ECLI:NL:TNORSHE:2015:27 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2015/43

ECLI: ECLI:NL:TNORSHE:2015:27
Datum uitspraak: 16-12-2015
Datum publicatie: 11-01-2016
Zaaknummer(s): SHE/2015/43
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Notaris stelt volmacht op waarbij moeder, die inmiddels is opgenomen in een woonzorgcentrum, een algemene volmacht verleent aan alle vier haar kinderen. De onderlinge verhouding tussen de kinderen was al verstoord en er ontstaat (onder meer) onenigheid over de in de volmacht opgenomen “doorgeefclausule”. Vraag of notaris voldoende zorgvuldigheid heeft betracht en voldoende uitleg heeft gegeven. Klacht ongegrond.

Klachtnummer : SHE/2015/43

Datum uitspraak : 16 december 2015

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ’s-HERTOGENBOSCH

De kamer voor het notariaat neemt de volgende beslissing naar aanleiding van de klacht van

mevrouw [klaagster 1],

wonende in [woonplaats], en

mevrouw [klaagster 2],

wonende in [woonplaats],

tegen

notaris de heer mr. [notaris] (hierna: de notaris),

gevestigd in [vestigingsplaats].

1. De procedure

1.1. Bij brief van 22 juni 2015 heeft mevrouw [klaagster 1], mede namens haar moeder mevrouw [klaagster 2] (hierna: moeder), een klacht geformuleerd tegen de notaris. De klacht is op 29 juni 2015 binnengekomen bij de kamer voor het notariaat (hierna: de kamer).

1.2. De notaris heeft op de klacht geantwoord, waarna de plaatsvervangend voorzitter van de kamer de klacht heeft verwezen naar de volle kamer.

1.3. Op 9 oktober 2015 heeft de kamer een brief (met bijlage) ontvangen van de notaris. Een kopie daarvan is door de kamer toegezonden aan mevrouw [klaagster 1], waarbij is meegedeeld dat mogelijke bezwaren tegen de inhoud van de brief nader uiteen zouden kunnen worden gezet tijdens de mondelinge behandeling.

1.4. De kamer heeft de klacht behandeld op 19 oktober 2015. Mevrouw [klaagster 1] (hierna ook: klaagster) is ter zitting verschenen. Mede namens haar moeder heeft zij hun standpunt toegelicht, onder meer aan de hand van pleitaantekeningen. De notaris is eveneens ter zitting verschenen en heeft zijn standpunt toegelicht.

1.5. Aan het einde van de mondelinge behandeling heeft de kamer de notaris in de gelegenheid gesteld meer informatie te verstrekken over zijn handelwijze. Bij brief (met bijlagen) van 20 oktober 2015 heeft de notaris de kamer nader geïnformeerd, waarna klaagster in de gelegenheid is gesteld op de inhoud van de door de notaris overgelegde stukken te reageren. Haar reactie (met bijlagen) is door de kamer ontvangen op 12 november 2015. Een kopie daarvan is aan de notaris toegezonden.

2. De feiten

2.1. Moeder (geboren op [datum] 1931) is gehuwd geweest met de heer [naam] (hierna: vader). Uit hun huwelijk zijn vier kinderen geboren, te weten de heer [naam] ([X]), de heer [naam] ([Y]), mevrouw [naam] ([Z]) en klaagster.

2.2. Nadat vader en moeder hun agrarische bedrijf in 2000 hadden beëindigd, is onenigheid ontstaan tussen klaagster enerzijds en haar broers en zuster anderzijds over de mogelijke eigendomsoverdracht van onroerende zaken (boerderij en landbouwgronden) door vader en moeder aan de kinderen. Sindsdien hebben klaagster en haar broers en zuster niet of nauwelijks contact met elkaar gehad. Wel had klaagster frequent contact met moeder, waarbij was afgesproken dat haar broers en zuster daarbij niet aanwezig zouden zijn.

