Zoekresultaten 12521-12530 van de 13037 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0514 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/099

      De klacht betreft de behandeling van klaagsters zoontje, verder patiëntje te noemen. Patiëntje is bekend met multipele congenitale afwijkingen. Klaagster verwijt beide kinderartsen –kort en zakelijk weergegeven- dat zij zijn tekortgeschoten in de zorg die patiëntje van hen mocht verwachten onder andere door ten onrechte een AMK melding te doen. Klaagster verwijt de revalidatiearts, die aan hetzelfde ziekenhuis verbonden is als de kinderartsen, dat hij een advies aan een gezins- en voogdij instelling heeft uitgebracht zonder het patiëntje te kennen en hem te hebben gezien. Alle drie de artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist.   De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. In de zaken 09/097 en 09/098 heeft het college de klacht afgewezen. Het college oordeelde in beide zaken met betrekking tot de melding bij het AMK dat de kinderarts in de zaak 09/097 -nadat zij informatie over het patiëntje had ingewonnen- terecht direct actie had ondernomen en conform de KNMG Meldcode en Stappenplan “Artsen en kindermishandeling” had gehandeld, waarbij in de zaak 09/098 werd vooropgesteld dat de kinderarts slechts terloops betrokken was geweest bij de melding aan het AMK. In de zaak 09/099 heeft het college de revalidatiearts een waarschuwing opgelegd. Het college oordeelde dat de arts verwarring en onduidelijkheid ten aanzien van zijn rol en functie had veroorzaakt door zich in een e-mail aan de gezins-en voogdijinstelling te presenteren als (kinder)revalidatie arts terwijl hij in zijn hoedanigheid van medisch adviseur een advies had uitgebracht. Voorts was de onafhankelijkheid onvoldoende gewaarborgd, nu de revalidatiearts feitelijk het handelen van zijn collega’s had getoetst. Het college oordeelde dat in de gegeven omstandigheden –ernstig gehandicapt patiëntje met multipele afwijkingen- het zorgvuldiger was geweest dat de revalidatie arts in dit geval patiëntje had gezien en niet alleen op basis van de stukken en foto’s had geoordeeld. Ook was het advies niet met de vereiste mate van zorgvuldigheid opgesteld.        

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0515 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/220

      Klaagster verweet de kinderarts –samengevat weergegeven- dat hij uitsluitend op zichtbare gronden sexueel misbruik van haar dochtertje door haar vader heeft uitgesloten, medische informatie heeft verstrekt aan een niet-arts van het AMK en voorts dat hij geen actie heeft ondernomen de formulering van de aan het AMK gedane melding te corrigeren. De kinderarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard en de klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0510 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0959a

    Klaagster verwijt verweerder dat hij haar niet heeft geïnformeerd over de behandeling, geen anamnese heeft afgenomen en bij het eerste contact tot behandeling is overgegaan. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college is van oordeel dat de voorbereiding van de behandelingen vooral op het gebied van het informed consent niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Dit geldt ook voor de dossiervorming. Daarbij hebben de Aquamid-injecties op een onjuiste locatie plaatsgevonden. In zoverre gegrond. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat verweerder onjuist heeft gehandeld met betrekking tot het inspuiten van de Bio-Alcamid. Voor het overige ongegrond. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0511 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0950a

    Klaagster verwijt verweerder dat hij haar niet heeft geïnformeerd over de behandeling, geen anamnese heeft afgenomen, bij het eerste contact tot behandeling is overgegaan, klaagster onzorgvuldig en hardhandig heeft behandeld en kwetsende opmerkingen heeft gemaakt. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college is van oordeel dat de voorbereiding van de behandeling onvolledig en onzorgvuldig is geweest en de dossiervoering tekortschiet. In zoverre gegrond. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat verweerder bij de behandelingen is tekortgeschoten. Voor het overige ongegrond. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0512 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/097

      De klacht betreft de behandeling van klaagsters zoontje, verder patiëntje te noemen. Patiëntje is bekend met multipele congenitale afwijkingen. Klaagster verwijt beide kinderartsen –kort en zakelijk weergegeven- dat zij zijn tekortgeschoten in de zorg die patiëntje van hen mocht verwachten onder andere door ten onrechte een AMK melding te doen. Klaagster verwijt de revalidatiearts, die aan hetzelfde ziekenhuis verbonden is als de kinderartsen, dat hij een advies aan een gezins- en voogdij instelling heeft uitgebracht zonder het patiëntje te kennen en hem te hebben gezien. Alle drie de artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist.   De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. In de zaken 09/097 en 09/098 heeft het college de klacht afgewezen. Het college oordeelde in beide zaken met betrekking tot de melding bij het AMK dat de kinderarts in de zaak 09/097 -nadat zij informatie over het patiëntje had ingewonnen- terecht direct actie had ondernomen en conform de KNMG Meldcode en Stappenplan “Artsen en kindermishandeling” had gehandeld, waarbij in de zaak 09/098 werd vooropgesteld dat de kinderarts slechts terloops betrokken was geweest bij de melding aan het AMK. In de zaak 09/099 heeft het college de revalidatiearts een waarschuwing opgelegd. Het college oordeelde dat de arts verwarring en onduidelijkheid ten aanzien van zijn rol en functie had veroorzaakt door zich in een e-mail aan de gezins-en voogdijinstelling te presenteren als (kinder)revalidatie arts terwijl hij in zijn hoedanigheid van medisch adviseur een advies had uitgebracht. Voorts was de onafhankelijkheid onvoldoende gewaarborgd, nu de revalidatiearts feitelijk het handelen van zijn collega’s had getoetst. Het college oordeelde dat in de gegeven omstandigheden –ernstig gehandicapt patiëntje met multipele afwijkingen- het zorgvuldiger was geweest dat de revalidatie arts in dit geval patiëntje had gezien en niet alleen op basis van de stukken en foto’s had geoordeeld. Ook was het advies niet met de vereiste mate van zorgvuldigheid opgesteld.        

