Zoekresultaten 12871-12880 van de 13682 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0816 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.257
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0816
Klacht tegen huisarts en diens praktijkgenoot, tevens waarnemer. Klager verwijt de arts dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht en dientengevolge de diagnose van de ernstige ziekte van klager gedurende langere tijd heeft gemist. Klager verwijt de waarnemend arts dat hij niet adequaat op zijn klachten heeft gereageerd en dat hij klager onheus heeft bejegend. Klachten zijn afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is in beide zaken verworpen door het Centraal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0823 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.080
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0823
Klacht tegen huisarts en diens praktijkgenoot, tevens waarnemer. Klager verwijt de arts dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht en dientengevolge de diagnose van de ernstige ziekte van klager gedurende langere tijd heeft gemist. Klager verwijt de waarnemend arts dat hij niet adequaat op zijn klachten heeft gereageerd en dat hij klager onheus heeft bejegend. Klachten zijn afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is in beide zaken verworpen door het Centraal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0817 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.295
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0817
Klager is vanuit Frankrijk met spoed overgebracht naar een ziekenhuis in Nederland op verdenking van endocarditis met decompensatio cordis. Tijdens zijn ziekenhuisopname is klager vier maal geopereerd. Na het ontslag uit het ziekenhuis zijn ernstige lichamelijke klachten ontstaan. Klager is thans rolstoelgebonden, gebruikt zuurstof en zijn darmen zijn ernstig uitgestulpt. Volgens klager zijn de klachten het gevolg van de operaties die de thorax chirurg heeft uitgevoerd. Klager maakt de arts de volgende verwijten: tijdens de operatie zijn wond- en borstbeeninfecties ontstaan, bij de tweede of derde operatie is een stuk van het borstbeen afgebroken en versplinterd, bij de vierde operatie is het buikvlies geopend hetgeen ertoe heeft geleid dat klagers darmen naar buiten kwamen, ten onrechte is het staaldraad dat het borstbeen bij elkaar hield verwijderd, de arts heeft geen toestemming gevraagd voor de vierde operatie en klager vooraf niet gewezen op de gevolgen van de operatie en door de langdurige beademing is longemfyseem ontstaan waarvoor klager niet naar een longarts is verwezen. Het RTG heeft de klacht als ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerkt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0811 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.096
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0811
Klacht tegen huisarts en diens praktijkgenoot, tevens echtgenote. Klager verwijt de beide huisartsen dat zij de klachten van klager met betrekking tot hepatitis c niet serieus hebben genomen, waardoor hij nu gehandicapt is. Hem is niet verteld dat hepatitis c besmettelijk is. Tevens is onzorgvuldig omgegaan met een gevraagde gehandicaptenverklaring voor de verzekeraar en voor de IND. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is verworpen door het Centraal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0824 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.095
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0824
Klacht tegen huisarts en diens praktijkgenoot, tevens echtgenote. Klager verwijt de beide huisartsen dat zij de klachten van klager met betrekking tot hepatitis c niet serieus hebben genomen, waardoor hij nu gehandicapt is. Hem is niet verteld dat hepatitis c besmettelijk is. Tevens is onzorgvuldig omgegaan met een gevraagde gehandicaptenverklaring voor de verzekeraar en voor de IND. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is verworpen door het Centraal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0806 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 063/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0806
Klacht tegen arts in (eerste jaar van) opleiding tot psychiater. Patiënte onwikkelt een maligne hyperthermie als reactie op de medicatie. Snelle opbouw lamotrigine, in afwijking van de geldende richtlijn, onvoldoende onderbouwd en onvoldoende besproken met patiënte. Evenwel verantwoordelijkheid supervisor die onvoldoende invulling heeft gegeven aan die rol. Wel sprake van onvoldoende dossiervoering door verweerster wat betreft afspraken over medicatieopbouw, het ontwikkelen van koorts door patiënte en het informed consent. In verband met onvoldoende supervisering op dit onderdeel gegrond zonder maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0800 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 283/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0800
Verweerder, niet ingeschreven als bedrijfs- of verzekeringsarts werkt bij een Arbodienst en functioneert feitelijk wel als bedrijfsarts door ziekmeldingen van werknemers te beoordelen. Verweerder schendt zijn beroepsgeheim door zonder (voorafgaande) schriftelijk toestemming van klager schriftelijk medische informatie aan haar werkgever toe te verstrekken. Verweerder heeft werknemer tijdens zijn spreekuur zodanig ‘ziek’ beoordeeld dat hij haar terstond naar een PAAZ afdeling heeft verwezen. Toen zij daar niet werd toegelaten omdat de verwijzing niet via de huisarts was verlopen heeft verweerder haar korte tijd alter, zonder nader onderzoek of een nieuw consult volledig arbeidsgeschikt beoordeeld. Verweerder had dat niet mogen doen, beslissing onzorgvuldig genomen. Bovendien heeft verweerder nagelaten in deze lastige casus een geregistreerd bedrijfsarts te consulteren. Maatregel: berisping.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0807 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 064/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0807
Klacht tegen arts in opleiding tot psychiater. Patiënte onwikkelt een maligne hyperthermie als reactie op de medicatie. Het college is van oordeel dat verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt treft. Zij heeft patiënte meteen aan het begin van haar dienst gezien en onderzocht. Gelet op haar bevindingen hoefde zij op dat moment geen aanleiding te zien patiënte in te sturen. Toen verweerster later telefonisch door kreeg dat de temperatuur was gestegen tot 40,9° is zij meteen zelf naar patiënte toegegaan. Zij heeft klager, die in haar ogen in paniek was, op dat moment willen geruststellen door te zeggen dat er geen levensbedreigende situatie was en dat zij ging overleggen. Zij heeft vervolgens overleg gehad met de somatische achterwacht en met het ziekenhuis waarna de ambulance is gebeld. Het college is van oordeel dat deze handelwijze zorgvuldig is geweest. Met verweerster is het college van oordeel dat het te betreuren valt dat bij klager de indruk is ontstaan dat hij heeft moeten aandringen om patiënte in te sturen. De woorden van verweerster zijn kennelijk door klager op een bepaalde manier geïnterpreteerd maar hiervan kan verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0801 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 316/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0801
Klacht tegen arts niet in opleiding (ANIOS) tot chirurg. Klager is tijdens motorcross op zijn rug gevallen. Verweerster heeft hierbij de diagnose wervel-/ribfracturen gemist. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0808 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 065/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0808
Klacht tegen internist. Psychiatrisch patiënte onwikkelt een maligne hyperthermie als reactie op de medicatie.Het college is van oordeel dat niet gebleken is dat verweerster de ernst van de situatie niet goed heeft ingeschat. Zij heeft patiënte zelf onderzocht en kon op basis van de uitkomsten van dit onderzoek tot de conclusie komen dat er op dat moment geen aanleiding was om patiënte in te sturen. Zij heeft zorgvuldig gehandeld door de toediening van lamotrigine stop te zetten en een beleid op te stellen als handvat voor verpleegkundigen en artsen. Ten slotte is er onvoldoende grond om het uitgangspunt van klager te kunnen aanvaarden dat verweerster heeft geweten van de versnelde medicatieopbouw en dit in de doofpot heeft willen stoppen. Klacht ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1287
- Pagina: 1288
- Pagina: 1289
- ...
- Pagina: 1369
- Volgende pagina zoekresultaten