Zoekresultaten 25361-25370 van de 44966 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2016:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-319
- Datum publicatie: 12-01-2016
- Datum uitspraak: 12-01-2016
- ECLI:NL:TGZRSGR:2016:7
Klacht tegen een (BMA-)arts. Medische adviezen ten behoeve van IND inzake geschiktheid klager om te worden gehoord in verband met aanvraag tot verblijf in Neder land. Verwijt klager: onvoldoende onderzoek door arts, onvoldoende onderbouwing advies en onjuiste conclusie dat klager kon worden gehoord. Werkinstructie IND. Protocol Medisch advies Horen en Beslissen. Vereisten rapportage. Oordeel: handelwijze arts in overeenstemming met de normen. Arts kon in redelijkheid concluderen dat klager kon worden gehoord. Motivering adviezen voldoende. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2016:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/239
- Datum publicatie: 12-01-2016
- Datum uitspraak: 12-01-2016
- ECLI:NL:TGZRAMS:2016:1
Klaagster verwijt de gynaecoloog dat deze de bij klaagster verrichte laparoscopische sterilisatie niet lege artis heeft verricht door de trocart te diep in te brengen. Als gevolg hiervan is bij klaagster een blaasperforatie opgetreden. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2016:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/452
- Datum publicatie: 12-01-2016
- Datum uitspraak: 12-01-2016
- ECLI:NL:TGZRAMS:2016:2
Klager is door de huisarts doorverwezen naar het ziekenhuis in verband met schouderklachten. Als werkdiagnose is - na overleg met verweerder - het thoracic outlet syndroom gesteld. Aan klager is mensendieck geadviseerd en er is een MRI-scan aangevraagd, welke op 22 september 2014 heeft plaatsgevonden. Verweerder heeft klager vervolgens op 23 oktober 2014 gezien. Diagnose TOS is niet bevestigd. Op 24 december 2014 is in een ander ziekenhuis een slijmbeursontsteking geconstateerd, waarna klager na een cortisoninjectie geen klachten meer ervoer. Klager verwijt verweerder (eind)verantwoordelijk te zijn voor het stellen van een verkeerde diagnose, alsmede dat klager niet teruggeroepen is, nadat de verkeerde diagnose bekend werd. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2016:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-203
- Datum publicatie: 12-01-2016
- Datum uitspraak: 12-01-2016
- ECLI:NL:TGZRSGR:2016:4
Klacht van bedrijfsartsen tegen bedrijfsarts/stafarts van hun organisatie. Handelen in strijd met het algemeen belang van de individuele gezondheidszorg en schending van het beroepsgeheim door te accepteren dat casemanagers meer medische vragen stellen aan zieke werknemers dan onder de verlengde-armconstructie is toegestaan. Medische adviezen door de casemanagers. Voorts verwijt dat de stafarts de autonomie van de ingehuurde bedrijfsartsen schendt en oncollegiaal en onzorgvuldig handelt jegens deze bedrijfsartsen. Oordeel: Klachtgerechtigdheid: klagers klachtgerechtigd als collega’s van de arts, want concreet eigen belang, te plaatsen in kader van individuele gezondheidszorg. Inhoudelijk: Risico voor professionele autonomie van bedrijfsartsen, hun beroepsgeheim en de kwaliteit van de medische verzuimbegeleiding van zieke werknemers, nu de casemanagers niet onder hun gezag werken. NVAB Leidraad Casemanagement bij ziekteverzuimbegeleiding juni 2013. Handelen casemanagers in strijd met adviezen bedrijfsarts. Taak bedrijfsarts/stafarts bij adviseren management, inrichting en organisatie van delegeren van taken bedrijfsartsen. Communicatie met klagers over incidenten. Handelen arts wel voor verbetering vatbaar, maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2016:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-269
- Datum publicatie: 12-01-2016
- Datum uitspraak: 12-01-2016
- ECLI:NL:TGZRSGR:2016:5
Klacht tegen een verzekeringsarts (bezwaar en beroep), verbonden aan een UWV. (1) Aanduiding contact voor verzekeringsgeneeskundig onderzoek als ‘hoorzitting’. Klaagster daardoor in verwarring en voelt zich misleid. Oordeel: aanduiding ‘hoorzitting’ onjuist en verwarring wekkend, maar niet ernstig genoeg voor tuchtrechtelijk verwijt. Klacht afgewezen. (2) Voorts verwijt dat de arts in zijn rapport vermeldt dat er lichamelijk onderzoek heeft plaatsgehad, terwijl dat niet het geval was. Gegrond: Er was geen lichamelijk onderzoek geweest. Van een onderzoek en de bevindingen daarvan had de arts dus geen melding mogen maken in zijn rapport. Waarschuwing volstaat, omdat arts onjuistheid inziet en zelf maatregel heeft getroffen ter vermijding van herhaling.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2016:2 Raad van Discipline Amsterdam 15-173NH
