Zoekresultaten 211-220 van de 2791 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:77 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05 /373599 KL RK 20 - 96

    Klacht niet-ontvankelijk. Uit klacht volgt dat klaagster zich bewust is geweest van het feit dat ze iets ondertekende wat ze niet wilde ondertekenen en zich tevens bewust is geweest van de werkzaamheden die de notaris in dit verband heeft verricht. Daarmee is op 15 juni 2016 voldaan aan de voorwaarden die de Wna stelt voor de start van de driejaarstermijn, wat meebrengt dat deze termijn 3 jaar later op 15 juni 2019 is geëindigd.De mogelijke (door klaagster niet onderbouwde) omstandigheid dat [P.] haar heeft gedwongen tot ondertekening van de akte doet aan het voorgaande niet af.  Zelfs indien deze door klaagster gestelde dwang zou komen vast te staan, dan nog zou aannemelijk moeten worden dat deze dwang zou hebben voortgeduurd gedurende de volledige daarop volgende periode van drie jaar waarin klaagster tijdig had kunnen klagen. Dit is echter niet gesteld en niet gebleken.Zelfs indien klaagster gevolgd zou worden in haar stelling dat zij redelijkerwijs niet eerder dan augustus 2017 de reden en de mogelijkheid voor het indienen van een tuchtklacht heeft kunnen zien en haar om deze reden in deze zaak een beroep op de additionele vervaltermijn van een jaar zou toekomen, dan nog is de klacht te laat want ruimschoots na het einde van die termijn ingediend.

  • ECLI:NL:TNORARL:2022:45 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/404050 KL RK 22-58

    De kamer oordeelt uitsluitend over de tuchtrechtelijke betamelijkheid van het doen of laten van een (kandidaat-) dan wel toegevoegd notaris in de uitoefening van zijn of haar ambt. De beoordeling van de eventuele civielrechtelijke gevolgen van bedoeld doen of laten is voorbehouden aan de civiele rechter. Dit betekent dat de kamer niet bevoegd is om te oordelen in dit geval over de kwestie of de toegevoegd notaris in het testament al dan niet de werkelijk laatste wil van moeder heeft vastgelegd. De kamer kan klager daarom in dit onderdeel van zijn klacht niet ontvangen.  Geluidsopname Gebrek aan toestemming voor de geluidsopname - afgezien van de wettelijke sancties die daarvoor van toepassing kunnen zijn - staat niet in de weg aan kennisname daarvan in deze tuchtrechtelijke procedure. Dit is naar analogie van het beginsel van vrije bewijsgaring van artikel 152 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in beginsel niet uitsluit. Dit is slechts anders indien en voor zover geoordeeld wordt dat bijkomende omstandigheden zwaarder wegen dan het belang van waarheidsvinding dat met de kennisname van de geluidsopname gediend is (zie onder meer ECLI:NL:GHSHE:2019:285).  Zorgvuldig informeren en eigen wil(svorming) controleren. Op grond van de geluidopname, waarvan de inhoud door de toegevoegd notaris niet is betwist, wordt vastgesteld dat de toegevoegd notaris het testament destijds niet had moeten passeren aangezien bij het desbetreffende gesprek deels twee van de kinderen van erflaatster aanwezig zijn geweest die in een niet harmonieuze sfeer in tegengestelde zin op moeder hebben ingepraat. Ook is onvoldoende gebleken dat de toegevoegd notaris erflaatster voldoende zorgvuldig zou hebben geïnformeerd en haar wil gecontroleerd. Klacht deels gegrond, berisping wegens eerdere waarschuwing vergelijkbare kwestie.  

  • ECLI:NL:TNORAMS:2022:22 Kamer voor het notariaat Amsterdam 715820 / NT 22-14

    De klachten stellen de vraag aan de orde of de notaris onzorgvuldig heeft gehandeld door naar aanleiding van het verzoek van de hypotheekadviseur geen contact met klaagster op te nemen en de conceptakte alleen aan de hypotheekadviseur en niet (ook) aan de betrokken partijen toe te zenden.De kamer is van oordeel dat het verstandig is om als onderdeel van de standaard werkwijze ook in deze – veel voorkomende – gevallen alle aan de hypotheekadviseur uitgaande correspondentie cc aan de betrokken belanghebbenden toe te zenden. Dat voorkomt de ongelukkige samenloop van omstandigheden zoals die zich in deze zaak hebben voorgedaan. De notaris heeft laten weten dat hij die opvatting onderschrijft.De kamer kan echter niet komen tot het oordeel dat de notaris in de onderhavige constellatie niet heeft mogen vertrouwen op correcte afwikkeling door de hem bekende hypotheekadviseur. 

