Zoekresultaten 621-630 van de 2796 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:11 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/359350 KL RK 19-120

    Klacht over uitbetaling depot gegrond. De notaris had, ook al had zij voor het beschikbaar stellen van haar derdenrekening in dit geval toestemming van het BFT, alerter moeten omgaan met de opdracht van de scheepsmakelaar tot doorbetaling van het bedrag van € 6.000,00. De notaris had klager moeten horen op het verzoek om uitbetaling en klager daarbij dienen te verzoeken een schriftelijke bevestiging af te geven als bedoeld in de koopovereenkomst. Maatregel waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:5 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-64

    De notaris wordt verweten dat hij weigert te communiceren met klaagster over de voortgang, de status en de verdere afwikkeling van de nalatenschap.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:6 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-68 en 19-69

    Klager verwijt de notarissen het volgende. Met het bevestigen van voornoemde vraag en het door het notariskantoor aanvaarden van het inlichtingenformulier (de vraag was immers door het notariskantoor opgenomen op het formulier) heeft klager het notariskantoor expliciet de opdracht gegeven de kapitaalverzekering af te kopen. Er waren geen voetnoten of uitzonderingen opgenomen op het formulier.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:7 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-71 en 19-72

    Klager verwijt de notarissen het volgende. Klager had de notarissen verzocht om de waarborgsom voor de verkoop van het onroerend goed te Haïti op de derdengeldenrekening te storten, aangezien de zusters van klager medegerechtigd waren op de waarborgsom. Notaris [notaris X] heeft dit geweigerd, omdat [notaris Y] op grond van het testament geen executeur was voor wat betreft de buiten Nederland gelegen bestanddelen van de nalatenschap. Klager heeft dit gerespecteerd. De keerzijde hiervan is dat [notaris Y] op het moment dat het appartement te [plaatsnaam] en de belastingschulden waren geregeld, had moeten overgaan tot verdeling van het saldo van de nalatenschap. Hij heeft dat niet gedaan. Er is derhalve nog steeds niet verdeeld.

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:8 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/362747 KL RK 19-155

      Klaagster klaagt over de rol van de notaris bij de overdracht van een pand door vader aan zijn schoonzoon, de zwager van klaagster. Volgens klaagster had de notaris de wilsbekwaamheid van vader nader moeten onderzoeken. Ook had de notaris meer onderzoek moeten doen naar de koopprijs van het pand.

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:10 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/354237 KL RK 19-74

      Toepasselijkheid artikel 99 |Wna laatste twee volzinnen. Hoewel de navorderingsaanslag formeel nog niet opgelegd was, mocht klager, gelet ook op hetgeen blijkens het proces-verbaal op de hoorzitting (nav het bezwaar van klager) is besproken, uiterlijk vanaf 17 januari 2018 zonder meer bekend verondersteld worden met de “redelijkerwijs pas nadien bekend geworden” gevolgen van het handelen waartegen de klacht zich richt. De uitzonderingstermijn van een jaar is in deze zaak dus verlopen uiterlijk op 17 januari 2019. Dit betekent dat de voorliggende klacht te laat is ingediend en dat klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn klacht

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:9 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/362749 KL RK 19-156

      Klaagster verwijt de notaris dat zij nalatig is geweest. Daarnaast verdenkt zij de notaris ervan samengewerkt te hebben met de zus. De kamer heeft de klacht niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de klachttermijn. Daarbij heeft de kamer overwogen dat als de klacht tijdig zou zijn ingediend , deze wegens gebrek aan feitelijke grondslag ongegrond zou zijn verklaard.

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:6 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/361636 KL RK 19-141

    Klachtonderdeel A: Klager verwijt de notaris dat hij de tussen [ X ] en klager gesloten koopovereenkomst onjuist heeft geïmplementeerd in de akte van levering. Klachtonderdeel B: Voorts heeft de notaris verzuimd om een essentieel onderdeel van de akte van levering te deponeren bij het kadaster. In de akte van levering wordt wat betreft de perceelgrens verwezen naar een aan de akte gehechte tekening. Die tekening is niet bij het kadaster gedeponeerd.   De kamer verklaart klachtonderdeel A niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn. Klachtonderdeel B wordt ongegrond verklaard omdat de notaris niet verplicht was de tekening te deponeren bij het kadaster.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:7 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/361179 KL RK 19-137

    Klacht van toezichthouder over de zorgwekkende financiële situatie op kantoor en privé, negatieve bewaringsposities, onzorgvuldigheden en achterstanden in de afwikkeling van nalatenschappen en achterstanden in het royeren van hypothecaire inschrijvingen.   De kamer heeft de klacht op alle onderdelen gegrond verklaard. De kamer is van oordeel dat de maatregel van ontzetting uit het ambt voor de notaris onontkoombaar is geworden. De wet- en regelgever stelt op financieel gebied hoge eisen aan een notaris. De norm is dat bij een notaris sprake moet zijn van positieve financiële posities. Ook de maatschappij vertrouwt erop en moet erop kunnen vertrouwen dat een notaris voldoende financieel weerbaar is. Het belang dat een notaris voldoende financieel weerbaar moet zijn, is ook meerdere malen in de rechtspraak bevestigd. Vast staat dat de notaris niet heeft voldaan aan de normen die bij en krachtens de Wna worden gesteld aan de liquiditeitspositie van zijn kantoor en van hem in privé. Ook de benoeming van de bewindvoerder heeft hierin geen verbetering kunnen brengen. De financiële situatie bij de notaris is op dit moment zeer ernstig en een faillissement kan niet worden uitgesloten. Vast staat dat de notaris ondanks zijn inspanningen niet op een korte en aanvaardbare termijn kan voldoen aan de hiervoor bedoelde normen. Daarmee veronachtzaamt de notaris zijn kerntaken als notaris en dat raakt de fundamenten van het rechtsverkeer. De kamer acht het niet aanvaardbaar om de risico’s die de slechte financiële positie van de notaris meebrengt, te laten voortbestaan.   Voorts heeft de notaris ook bij de inhoudelijke behandeling van dossiers niet de zorgvuldigheid en voortvarendheid betracht die zowel de wet- en regelgeving als de maatschappij van hem eisen. Hierdoor is het vertrouwen aangetast dat rechtzoekenden in het notariaat moeten kunnen stellen. De kamer acht aannemelijk dat de ziekte en het overlijden van de naaste medewerker van de notaris een (zeer) grote impact heeft gehad op de kantoororganisatie van de notaris. Gelet ook daarop acht de kamer de situatie waarin de notaris is komen te verkeren schrijnend. Dit neemt echter niet weg dat het betreurenswaardige overlijden van de medewerker niet ten koste mag gaan van de cliënten en de dienstverlening van het kantoor. Het geconstateerde verzuim van de handelwijze van de notaris op dit punt is daarom niet minder klachtwaardig.   Op grond van het voorgaande komt de kamer dan ook tot de slotsom dat ter bescherming van het maatschappelijk vertrouwen in de integere en zorgvuldige vervulling van het notarisambt het noodzakelijk is de notaris de maatregel van ontzetting uit het ambt op te leggen  

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:76 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/339500 KL RK 18-87

    Niet is komen vast te staan dat de notaris, in het licht van de Wna en de indicatoren uit het stappenplan, de wilsbekwaamheid van klaagster had behoren te betwijfelen dan wel uitgebreider en/of op andere wijze daarnaar onderzoek had moeten doen. Klacht ongegrond.