Zoekresultaten 13061-13070 van de 13470 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0408 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09126

    Klaagster verwijt verweerster dat zij nalatig is geweest om actie te ondernemen, waardoor de echtgenoot van klaagster is overleden. Klaagster vraagt zich af of het juist is, dat verweerster bij overdracht van de dienst niet naar patiënt is gaan kijken. Bovendien klaagt zij over de bejegening. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerster verwijtbaar te kort is geschoten door na de overdracht, waarbij zij vernam dat het (stabiel) slecht ging met de patiënt, niet naar de patiënt te gaan kijken. Ook de communicatie met de familie van patiënt is tuchtrechtelijk verwijtbaar nu verweerster haar professionele handelen ten behoeve van een patiënt heeft laten beïnvloeden door het optreden van de familie. Waarschuwing. Voor het overige heeft verweerster correct gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0406 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen T2009/04

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0407 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2009/52

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0404 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 146/2009

    Klacht tegen bedrijfsarts. Klaagster was administratief medewerker. Zij was bekend met chronische aspecifieke rugklachten en vanwege deze klachten al langdurig (gedeeltelijk) uitgevallen. Het college acht de klacht gedeeltelijk gegrond en waarschuwt verweerder. Verweerder had gelet op de ziektegeschiedenis van klaagster , haar inspanningen om steeds gedeeltelijk te blijven werken en de door haar aangeleverde informatie van behandelaars niet zonder meer mogen concluderen dat klaagster haar werk volledig kon hervatten. Verweerder had bijvoorbeeld zijn beleid bij kunnen stellen, nader onderzoek kunnen doen of aanvullende informatie kunnen opvragen. Hij had op zijn minst aan moeten geven waarom hij zijn beleid richting volledige werkhervatting onveranderd doorzette. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0405 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 143/2009

    Klacht tegen bedrijfsarts. Gegrond voor zover het gaat om vermelding borderline persoonlijkheidssoornis als diagnose, uitsluitend op basis van de informatie van klaagster dat dit in het verleden aan de orde was geweest terwijl dit niet het verzuim in die periode bepaalde. Overige klachtonderdelen, onder meer over ontbreken klachtenregeling, ongegrond. Het college acht het wel dienstig dat er ook voor zelfstandige bedrijfsartsen de mogelijkheid komt om gebruik te maken van een uniforme klachtenregeling. Zulks bestaat immers al voor bedrijfsartsen in dienst van een organisatie die is aangesloten bij de Uniforme Klachtregeling Arbodiensten en voor bedrijfsartsen, aangesloten bij het ZBA-netwerk, terwijl overigens de KNMG-gedragsregels voor artsen en de Beroepscode voor bedrijfsartsen de aanwezigheid van een klachtenregeling veronderstellen. Waarschuwing en publicatie.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0394 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 287/2009

    Klacht tegen oogarts. Klager wordt verwezen door de MDL-arts met het verzoek te bezien of de oogklachten te maken kunnen hebben met de medicatie tegen hepatitis C. Na onderzoek stelt verweerder klager gerust. Klager is van oordeel dat hij niet serieus is genomen en onheus is bejegend. Klacht wordt als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0388 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 149/2009

    Klacht tegen verzekeringsarts. Verweerder heeft in het kader van een herbeoordeling WAO over klaagster gerapporteerd. Klaagster stelt dat verweerder onbevoegd en ondeskundig de diagnose narcistische persoonlijkheidsstoornis heeft gesteld, zonder de huisarts of andere deskundigen te raadplegen en zonder (voldoende) eigen diagnostisch onderzoek. Ook heeft verweerder allerlei gegevens over klaagster onjuist vermeld. Zij noemt de rapportages verre van objectief en getuigen van rancune en minachting. Het college constateert dat verweerder uitsluitend als diagnose een aanpassingsstoornis heeft vermeld, hetgeen hij kon doen zonder (specialistisch) vervolgonderzoek. De klacht wordt ook voor het overige als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0401 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/096

    Klager verwijt cardioloog (1) lakse en vooringenomen houden mbt tot voorschrijven medicatie, (2) hem te hebben afgewezen voor hartrevalidatie en (3) onnauwkeurig onderzoek. Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht in alle onderdelen af. In hoger beroep worden de klachtonderdelen (1) en (2) ter beoordeling aan het Centraal Tuchtcollege voorgelegd. Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0395 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 288/2009

    Klacht tegen revalidatiearts. Klager wordt in verband met aanhoudende rug- en voetklachten door zijn huisarts verwezen naar verweerder. Deze verwijst naar een fysiotherapeut, een orthopedisch schoenmaker, een neuroloog, de polikliniek anesthesie voor een pijnblokkade en een multidisciplinair poliklinisch revalidatieprogramma. Klager verwijt verweerder een onheuse bejegening, onvoldoende zorg, verkeerde doorverwijzing en het niet willen afgeven van zijn dossier. De klacht wordt als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0389 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 190/2009

    Klacht tegen huisarts. Klager is bekend met een alcoholprobleem en is gedwongen opgenomen in een psychiatrische kliniek. Hij heeft verlof en wordt geacht zich weer te melden, maar doet dat niet. Verweerder wordt in de waarneming gebeld, eerst door een buurvouw en dan door klager zelf. Verweerder belt met de kliniek en verneemt dan dat klager net is bezocht door een verpleegkundige. Op basis hiervan adviseert hij klager telefonisch om zich te melden bij de kliniek en biedt hij aan een ambulance te bellen. Klager weigert. Klacht, inhoudende dat verweerder medische zorg heeft onthouden, wordt als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.