Zoekresultaten 12841-12850 van de 12883 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0038 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 256/2008

      Centraal in deze procedure staat de rapportage die verweerder als deskundige op verzoek van de rechtbank in een procedure van klager tegen een chirurg en diens ziekenhuis heeft opgesteld. Het college toetst ten volle of het onderzoek uit een oogpunt van vakkundigheid en zorgvuldigheid de toets der kritiek kan doorstaan. Met betrekking tot de conclusie van de rapportage vindt slechts een marginale toetsing plaats.   Verweerder die de klager zelf onderzocht heeft, heeft naar aanleiding van zijn anamnese een bepaalde (kwalificerende) opmerking gemaakt die feitelijk onjuist was. Daarop geattendeerd in de procedure verandert hij de feiten niet omdat dat volgens hem voor zijn conclusie niet van belang is. Het college acht dit niet zorgvuldig en vindt de klacht in die zin gegrond. Als een deskundige een bewering doet dient uit een oogpunt van zorgvuldigheid geverifieerd te zijn of de feitelijke weergave juist is, ongeacht of het betreffende relevant wordt geacht voor de (latere) conclusie. Zeker als de deskundige zoals in dit geval beschikte over voldoende informatie die hij niet had bekeken en zeker als de gewraakte bewering voor de lezer van het rapport toch de suggestie wekt dat het vermeende feit wel relevant is voor de beoordeling van de door de rechtbank gestelde vragen. Het verweer dat klager de deskundige daar niet eerder op geattendeerd zou hebben miskent dat de verantwoordelijkheid voor de anamnese bij de dokter ligt. Zeker toen verweerder op de hoogte was van zijn omissie had hij aan moeten geven dat hij zich had vergist en dat hij de feiten ten onrechte niet had genoteerd. Hierbij had hij dan tevens (voldoende gemotiveerd) aan kunnen geven dat hij dat echter niet relevant vond. Door nu te benadrukken dat hij zelf niet had gehoord over de feiten creëert verweerder een onjuiste beeldvorming.   Voor het overige voldoet het rapport aan de tuchtrechtelijke toetsing norm. Verweerder heeft gemotiveerd waarom hij, ondanks de gemaakte fout bij de weergave van de feiten, zijn conclusie ook later heeft gehandhaafd. Die conclusie is niet evident onjuist of onbegrijpelijk en kan derhalve de marginale toets, zoals het college die dient te hanteren, doorstaan. De overige klachten houden allen verband met deze conclusie. Het is niet de taak van het college om op de inhoudelijke vragen in te gaan die daarmee samenhangen maar van enige strijdigheid met de aan een rapportage te stellen zorgvuldigheidseisen is ook behoudens het hiervoor behandelde, niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0039 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09143

    Klaagster verwijt verweerder dat hij op 20 maart 2009 beelden van een oude PET-CT heeft beoordeeld, te weten die van 19 december 2008, in plaats van de nieuwe van 20 maart 2009. Verweerder heeft hierdoor ten onrechte medegedeeld dat het kankerplekje in het borstbeen van klaagster niet groter was geworden. Klaagster loopt hierdoor grote gezondheidsrisico’s. Verweerder erkent dat hij een fout heeft gemaakt doordat hij in maart 2009 oude in plaats van de nieuwe foto’s heeft beoordeeld. Deze fout is ontstaan doordat verweerder bij het oproepen van de foto’s in maart 2009 de computer niet “gerefreshed” heeft, waardoor de laatste foto niet op het scherm is verschenen. Ter zitting heeft verweerder nog aangegeven dat de datum van de foto op het computerscherm zichtbaar is, maar dat hij kennelijk niet gezien heeft dat het een oude foto betrof. Het college is van oordeel dat vast staat dat verweerder een fout heeft gemaakt door in maart 2009 niet de nieuwe, maar oude beelden te beoordelen. Dit wordt ook niet betwist door verweerder. Het college verklaart de klacht dan ook gegrond. Het college legt verweerder de maatregel van waarschuwing op.    

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0040 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/181

    Klaagster wordt in beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de beroepsgronden niet duidelijk zijn omschreven. Ook nadat klaagster in de gelegenheid is gesteld om deze onvolkomenheid te herstellen valt onvoldoende op te maken wat de gronden van beroep tegen de bestreden beslissing zijn. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0032 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2008/304

    Klacht tegen plastisch chirurg over lipolyse behandeling. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht over de informatieverschaffing en de nabehandeling gegrond en legt de maatregel van berisping op. In beroep wordt geoordeeld dat er wel sprake is geweest van informed consent en wordt de beslissing in eerste aanleg in zoverre vernietigd. Het oordeel dat de nabehandeling onder de maat was wordt in beroep bevestigd. De opgelegde maatregel wordt eveneens bevestigd omdat het ontbreken van een adequate regeling voor nazorg tenminste voor een deel structureel wordt geacht.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0031 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 198/2008

    Klacht tegen psychiater. In behandelrelatie van 13 jaar werden onder andere over en weer persoonlijke attenties gegeven en was er een druk fax-, telefoon- en e-mailverkeer tussen klaagster en verweerster. Klacht: onvoldoende zorg, verkeerde diagnose, niet doorverwijzen, aannemen en geven van cadeaus, huisarts niet informeren en overvloedig voorschrijven van medicatie. Klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0028 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/042

      De huisarts wordt door de zoon van de patiënte verweten dat hij ondanks herhaalde verzoeken heeft geweigerd een visite af te leggen. Patiënte is overleden aan een maagbloeding. De huisarts voert gemotiveerd verweer. Het college oordeelt dat de klacht ongegrond is en dat zij niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0029 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2008/127

      Klager verwijt de bedrijfsarts onzorgvuldig jegens hem te hebben gehandeld toen hij arbeidsongeschikt was. De bedrijfsarts voert gemotiveerd verweer. Het college heeft de klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0030 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2008/126Vp

      Klager verwijt de verpleegkundige onzorgvuldig jegens hem te hebben gehandeld toen hij arbeidsongeschikt was. Verweerder voert gemotiveerd verweer. Het college heeft de klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0070 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2008/254

      Klagers vrouw is na een knieoperatie overleden als gevolg van een longontsteking en sepsis. Het is volgens klager aannemelijk dat het postoperatief toedienen van grote hoeveelheden morfine mede tot de dood van zijn vrouw heeft geleid. Klager verwijt de anesthesioloog dat hij de morfine heeft toegediend terwijl hij op de hoogte had kunnen zijn van het mogelijke bestaan van een obstructief slaap apneu syndroom. Voorts wordt de anesthesioloog verweten dat hij niet toegezien heeft op een juiste hantering van de PCA-pomp en ten derde dat hij de alarmoproep van de verpleegkundigen niet voldoende serieus heeft genomen. Het college achtte de aan de anesthesioloog verweten en deels gegrond bevonden klachtonderdelen ernstig van aard en heeft de anesthesioloog een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0027 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 013/2009

    Gemiste greenstick fractuur van de onderarm bij een 2-jarig kind. Zorgvuldig onderzoek. Klacht niet gegrond.