2.3. Vader is in 2009 overleden. Hij had een testament gemaakt, houdende een ouderlijke boedelverdeling. Moeder en de vier kinderen waren allen erfgenaam. Na het overlijden van vader is moeder in de boerderij blijven wonen. In de loop van de jaren zijn de onderlinge familieverhoudingen verder verslechterd. Omdat moeder wilde weten of het verstandig was om bij leven eigendom over te dragen aan de kinderen heeft klaagster in 2011 een bespreking gehad met de notaris. Bij brief van 29 april 2011 heeft de notaris klaagster geïnformeerd over juridische en fiscale consequenties van eigendomsoverdracht bij leven en heeft hij gewezen op alternatieven.

2.4. In december 2013 is moeder ten val gekomen, waarbij zij (onder meer) hoofdletsel heeft opgelopen. In verband daarmee is zij in een ziekenhuis opgenomen. Op 7 maart 2014 is moeder neuropsychologisch onderzocht; in het onderzoeksrapport wordt vermeld dat testonderzoek stoornissen op het gebied van geheugen en de uitvoerende functies objectiveert en dat sprake is van een stoornis in de inprenting. “Concluderend is het ziektebeeld samen te vatten als een dementieel beeld met een gemengde etiologie (alzheimer en vasculair)”, aldus de rapporterend psycholoog.

2.5. De notaris heeft op 25 maart 2014 een bespreking gehad “over mevrouw [klaagster 2]”, aldus een aantekening in het door de notaris overgelegde logboek. Daaruit blijkt niet met wie hij dit gesprek heeft gevoerd.

2.6. Op 18 april 2014 is moeder geplaatst op de gesloten afdeling van een woonzorgcentrum in [woonplaats].

2.7. Klaagster en haar broer [X], die daarbij mede als vertegenwoordiger van [Y] en [Z] optrad, hebben op 16 mei 2014 een bespreking gehad met de notaris in verband met de situatie waarin moeder was komen te verkeren. De notaris was ermee bekend dat moeder in een woonzorgcentrum was opgenomen en hij wist dat de familieverhoudingen gespannen waren. Tijdens het gesprek hebben klaagster en [X] aan de notaris te kennen gegeven dat moeder het belangrijk vond dat alle vier de kinderen gezamenlijk gevolmachtigd zouden worden om in haar belang alle nodige handelingen te kunnen verrichten. Naar aanleiding van dat gesprek heeft de notaris een concept van een algemene volmacht opgesteld in de zin van artikel 3:62 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW), alsmede een medische volmacht in de zin van artikel 7:465 lid 3 BW voor het geval medische hulpverleners moeder niet meer in staat achten tot een redelijke waarneming van haar belangen. In het concept was opgenomen dat de vier kinderen de volmacht slechts gezamenlijk konden uitoefenen. Verder was daarin de volgende bepaling (hierna: doorgeefclausule) opgenomen:

“DOORGEVEN VOLMACHT

Iedere gevolmachtigde is bevoegd de aan hem verleende volmacht aan een of meerdere andere gevolmachtigde(n) te verlenen.”

2.8. Bij brief van 6 juni 2014 heeft de notaris dit concept toegezonden aan “Familie [naam klaagster 2] ” op het adres [adres] in [woonplaats]. Dit is het adres van de boerderij, waar moeder voor haar opname woonde. In de begeleidende brief wordt (onder meer) toegelicht dat als gevolg van de volmacht alle kinderen slechts gezamenlijk bevoegd zullen zijn. “Wel kunnen de kinderen onderling (met instemming van alle kinderen) een verdeling van de werkzaamheden maken waardoor een of meerdere kinderen bevoegd worden om de volmachtgeefster te vertegenwoordigen bij dagelijkse (rechts)handelingen”, aldus de notaris.

