Zoekresultaten 10401-10410 van de 12883 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2012:YG2494 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1233a

    Uroloog. Klaagster verwijt verweerder in het kort dat zij niet door verweerder, maar door een uroloog die de operatie nog moest leren is geopereerd, dat door onzorgvuldig handelen tijdens de operatie een darmperforatie is ontstaan en dat er onvoldoende nazorg heeft plaatsgevonden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2012:YG2495 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1233b

    Uroloog. Klaagster verwijt verweerder in het kort dat tijdens de operatie in juni 2011 niet is overgestapt op de oude manier van opereren, verweerder patiënte destijds als proefkonijn heeft gebruikt, na melding van plasklachten in september 2011 geen scan of cystoscopie heeft laten verrichten en in december 2011 verzuimd heeft patiënte te verwijzen voor chemotherapie. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2496 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 113/2012

    Huisarts schrijft jarenlang herhaalrecept Dermovate voor (cat. IV steroide) bij jonge patiente zonder dat hier controle op plaatsvindt. Gevaar dat onvoldoende gecontroleerd steeds haalrecepten worden voorgeschreven, komt naar het oordeel van het college veel vaker voor. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2497 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 018/2012

    Onprofessionele en onethische behandelrelatie GZ-psychologe; persoonlijke relatie bij/na behandeling anorexiepatiënte. Schorsing inschrijving.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2483 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.361

    Klacht tegen GGZ-arts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard en het verzoek om een kostenveroordeling afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2491 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2011/402

    Klager verwijt de BMA arts dat hij ten onrechte heeft geconcludeerd dat de behandelingsmogelijkheden in het Afghanistan voldoende zijn. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2484 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.362

    Klacht tegen GGZ-arts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard en het verzoek om een kostenveroordeling afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege is anders dan het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat een geanonimiseerde verstrekking van medische rapportages een niet toegestane beperking is van het recht op inzage en verstrekking als bedoeld in artikel 7:456 BW. Hoewel het Centraal Tuchtcollege begrip heeft voor de GGZ-arts die een situatie van onverpleegbaarheid heeft willen voorkomen gelet op de omstandigheid dat er binnen de woongroep van klager spanningen heersten als gevolg van het – in meer en mindere mate – dwingende gedrag van klager en de omstandigheid dat ook de communicatie tussen klager en de verpleegkundigen van het vaste personeel zeer moeizaam was, maakt dit het hiervoor gegeven oordeel niet anders. Zowel tijdens de procedure in eerste aanleg als in hoger beroep is ook door de GGZ-arts erkend dat het dossier niet geanonimiseerd verstrekt had mogen worden en dat het volledige dossier alsnog aan klager is verstrekt. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat gelet op de door de GGZ-arts geschetste omstandigheden en de wijze waarop het recht op inzage en afschrift van klager vervolgens alsnog volledig is gerespecteerd, het handelen van de GGZ-arts niet dusdanig ernstig dat haar daarvan een tuchtrechtelijk verwijt moet worden gemaakt. Het Centraal Tuchtcollege acht het eerste klachtonderdeel, hoewel op andere gronden, evenals het Regionaal Tuchtcollege ongegrond. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2492 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2011/479

    Klager verwijt de BMA-arts onder andere dat hij geen zelfstandig onderzoek heeft verricht naar de behandelmogelijkheden in Afghanistan en evenmin heeft onderzocht of de zorg aldaar voor klager toegankelijk en effectief is. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2485 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.363

    Klacht tegen psychiater. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard en het verzoek om een kostenveroordeling afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege is anders dan het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat een geanonimiseerde verstrekking van medische rapportages een niet toegestane beperking is van het recht op inzage en verstrekking als bedoeld in artikel 7:456 BW. Hoewel het Centraal Tuchtcollege begrip heeft voor de psychiater die een situatie van onverpleegbaarheid heeft willen voorkomen gelet op de omstandigheid dat er binnen de woongroep van klager spanningen heersten als gevolg van het – in meer en mindere mate – dwingende gedrag van klager en de omstandigheid dat ook de communicatie tussen klager en de verpleegkundigen van het vaste personeel zeer moeizaam was, maakt dit het hiervoor gegeven oordeel niet anders. Zowel tijdens de procedure in eerste aanleg als in hoger beroep is ook door de psychiater erkend dat het dossier niet geanonimiseerd verstrekt had mogen worden en dat het volledige dossier alsnog aan klager is verstrekt. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat gelet op de door de GGZ-arts geschetste omstandigheden en de wijze waarop het recht op inzage en afschrift van klager vervolgens alsnog volledig is gerespecteerd, het handelen van de psychiater niet dusdanig ernstig dat haar daarvan een tuchtrechtelijk verwijt moet worden gemaakt. Het Centraal Tuchtcollege acht het eerste klachtonderdeel, hoewel op andere gronden, evenals het Regionaal Tuchtcollege ongegrond. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2479 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.237

    Klager verwijt de aangeklaagde psychiater: 1.dat hij oneigenlijk gebruik heeft gemaakt van zijn positie en klager de kans heeft ontnomen om zijn zoon aan te geven en te erkennen; 2. dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn positie en ervoor heeft gezorgd dat klager niet bij patiënte kon blijven wonen, waardoor de weg werd geopend voor ingrijpen door jeugdzorg en het leven van klager en zijn gezin werd verstoord; 3. dat hij de inbreng van klager in de behandeling van patiënte wat betreft haar (culturele) achtergrond en de vraag of zij HIV-positief was heeft genegeerd; 4. dat hij heeft nagelaten patiënte te verwijzen naar een andere behandelaar die rekening hield met haar culturele achtergrond. Het RTG heeft klager wat betreft klachtonderdeel 4 niet-ontvankelijk verklaard (geen rechtstreeks belanghebbende). De overige klachtonderdelen zijn als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.