Zoekresultaten 12041-12050 van de 12909 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0879 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-050b

    Klagers verwijten de arts, aios KNO, dat hij een verkeerde en te late diagnose heeft gesteld, onvoldoende informatie over de behandeling en gevolgen daarvan heeft gegeven, een chirurgische fout heeft gemaakt en onjuiste medicijnen heeft gegeven. Het College heeft de klacht in al haar onderdelen afgewezen.      

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0869 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/357

      De klacht is gericht tegen vijf artsen en betreft de behandeling van de moeder van klagers, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis.   Patiënte is overleden. Alle artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist.   De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. Het college heeft alle klachtonderdelen over de behandeling van patiënte –inhoudend het onvoldoende controleren van het Hb gehalte van patiënte, het onvoldoende adequaat behandelen van de kortademigheid, onvoldoende onderzoek naar de oorzaak van de infectie, het onvoldoende onderkennen en herkennen van het bij patiënte ontstane delier en het onvoldoende toezicht houden op de vocht- en voedingstoestand van patiënte- ongegrond bevonden en de klacht afgewezen. 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0870 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/358

      De klacht is gericht tegen vijf artsen en betreft de behandeling van de moeder van klagers, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis.   Patiënte is overleden. Alle artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist.   De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. Het college heeft alle klachtonderdelen over de behandeling van patiënte –inhoudend het onvoldoende controleren van het Hb gehalte van patiënte, het onvoldoende adequaat behandelen van de kortademigheid, onvoldoende onderzoek naar de oorzaak van de infectie, het onvoldoende onderkennen en herkennen van het bij patiënte ontstane delier en het onvoldoende toezicht houden op de vocht- en voedingstoestand van patiënte- ongegrond bevonden en de klacht afgewezen. 

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0865 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09217a

    Klaagster verwijt verweerder dat er na de door hem bij haar uitgevoerde grote buikoperatie blaarvorming aan haar hielen is opgetreden. De decubitusprotocollen zijn niet nageleefd. Naar het oordeel van het college kan verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De operatie en het herstel daarvan zijn goed verlopen. Er zijn geen aanwijzingen dat door of tijdens de operatie iets is gebeurd dat kan hebben bijgedragen aan het ontstaan van de decubitus. Ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0871 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/359

      De klacht is gericht tegen vijf artsen en betreft de behandeling van de moeder van klagers, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis.   Patiënte is overleden. Alle artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist.   De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. Het college heeft alle klachtonderdelen over de behandeling van patiënte –inhoudend het onvoldoende controleren van het Hb gehalte van patiënte, het onvoldoende adequaat behandelen van de kortademigheid, onvoldoende onderzoek naar de oorzaak van de infectie, het onvoldoende onderkennen en herkennen van het bij patiënte ontstane delier en het onvoldoende toezicht houden op de vocht- en voedingstoestand van patiënte- ongegrond bevonden en de klacht afgewezen. 

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0866 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09218

    Klaagster verwijt verweerder dat hij bij haar een basaalcarcinoom op haar hoofd op onjuiste wijze heeft verwijderd, onvoldoende informatie vooraf en een onjuiste postoperatieve behandeling, waarbij verweerder op het menselijke vlak is tekortgeschoten. Het college is van oordeel dat de voorlichting uitgebreider had gekund, maar dat verweerder in het voortraject en bij de operatie niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Wel was extra aandacht voor de wond nodig geweest omdat de hechtingen onder spanning waren aangebracht en heeft verweerder nadat de wond ontstoken raakte klaagster onvoldoende voorgelicht over het feit dat er uiteindelijk een grote kale plek zou ontstaan. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0867 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/355

      De klacht is gericht tegen vijf artsen en betreft de behandeling van de moeder van klagers, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis.   Patiënte is overleden. Alle artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist.   De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. Het college heeft alle klachtonderdelen over de behandeling van patiënte –inhoudend het onvoldoende controleren van het Hb gehalte van patiënte, het onvoldoende adequaat behandelen van de kortademigheid, onvoldoende onderzoek naar de oorzaak van de infectie, het onvoldoende onderkennen en herkennen van het bij patiënte ontstane delier en het onvoldoende toezicht houden op de vocht- en voedingstoestand van patiënte- ongegrond bevonden en de klacht afgewezen. 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0868 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/356

      De klacht is gericht tegen vijf artsen en betreft de behandeling van de moeder van klagers, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis.   Patiënte is overleden. Alle artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist.   De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. Het college heeft alle klachtonderdelen over de behandeling van patiënte –inhoudend het onvoldoende controleren van het Hb gehalte van patiënte, het onvoldoende adequaat behandelen van de kortademigheid, onvoldoende onderzoek naar de oorzaak van de infectie, het onvoldoende onderkennen en herkennen van het bij patiënte ontstane delier en het onvoldoende toezicht houden op de vocht- en voedingstoestand van patiënte- ongegrond bevonden en de klacht afgewezen. 

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0863 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 249/2010

    Klacht tegen verzekeringsarts. Klager is bedrijfsarts. Er is sprake van een verschil van professioneel inzicht tussen twee beroepsbeoefenaren inzake de functionele mogelijkheden van een werknemer. Een dergelijke situatie, waarbij elk oordeelt vanuit het eigen specialistisch kader, kan zich regelmatig voordoen zonder dat dit  hoeft te duiden op een onoordeelkundig oordeel van de een of de ander. Het tuchtrecht in de gezondheidszorg is niet bedoeld voor toetsing van dergelijke situaties. Klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0864 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1033

    Klager verwijt verweerder, huisarts, dat door diens ongeïnteresseerdheid en nalatigheid klagers moeder aan een hartinfarct is overleden. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college oordeelt dat verweerder op grond van beschikbare gegevens redelijkerwijs tot de gestelde diagnoses heeft kunnen komen. Oorzaak van het overlijden van patiënte is waarschijnlijk multifactorieel; geen rechtstreeks verband kan worden aangenomen met de diagnose door verweerder. Ongeïnteresseerdheid jegens patiënte is niet komen vast te staan. Klacht ongegrond.