- Datum publicatie: 11-01-2016
- Datum uitspraak: 05-01-2016
- ECLI:NL:TADRAMS:2016:2
15-173NH Herstebeslissing m.b.t. beslissing 15 december 2015
-
ECLI:NL:TACAKN:2016:4 Accountantskamer Zwolle 15/1432 Wtra AK
- Datum publicatie: 11-01-2016
- Datum uitspraak: 11-01-2016
- ECLI:NL:TACAKN:2016:4
In daags voor de zitting ingekomen verduidelijking van de klacht wordt aangevoerd dat betrokkene zich had dienen te realiseren voor welk doel de uitkomsten van zijn werkzaamheden gebruikt zouden worden. Deze stellingen kunnen niet worden beschouwd als een te late en daarom ongeoorloofde uitbreiding van de klacht, omdat de deugdelijkheid van verrichte werkzaamheden altijd mede moet worden beoordeeld aan de hand van de gemaakte afspraken over het doel van die werkzaamheden en over de beperkingen die mogelijk aan die werkzaamheden of de uitkomst daarvan kleven. Het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid brengt mee dat een accountant, die werkzaamheden op zich neemt, zich ten allen tijde, voordat hij met die werkzaamheden aanvangt en ongeacht of die werkzaamheden onder enige standaard vallen, rekenschap geeft van en volstrekte duidelijkheid schept over het doel daarvan. Betrokkene heeft dat niet gedaan. Van betrokkene had voorts gevergd kunnen worden dat hij schriftelijk duidelijk had gemaakt dat hij indicatieve waarderingen en conceptberekeningen had vervaardigd. Ook als kennis wordt gegeven van indicatieve waarderingen van ondernemingen en van conceptberekeningen, moet, als er meer methoden bestaan om een onderneming te waarderen, op heldere wijze uiteen worden gezet welke methode is gehanteerd en waarom voor een bepaalde methode is gekozen, hoe een (concept)berekening tot stand is gekomen en welke gegevens daarbij in aanmerking zijn genomen en welke aannames daarbij zijn gehanteerd. Als er voor een voldragen waardering en berekening nog onvoldoende gegevens beschikbaar zijn, moet dat uiteraard vermeld worden. Berisping.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2015:27 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2015/43
- Datum publicatie: 11-01-2016
- Datum uitspraak: 16-12-2015
- ECLI:NL:TNORSHE:2015:27
Notaris stelt volmacht op waarbij moeder, die inmiddels is opgenomen in een woonzorgcentrum, een algemene volmacht verleent aan alle vier haar kinderen. De onderlinge verhouding tussen de kinderen was al verstoord en er ontstaat (onder meer) onenigheid over de in de volmacht opgenomen “doorgeefclausule”. Vraag of notaris voldoende zorgvuldigheid heeft betracht en voldoende uitleg heeft gegeven. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2016:5 Accountantskamer Zwolle 15/1430 Wtra AK
- Datum publicatie: 11-01-2016
- Datum uitspraak: 11-01-2016
- ECLI:NL:TACAKN:2016:5
Accountant stelt in opdracht van een cliënt ter ondersteuning van diens standpunt in een civiel geschil met een ex-cliënt van betrokkene een op Standaard 4400 NVCOS gebaseerd rapport op. Die ex-cliënt dient daarover een klacht in. Gegrond is het onderdeel van de klacht dat betrokkene vanwege de aan de orde zijnde bedreigingen voor de naleving van de fundamentele beginselen, in het bijzonder de objectiviteit, zichtbaar toepassing had moeten geven aan het in de artikelen 20 tot en met 22 VGBA bedoelde toetsingskader. Eveneens zijn gegrond de onderdelen van de klacht die zien op de vorm van de rapportage en de daarbij gebruikte bewoordingen. Betrokkene had in zijn rapport tegenstrijdige bewoordingen moeten vermijden, terwijl het gebruik van het begrip ‘feitelijke bevindingen’ in de gegeven omstandigheden niet was aangewezen, een en ander in verband met het gegeven dat betrokkene wist dat zijn rapport door zijn cliënt zou worden ingebracht in de inmiddels aanhangige civiele procedure tegen de ex-cliënt. Voor zover wordt geklaagd over de inhoud van het rapport is niet komen vast te staan dat de door betrokkene gepresenteerde aansluiting geen deugdelijke grondslag had. In zoverre is de klacht ongegrond. Volgt maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2016:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1538b
- Datum publicatie: 11-01-2016
- Datum uitspraak: 11-01-2016
- ECLI:NL:TGZREIN:2016:2
Verpleegkundige, werkzaam in de thuiszorg, wordt verweten dat zij klager zijn ochtendmedicatie niet heeft gegeven en klager en zijn echtgenote voor leugenaar heeft uitgemaakt. Verpleegkundige heeft voldaan aan de op haar rustende zorgplicht. Niet kan worden vastgesteld of en wanneer de door klager gestelde uitlatingen zijn gedaan. Ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 2536
- Pagina: 2537
- Pagina: 2538
- ...
- Pagina: 4497
- Volgende pagina zoekresultaten