2.9. Op 16 juni 2014 heeft de notaris moeder in het woonzorgcentrum bezocht. Tijdens dit gesprek zijn klaagster en [X] telkens aanwezig geweest. Nadat de notaris met moeder had gesproken over de inhoud van de volmacht heeft zij deze ondertekend. Tijdens dat gesprek heeft de notaris mede aan de orde gesteld dat het naar zijn mening verstandig was om de (inmiddels leegstaande) boerderij te gaan verkopen en het vermogen van moeder te gaan overdragen aan de kinderen.

2.10. Bij brief van 17 juni 2014 is een afschrift van de akte van volmacht toezonden aan genoemd adres in [woonplaats], geadresseerd aan moeder.

2.11. Eind augustus 2014 heeft de notaris een bespreking gehad met alle kinderen, waarbij hij onder meer heeft voorgesteld de aan moeder toebehorende onroerende zaken te laten taxeren. Verder heeft de notaris voorgesteld dat de andere kinderen aan [X] een beperkte volmacht zouden verlenen om dagelijkse kosten ten behoeve van moeder te kunnen betalen, met de plicht voor [X] de gedane uitgaven periodiek te verantwoorden. Tijdens dat gesprek heeft klaagster haar ongenoegen geuit over de ontstane situatie en heeft zij te kennen gegeven dat zij het bankpasje van moeder niet uit handen zou geven omdat moeder dit niet wilde.

2.12. Op 19 september 2014 is er bij de notaris nog een bespreking geweest met klaagster en de twee broers. Ook bij die gelegenheid is (onder meer) gesproken over een beperkte financiële volmacht in verband met de betaling van de dagelijkse kosten ten behoeve van moeder. Kort na dit gesprek heeft klaagster de notaris telefonisch meegedeeld dat zij het niet eens was met de gang van zaken.

2.13. Bij brief van 13 november 2014 heeft de notaris een conceptvolmacht aan klaagster toegezonden, inhoudende dat [Y], [Z] en klaagster de door moeder verleende volmacht doorgeven aan [X] voor zover het betreft (samengevat) het verrichten van betalingen (tot een maximum bedrag van 1.000,00 Euro per maand) en het doen van belastingaangifte en het kopen van kleding en levensmiddelen (tot een maximum bedrag van 1.000,00 Euro per maand), waarbij [X] desgevraagd kopieën van bankafschriften van moeder aan de andere kinderen ter beschikking dient te stellen en jaarlijks rekening en verantwoording dient af te leggen. [X], [Y] en [Z] hebben de notaris bericht dat zij konden instemmen met de inhoud van deze conceptvolmacht.

2.14. Na enige tijd heeft klaagster telefonisch contact opgenomen met het kantoor van de notaris. Bij afwezigheid van de notaris heeft zij aan een medewerkster, mevrouw [naam], meegedeeld dat zij wilde dat de notaris de door moeder verleende volmacht ongedaan zou maken. Nadat deze medewerkster aan klaagster had meegedeeld dat niet klaagster maar moeder daartoe opdracht diende te geven, heeft moeder in datzelfde telefoongesprek aan de medewerkster bericht dat zij wilde dat de volmacht werd ingetrokken. Vervolgens is een afspraak gemaakt met de notaris.

2.15. Op 12 december 2014 heeft de notaris op zijn kantoor een bespreking gevoerd met moeder, klaagster en mr. R.H.J.G. Borger, advocaat van klaagster. Omdat de notaris van mening was dat moeder werd beïnvloed door de aanwezigheid van klaagster en hij vraagtekens had bij de wilsbekwaamheid van moeder, heeft hij gezegd dat hij op dat moment geen acht mocht slaan op de wilsuitingen van moeder. Daarom heeft hij voorgesteld op een later tijdstip een bezoek aan moeder te brengen in het woonzorgcentrum om haar onder vier ogen te kunnen spreken. Klaagster was het daar niet mee eens, waarna zij het notariskantoor samen met moeder en haar advocaat heeft verlaten.

2.16. Nadien heeft klaagster zich gewend tot een andere notaris. Ten overstaan van die notaris heeft moeder de volmacht van 16 juni 2014 herroepen en heeft zij een levenstestament ondertekend.

