Zoekresultaten 12841-12850 van de 13024 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0172 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/078

    Klaagster verwijt de gynaecoloog dat hij heeft verzuimd de juiste conclusie te trekken uit de duidelijke signalen die hem tijdens de bevalling bereikten. Zij verwijt de gynaecoloog voorts dat hij na de operatie, waarbij een uterusruptuur werd vastgesteld, is tekortgeschoten in de nazorg. De gynaecoloog heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de gynaecoloog een berisping opgelegd. Voorop werd gesteld dat de gynaecoloog onzorgvuldig had gehandeld door klaagster niet de expliciete keuze voor een sectio voor te houden, nu sprake was van een bevalling met een verhoogd risico op complicaties. Het college oordeelde ten aanzien van de klacht dat de informatie die hij van de verloskundige tijdens het eerste telefoongesprek vernam, zoals de voortdurende weeën, niet vorderende ontsluiting en de ernstige pijnklachten, aanleiding had moeten zijn om de situatie van klaagster zelf te onderzoeken teneinde te beoordelen of een verder afwachtend beleid verantwoord was of dat er ingegrepen had moeten worden. Dat gold zeker voor het tweede telefoongesprek toen hij werd geïnformeerd over het feit dat klaagster iets voelde knappen in de buik. Na het derde telefoongesprek heeft verweerder bij klaagster een spoedsectio verricht. Ook de klacht met betrekking tot de nazorg achtte het college gegrond. Bij de keuze voor de maatregel van een berisping heeft het college meegewogen dat verweerder niet meer werkzaam is als gynaecoloog

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0173 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/086

      Klager verwijt de psychiater dat hij een onzorgvuldige rapportage over hem heeft uitgebracht. De psychiater heeft de klacht betwist. Het college heeft de psychiater een waarschuwing opgelegd. Het college oordeelde dat de psychiater de conclusie in het rapport, dat bij klager geen sprake was van een depressie, onvoldoende had onderbouwd. De psychiater had moeten onderbouwen waarom en op welke wijze hij tot een afwijkende diagnose was gekomen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0171 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/161

      Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar een verkeerde –de hoogste- dosering Metoprolol heeft voorgeschreven waardoor zij een gezondheidsrisico heeft gelopen. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college heeft de klacht gegrond verklaard zonder dat aan de huisarts een maatregel werd opgelegd. Het college oordeelde dat de huisarts na de omissie zorgvuldig heeft gehandeld door onder meer klaagster direct te bezoeken, zijn excuses aan te bieden, het incident te bespreken met de apotheek en de casus (geanonimiseerd) in te brengen in een nascholingscursus voor huisartsopleiders.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0169 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 171/2008

    Klacht tegen verloskundige. Bij de thuisbevalling van klaagster, 18 jaar en à terme, constateert verweerster  cortonen van 180, terugzakkend naar 150 à 160. Zij wijt dit aan het douchen van klaagster en blijft klaagster niet controleren. Na enige tijd blijken de cortonen plots zeer slecht (<60) te zijn. Verweerster  besluit klaagster met spoed per ambulance over te laten brengen naar het ziekenhuis, zonder te onderzoeken of een natuurlijke bevalling mogelijk is. Het kindje komt dood ter wereld.  Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0170 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 172/2008

    Klacht tegen verloskundige. Verweerster wordt gebeld door de maatschappelijk werkster die klaagster begeleidt. Na bespreking van de situatie van klaagster biedt verweerster aan bij het ziekenhuis te bespreken of het mogelijk is dat klaagster poliklinisch kan bevallen met de verloskundige maar daarna wel enkele dagen voor een zogenaamd klinisch kraambed zal worden opgenomen in het ziekenhuis. Verweerster bespreekt dit met de arts-assistent gynaecologie, bij wie klaagster vervolgens op consult komt. Inmiddels heeft de maatschappelijk werkster aangekondigd een AMK-melding te zullen doen. Hierdoor afgeschrikt besluit klaagster thuis te bevallen. Als er dan bij de bevalling problemen ontstaan, komt de baby te overlijden. Klacht, ondermeer over schending beroepsgeheim en verspreidng van smaad en laster, indirect de dood van het kindje tot gevolg hebben, ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0160 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/027

      Klacht tegen verpleegkundige. Klager ook in hoger beroep ontvankelijk in de klacht. De werkzaamheden van coördinator patiëntenservice bureau zodanig verweven met de professie van verpleegkundige, dat handelen valt onder tuchtrecht. Schending beroepsgeheim. Klacht ook in hoger beroep gegrond. Maatregel van waarschuwing bevestigd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0166 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 O 181

    Klager verwijt de orthopedisch chirurg dat hij de operatie onvoldoende heeft voorbereid en voorts dat hij ten onterechte heeft vastgehouden aan de in de status onjuist vermelde gegevens omtrent de operatie. De arts heeft verweer gevoerd en aangegeven dat waarschijnlijk een verkeerde invulling van de status heeft plaatsgevonden. Het College heeft de klacht gegrond geacht en hieraan toegevoegd dat de dossiervorming onvoldoende is geweest. Het College heeft de arts een waarschuwing opgelegd.      

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0154 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/040

     Klager is onder curatele van zijn zus gesteld. De klacht tegen de gezondheidszorg-psycholoog  betreft met name haar rol in de informatieverstrekking rond deze onder curatele stelling. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat de gz-psycholoog de juiste zorg heeft betracht, hulp heeft aangeboden bij het omgaan met de curatele en op deugdelijke wijze bemoeizorg heeft verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0148 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/015

     Partner van klaagster is overleden aan de gevolgen van een hersentumor. Klaagster klaagt erover dat de huisarts een onjuiste diagnose (vitale depressie) heeft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klaagster verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0161 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/052

      Klager is na een epileptische aanval door de neuroloog behandeld op basis van de waarschijnlijkheidsdiagnose glioblastoom, gesteld door een collega-neuroloog (zaak 2009/053). Als klagers toestand snel achteruit gaat, adviseert de neuroloog een DNR-beleid. Na een second opinion op verzoek van klagers familie blijkt dat er sprake is van een hersenabces. Klager wordt geopereerd en behoorlijk herstel volgt. Klager verwijt de neuroloog onzorgvuldig handelen. Het Regionaal Tuchtcollege legt de neuroloog een waarschuwing op overwegende dat na de klinische achteruitgang van klager spoed beeldvorming obligaat was, omdat in de differentiaaldiagnose nog steeds een hersenabces stond vermeld. De neuroloog komt in beroep. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep overwegende dat zonder nadere diagnostische gegevens en beeldvormend onderzoek de heersende waarschijnlijkheidsdiagnose glioblastoom en - in het verlengde daarvan - de medische behandeling en het DNR-beleid, tussentijds niet konden worden getoetst of bijgesteld, terwijl de verslechterende situatie van klager daarom wel vroeg. Zie ook zaak 2009/053.