoekschrift tot faillietverklaring zal worden opgesteld door de advocaat van de opdrachtgever.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.

a. De heer [..] heeft een faillissementsaanvraag ingediend tegen [..] terwijl deze volgens de overeenkomst geen schuldenaar meer is. Klager is alleen hoofdelijk aansprakelijk, omdat een derde van de geldlening is voldaan waardoor klagers holding de opvolger is geworden. Dit is herhaaldelijk kenbaar gemaakt maar hieraan is geen gehoor gegeven.

b. Klager was akkoord met het voorstel van 19 februari 2024. Hij heeft direct kenbaar gemaakt dat hij op 27 februari de vordering zou voldoen en een week later het restant van de rente, ondanks het feit dat [..] geen schuldenaar meer is. Toch is het faillissementsverzoek ingediend dat gepland staat op 12 maart 2024. Herhaaldelijk heeft klager op 17 februari 2024 verzocht om uitsluitsel over de hoogte van de rente omdat de vordering eerst € 47.000 bedroeg en later € 34.570,17.

c. Klager vermoedt dat sprake is van partijdigheid vanwege de vriendschappelijke relatie tussen de heer [..] en de geldschieter, wat mogelijk heeft geleid tot onrechtmatig handelen.

d. De voortdurende misleiding en gebrek aan medewerking heeft een aanzienlijke belasting op klager gelegd;

e. Nagelaten is de overeengekomen termijn van drie maanden na bekendmaking van de volledige opvordering te respecteren.

f. De heer [..] heeft verwarring gecreëerd door op een schikkingsvoorstel te reageren alsof de klacht betrekking had op het dossier [..].

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders en degene die is toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid bedoelde opleiding, onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen een medewerker van een gerechtsdeurwaarderskantoor. Gebleken is dat [..], tegen wie de klacht is gericht, geen gerechtsdeurwaarder is. Noch uit het klachtschrift, noch uit het verweerschrift kan worden opgemaakt

welke gerechtsdeurwaarder voor de beklaagde handelingen

verantwoordelijk is. Om die reden wordt de (enige) aan het kantoor verbonden

gerechtsdeurwaarder aangemerkt als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de

beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van

tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de

Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 Ten aanzien van klachtonderdelen a. en e. wordt het volgende overwogen. Het betreft hier een klacht ten aanzien van de tenuitvoerlegging van een aan de gerechtsdeurwaarder ter hand gestelde executoriale titel. Bij een geschil met betrekking tot de tenuitvoerlegging van een executoriale titel geeft artikel 438 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering een algemene regeling. Krachtens deze bepaling dienen geschillen met betrekking tot de executie voorgelegd te worden aan de bevoegde (executie)rechter. Het tuchtrecht biedt daarvoor niet de geëigende weg.

4.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b. wordt overwogen dat niet de gerechtsdeurwaarder een verzoek tot faillissement heeft ingediend. De gerechtsdeurwaarder heeft in zijn e-mails aan klager duidelijk meegedeeld dat de advocaat van de opdrachtgever het faillissementsverzoek heeft ingediend. Dit klachtonderdeel mist dus feitelijke grondslag.

4.4 Ten aanzien van klachtonderdelen c. en d. wordt overwogen dat artikel 11 van de Gerechtsdeurwaarderswet voorschrijft dat op een gerechtsdeurwaarder een ministerieplicht rust indien hem wordt verzocht een titel ten uitvoer te leggen. De gerechtsdeurwaarder heeft dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de titel te executeren. Ten aanzien van klagers stelling dat er sprake zou zijn van een vriendschappelijke relatie tussen de geldschieter en (de medewerker van) de gerechtsdeurwaarder op grond waarvan onrechtmatig zou zijn gehandeld en klager zou zijn misleid, geldt dat klager zijn stellingen niet nader heeft onderbouwd. Daarmee bestaat onvoldoende grond om tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de gerechtsdeurwaarder vast te stellen.

4.5 Over klachtonderdeel f. kan niet worden geoordeeld, nu de correspondentie over een schikkingsvoorstel en de reactie van (de medewerker van) de gerechtsdeurwaarder ontbreekt.

4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat meermalen iemand anders naar voren is geschoven in dit dossier. De heer [..] is echter degene die verantwoordelijk is voor het dossier. Degene die in de beslissing staat is klager volkomen onbekend. De kamer wordt misleid.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Zoals in de bestreden beslissing is vastgesteld is de heer [..] geen gerechtsdeurwaarder. Klachten kunnen op grond van de Gerechtsdeurwaarderswet alleen worden ingediend tegen gerechtsdeurwaarders. Aangezien [..] de enige gerechtsdeurwaarder is bij [..] Gerechtsdeurwaarders & Incasso wordt de klacht geacht tegen hem te zijn gericht. De werkzaamheden waar de klacht op ziet hebben onder verantwoordelijkheid van [..] plaatsgevonden. De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer tot een andere beslissing komt. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

6.2 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. L. Voetelink, plaatsvervangend-voorzitter, mr. J.H.J. Evers en mr. O.J. Boeder, leden, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 december 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.