ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0966 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/317P

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0966
Datum uitspraak: 23-11-2010
Datum publicatie: 22-03-2011
Zaaknummer(s): 2009/317P
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Gegrond, waarschuwing
Inhoudsindicatie:   Klaagster verweet de psychotherapeut dat zij in strijd met de wettelijke bewaartermijn van 15 jaar haar patiëntendossier had vernietigd. De psychotherapeut heeft verweer gevoerd. Het college oordeelde dat de psychotherapeut -ondanks haar excuses aan klaagster over het verloren gaan van het dossier en het inzicht in haar handelen- had gehandeld in strijd met artikel 7:454 lid 3 BW en heeft de psychotherapeut de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE AMSTERDAM

Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 20 oktober 2009 binnengekomen klacht van:

A,

wonende te B,

k l a a g s t e r,

tegen

C,

psychotherapeut,

wonende en werkzaam te D,

v e r w e e r s t e r,

1. Het verloop van de procedure.

Het college heeft kennisgenomen van:

-                     het klaagschrift;

-                     het antwoord;

-                     de correspondentie betreffende het vooronderzoek.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare terechtzitting behandeld.

Verweerster was aanwezig. Klaagster was afwezig met bericht van verhindering.

2. De feiten.

Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting heeft plaatsgevonden kan van het volgende worden uitgegaan:

Klaagster is bij verweerster van oktober 1999 tot en met februari 2000 onder behandeling geweest. In juli 2009 heeft klaagster een afschrift van haar dossier opgevraagd. Verweerster kon aan dit verzoek niet voldoen omdat zij niet meer in het bezit was van het dossier.

3. Het standpunt van klaagster en de klacht.

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster het dossier te vroeg heeft vernietigd en zich daarmee niet heeft gehouden aan de wettelijke bewaartermijn.

4. Het standpunt van verweerster.

Verweerster heeft erkend dat zij het dossier te vroeg heeft vernietigd. Zij heeft gesteld dat zij dit echter niet met opzet heeft gedaan maar per ongeluk.

5. De overwegingen van het college.

Ingevolge het bepaalde in artikel 7:454 lid 3 BW heeft een hulpverlener de plicht om een patiëntendossier vijftien jaar te bewaren. Verweerster heeft ter terechtzitting verklaard zich de precieze toedracht niet meer te kunnen herinneren. Mogelijk heeft zij het dossier per ongeluk vernietigd tezamen met een ander dossier dat bewaard was in dezelfde map. Voorts heeft zij uitdrukkelijk te kennen gegeven dat zij haar praktijk op orde heeft en dat zij zich bewust is van haar bewaarplicht.

Ondanks de excuses van verweerster aan klaagster over het verloren gaan van het dossier en het inzicht in haar handelen zal de klacht gegrond worden verklaard.

Verweerster heeft immers gehandeld in strijd met een wettelijke bepaling. Dat is haar tuchtrechtelijk te verwijten nu er geen gronden of omstandigheden ter kennis van het college zijn gekomen die tot een ander oordeel zouden moeten leiden.   

De conclusie van het voorgaande is dat de klacht gegrond is. Verweerster heeft gehandeld in strijd met de zorg die zij ingevolge artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg  jegens patiënte had behoren te betrachten

De oplegging van na te melden maatregel, die een zakelijke terechtwijzing is die de onjuistheid van een handelwijze naar voren brengt zonder daarop een stempel van laakbaarheid te drukken, is daarvoor passend en toereikend.

6. De beslissing.

Het Regionaal Tuchtcollege waarschuwt verweerster.

Aldus gewezen op 28 september 2010 door:

mr. T.L. de Vries, voorzitter,

drs. L.J.J.M Geertjens en drs. P. Citroen, leden-psychotherapeut,

mr. T.H.C. Coert, secretaris,

en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 23 november 2010 door de voorzitter in aanwezigheid van de secretaris.

w.g. T.L de Vries, voorzitter

w.g. T.H.C. Coert, secretaris