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0513 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/098

      De klacht betreft de behandeling van klaagsters zoontje, verder patiëntje te noemen. Patiëntje is bekend met multipele congenitale afwijkingen. Klaagster verwijt beide kinderartsen –kort en zakelijk weergegeven- dat zij zijn tekortgeschoten in de zorg die patiëntje van hen mocht verwachten onder andere door ten onrechte een AMK melding te doen. Klaagster verwijt de revalidatiearts, die aan hetzelfde ziekenhuis verbonden is als de kinderartsen, dat hij een advies aan een gezins- en voogdij instelling heeft uitgebracht zonder het patiëntje te kennen en hem te hebben gezien. Alle drie de artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist.   De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. In de zaken 09/097 en 09/098 heeft het college de klacht afgewezen. Het college oordeelde in beide zaken met betrekking tot de melding bij het AMK dat de kinderarts in de zaak 09/097 -nadat zij informatie over het patiëntje had ingewonnen- terecht direct actie had ondernomen en conform de KNMG Meldcode en Stappenplan “Artsen en kindermishandeling” had gehandeld, waarbij in de zaak 09/098 werd vooropgesteld dat de kinderarts slechts terloops betrokken was geweest bij de melding aan het AMK. In de zaak 09/099 heeft het college de revalidatiearts een waarschuwing opgelegd. Het college oordeelde dat de arts verwarring en onduidelijkheid ten aanzien van zijn rol en functie had veroorzaakt door zich in een e-mail aan de gezins-en voogdijinstelling te presenteren als (kinder)revalidatie arts terwijl hij in zijn hoedanigheid van medisch adviseur een advies had uitgebracht. Voorts was de onafhankelijkheid onvoldoende gewaarborgd, nu de revalidatiearts feitelijk het handelen van zijn collega’s had getoetst. Het college oordeelde dat in de gegeven omstandigheden –ernstig gehandicapt patiëntje met multipele afwijkingen- het zorgvuldiger was geweest dat de revalidatie arts in dit geval patiëntje had gezien en niet alleen op basis van de stukken en foto’s had geoordeeld. Ook was het advies niet met de vereiste mate van zorgvuldigheid opgesteld.        

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0508 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/232

      Klager heeft een niertransplantatie ondergaan, waarbij klaagster een nier aan hem heeft gedoneerd. Zij verwijten beide huisartsen onzorgvuldig jegens hen te hebben gehandeld door onder andere preoperatief te verzuimen regelmatig bloeddrukcontroles en bloedonderzoek bij klager te verrichten en voorts door hen postoperatief onvoldoende te begeleiden. Beide huisartsen hebben de klacht ten dele erkend en ten dele gemotiveerd betwist. Het college heeft de klachten gegrond verklaard en beide huisartsen de maatregel van een waarschuwing opgelegd.      

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0509 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/233

      Klager heeft een niertransplantatie ondergaan, waarbij klaagster een nier aan hem heeft gedoneerd. Zij verwijten beide huisartsen onzorgvuldig jegens hen te hebben gehandeld door onder andere preoperatief te verzuimen regelmatig bloeddrukcontroles en bloedonderzoek bij klager te verrichten en voorts door hen postoperatief onvoldoende te begeleiden. Beide huisartsen hebben de klacht ten dele erkend en ten dele gemotiveerd betwist. Het college heeft de klachten gegrond verklaard en beide huisartsen de maatregel van een waarschuwing opgelegd.      

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0503 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 O 218f

    Klaagster trekt ter zitting haar klacht tegen de huisarts in. Het College staakt de behandeling van de klacht.      

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0504 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 075

    Klaagster verwijt de arts dat hij haar klachten niet serieus heeft genomen, onvoldoende onderzoek heeft verricht en medicatie heeft voorgeschreven die vanwege de zwangerschap van klaagster niet had mogen worden voorgeschreven. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College wijst de klacht op al zijn onderdelen als ongegrond af.