3. De klacht

3.1. Mede namens moeder verwijt klaagster de notaris (samengevat) dat hij moeder niet juist en/of niet volledig heeft geïnformeerd over de inhoud en de rechtsgevolgen van de volmacht die zij heeft ondertekend. Zo stelt zij dat het niet de wens van moeder was dat de volmacht direct zou ingaan, terwijl ook niet met moeder is gesproken over de hiervoor genoemde doorgeefclausule. Ook verwijt zij de notaris dat hij vooraf geen concept van de volmacht aan hen heeft toegezonden en dat moeder de volmacht na het ondertekenen niet meer heeft kunnen inzien. Verder stelt klaagster dat de notaris sinds de ondertekening van de volmacht tegenstrijdigheden heeft verkondigd en dat hij zich partijdig heeft opgesteld door niet de belangen van moeder en klaagster, maar de belangen van [X], [Y] en [Z] voorop te stellen.

3.2. De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. De inhoud van dit verweer zal, voor zover relevant voor de beoordeling, hierna worden besproken.

4. De beoordeling

4.1. Op grond van artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De kamer dient de handelwijze van de notaris te toetsen aan de in dat artikel omschreven tuchtnorm.

4.2. Vooropgesteld wordt dat een notaris zijn ambt in onafhankelijkheid dient uit te oefenen en dat hij de belangen van alle bij de rechtshandeling betrokken partijen op onpartijdige wijze en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid dient te behartigen (artikel 17 lid 1 Wna). Vast staat dat de notaris voorafgaand aan het concipiëren van de volmacht op de hoogte was van de gecompliceerde familieverhoudingen en van de recente opname van moeder op een gesloten afdeling van een woonzorgcentrum. In een dergelijke situatie dient een notaris behoedzaam te manoeuvreren.

Inhoud volmacht en informatievoorziening

4.3. Vast staat dat het de uitdrukkelijke wens van moeder was om aan alle vier de kinderen volmacht te verlenen en daarbij te bepalen dat de kinderen slechts gezamenlijk bevoegd zouden zijn om haar te vertegenwoordigen. In de door de notaris gepasseerde akte is een dergelijke volmacht opgenomen.

4.4. Klaagster verwijt de notaris dat hij een doorgeefclausule in de akte heeft opgenomen zonder dat moeder hem daartoe opdracht had gegeven en zonder dat hij moeder heeft geïnformeerd over de gevolgen daarvan. Uitgaande van de juistheid van de door de notaris overgelegde stukken, moet het ervoor worden gehouden dat hij voorafgaand aan de ondertekening van de volmacht een concept daarvan heeft toegezonden aan genoemd adres in [woonplaats]. De notaris heeft onweersproken gesteld dat moeder destijds bij de Basisregistratie Personen stond ingeschreven op dat adres. Dat hij de correspondentie aan dat adres heeft toegezonden, acht de kamer gegeven de omstandigheden juist.

4.5. De wens van moeder dat de kinderen enkel iets zouden kunnen regelen als zij het daar alle vier over eens waren, komt naar het oordeel van de kamer eveneens tot uitdrukking in de doorgeefclausule. Ook indien een gevolmachtigden zijn/haar volmacht zou doorgeven aan een andere gevolmachtigde omdat zij het met elkaar eens waren over de te volgen koers, dan nog diende degene aan wie de volmacht was doorgegeven overeenstemming te bereiken met de overige gevolmachtigden. In zoverre is de kamer van oordeel dat deze clausule, die overigens niet ongebruikelijk is, niet in strijd moet worden geacht met de bedoeling van moeder. Nu de notaris deze clausule bovendien uitdrukkelijk heeft genoemd in de brief waarbij de conceptakte aan moeder is toegezonden, is de kamer van oordeel dat hij niet onzorgvuldig of anderszins tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld door deze clausule in de akte op te nemen.