  • ECLI:NL:TNORSHE:2022:35 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/77

    Projectnotaris bij nieuwbouwplan heeft 26 akten gepasseerd waarbij percelen aan klagers (kopers) zijn geleverd. De notaris heeft niet (voldoende) onderzocht of klagers ten tijde van de levering over een afbouwgarantiecertificaat beschikten, terwijl het ontbreken daarvan als ontbindende voorwaarde was opgenomen in de aannemingsovereenkomsten en daarbij eveneens was bepaald dat ontbinding van de aannemingsovereenkomst eveneens zal leiden tot ontbinding van de koopovereenkomst. Bovendien heeft de notaris nagelaten de klagers die ten tijde van de levering niet over zo’n certificaat beschikten, te informeren over de rechtsgevolgen van het ontbreken daarvan, kort gezegd dat zij niet aan de levering hoefden mee te werken zolang zij geen certificaat hadden ontvangen. De kamer rekent het de notaris ernstig aan dat hij zijn zorgplicht en zijn daaruit voortvloeiende onderzoeks- en informatieplicht heeft geschonden, waardoor hij het vertrouwen van klagers in het notariaat heeft geschonden. Daarbij komt dat de notaris zich er op enig moment kennelijk wel bewust van was dat de certificaten niet aanwezig waren, maar dat hij vervolgens gelden in depot is gaan houden zonder daarvoor de juiste juridische weg te bewandelen. Schorsing van twee weken en proceskostenveroordeling. Klacht overigens ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2022:20 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-16

    Klaagster verwijt de notaris – kort gezegd – dat hij niet aan haar heeft gemeld dat er conservatoir beslag rustte op het haar toekomende deel van de verkoopopbrengst van de woning.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2022:21 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-24

    Klagers verwijten de notaris dat zij niet of onvoldoende heeft gereageerd op de vragen die klagers haar verschillende malen hebben gesteld.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2022:22 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-28

    Klagers verwijten de notaris dat hij niet heeft gereageerd op de vragen die klagers hem meerdere malen hebben gesteld. Ook verwijten klagers de notaris dat hij niet zelf gereageerd heeft, maar zijn kantoorgenoten (notarieel secretaresse en paralegal).

  • ECLI:NL:TNORSHE:2022:33 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/16

    Klacht over (met name) weigering van de notaris tot wijziging van de wijze van indexering van een erfpachtcanon, die door zijn ambtsvoorganger was vastgelegd in een akte uit 1998. De voorzitter heeft de klacht terstond afgewezen omdat deze naar zijn oordeel kennelijk ongegrond is. De kamer heeft het verzet tegen die voorzittersbeslissing ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2022:34 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2020/53, 54 en 55

    Verzet tegen gecombineerde voorzittersbeslissing, waarbij de zevende en achtste tuchtklacht die klager tegen de notaris heeft ingediend zijn afgewezen wegens niet-ontvankelijkheid en ongegrondheid en waarbij de negende tuchtklacht tegen de notaris buiten behandeling is gesteld wegens misbruik van klachtrecht. De kamer verklaart het verzet tegen de beslissing van de voorzitter op de achtste en negende tuchtklacht ongegrond en verklaart het verzet tegen de buitenbehandelingstelling van de negende tuchtklacht niet-ontvankelijk. Geen overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM waarbinnen op de klachten had moeten worden beslist. Nu de – door het procedeergedrag van klager veroorzaakte – verwijzing van de behandeling van de twee door klager ingediende wrakingsverzoeken naar een andere kamer voor het notariaat er in overwegende mate toe heeft geleid dat de behandeling van deze verzetprocedures is vertraagd, is de kamer van oordeel dat deze vertraging voor rekening van klager behoort te blijven.

  • De klachten zijn ongegrond. Klager heeft in de akte van 28 april 2020erkend dat hij op de ontbindende voorwaarde een beroep heeft gedaan, daarmee is dat een feit geworden en kan het de notaris niet worden tegengeworpen.Klager heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat hij door de notaris onder druk is gesteld om de koopakte van 28 april 2020 te ondertekenen.