4.6. Ook verwijt klaagster de notaris dat het voor moeder onvoldoende duidelijk was wanneer de volmacht in werking trad. Ten aanzien van de medische volmacht is bepaald dat deze wordt verleend voor het geval dat medische hulpverleners moeder niet meer in staat achten tot een redelijke waardering van haar (niet vermogensrechtelijke) belangen als patiënt. In de algemene volmacht is geen bijzondere ingangsdatum opgenomen; een dergelijke volmacht treedt in werking op het moment dat de volmachtgever de akte ondertekent. Wel is het zo dat een volmachtgever, behalve indien deze handelingsonbekwaam wordt, bevoegd blijft om zelf de rechtshandelingen te verrichten waartoe hij (ook) de gevolmachtigde de bevoegdheid heeft gegeven. Dat de notaris, zoals klaagster stelt, moeder heeft verteld dat zij (ook) zelf stukken zou kunnen blijven ondertekenen en dat zij zelf eigenaar bleef, is dan ook niet onjuist. Voor zover klaagster de notaris verwijt dat hij tegenstrijdige informatie aan moeder heeft verstrekt, is de kamer daarom van oordeel dat dit onderdeel van de klacht ongegrond is.

Gesprek 12 december 2014

4.7. Het is spijtig dat er aan het begin van het gesprek bij de notaris kennelijk onduidelijkheid bleek te bestaan over de aanwezigheid van moeder en dat de sfeer tijdens het gesprek door alle aanwezigen als (zeer) onplezierig is ervaren. Aangenomen wordt dat deze sfeer mede is ontstaan omdat tijdens het gesprek duidelijk werd dat de notaris op dat moment geen uitvoering wilde geven aan de opdracht om de volmacht te herroepen. Gelet op de hiervoor omschreven omstandigheden en de door de advocaat van klaagster verstrekte weergave van het gesprek (welke weergave volgens de notaris in grote lijnen juist is) is de kamer van oordeel dat er voor de notaris voldoende aanleiding bestond om extra zorgvuldigheid te betrachten. Dat hij zich er eerst, door middel van een gesprek onder vier ogen met moeder in het woonzorgcentrum, van wilde vergewissen of zij zelfstandig en bewust haar wil kon verklaren en of zij de reikwijdte van herroeping/wijziging van de volmacht kon overzien, acht de kamer dan ook niet verwijtbaar. Gezien de afloop van het gesprek valt hem evenmin te verwijten dat hij niet direct een vervolgafspraak heeft gemaakt, maar het initiatief daartoe aan de zijde van klaagster en/of moeder heeft gelaten.

4.8. Nu de notaris naar het oordeel van de kamer niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld, zal de klacht ongegrond worden verklaard. Opmerking verdient overigens wel dat het de notaris had gesierd indien hij zijn handelwijze direct bij antwoord meer zou hebben geconcretiseerd en daarbij de stukken zou hebben overgelegd die hij pas ná de mondelinge behandeling, op nadrukkelijk verzoek van de kamer, heeft verstrekt. Nu heeft hij de indruk gewekt dat hij de klacht onvoldoende serieus heeft genomen en heeft hij bij antwoord en ter zitting informatie verstrekt die deels in tegenspraak is met de overgelegde stukken, zoals klaagster terecht heeft aangestipt.

4.9. Het vorenstaande leidt tot de navolgende beslissing.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat:

verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. H.A.W. Snijders, plaatsvervangend voorzitter, mr. P.M. Knaapen, plaatsvervangend rechterlijk lid, mr. J.L.G.M. Mertens, notarislid, mr. L.J.M. Teunissen, notarislid, en mr. G.A.M. van Lith, plaatsvervangend belastinglid.

Uitgesproken in het openbaar op 16 december 2015 door mr. C.M. Wiertz-Wezenbeek, voorzitter, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Hoger beroep tegen vorenstaande beslissing is mogelijk door indiening van een verzoekschrift - binnen dertig dagen na dagtekening van het aangetekend schrijven waarbij van deze beslissing is kennis gegeven - bij het gerechtshof te Amsterdam, postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.