ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2496 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 113/2012

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2496
Datum uitspraak: 13-12-2012
Datum publicatie: 13-12-2012
Zaaknummer(s): 113/2012
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Gegrond, waarschuwing
Inhoudsindicatie: Huisarts schrijft jarenlang herhaalrecept Dermovate voor (cat. IV steroide) bij jonge patiente zonder dat hier controle op plaatsvindt. Gevaar dat onvoldoende gecontroleerd steeds haalrecepten worden voorgeschreven, komt naar het oordeel van het college veel vaker voor. Klacht gegrond, waarschuwing.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing d.d. 13 december 2012 naar aanleiding van de op 10 mei 2012 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A , wonende te B,

k l a a g s t e r

-tegen-

C , huisarts, werkzaam te B,

bijgestaan door mr. S.M. Steegmans verbonden aan VvAA te Utrecht,

v e r w e e r d e r

1.      HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het college heeft kennisgenomen van:

- het klaagschrift met de bijlagen;

- het verweerschrift met de bijlagen;

- het proces-verbaal van het vooronderzoek.

De zaak is behandeld ter openbare zitting van 26 oktober 2012 , alwaar partijen zijn verschenen, verweerder vergezeld van zijn raadsvrouwe.

2.      DE FEITEN

Op grond van de stukken, waaronder het als bijlage bij het verweerschrift overgelegde medisch dossier, en het verhandelde ter zitting dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Klaagster, geboren 15 april 1989, is op 7 mei 1991 op het spreekuur gezien door een dermatoloog vanwege constitutioneel eczeem. De dermatoloog schreef Droxaryl zalf voor en adviseerde evaluatie.

Tot 1995 heeft verweerder herhaalrecepten voor Droxaryl zalf gegeven.

Op 30 juni 1995 bezocht klaagster het spreekuur van verweerder. Verweerder noteerde:

“Het eczeem vlamt weer op. Van kennis Dermovate gekregen → dat helpt goed.” Verweerder heeft een recept voor hydrocortison 10 MG/G uitgeschreven om tweemaal per dag dun mee te smeren. Op 11 juli en 17 augustus 1995 heeft verweerder deze recepten herhaald. Op

28 september heeft verweerder een recept voor Dermovate zalf C, 2% AC Salicylicum uitgeschreven. Voor deze zalf heeft verweerder wisselend vanaf augustus 1995 tot en met eind 2011 twee tot acht keer per jaar herhaalrecepten gegeven, tot en met 2004 met 2% AC Salicylicum en vanaf 2005 zonder.

Op 27 november 2007 bezocht klaagster de praktijk van verweerder in verband met striae. Verweerder noteerde: ‘Niets aan te doen helaas.”

Op 1 september 2010 heeft de assistente van verweerder in het dossier genoteerd: “Wil herhaalrecept voor eczeem. Wil andere zalf ivm dun wordende huid.” Op 13 september 2010 is vervolgens genoteerd: “Wil overstappen op lagere klasse zalf.” En op 20 september 2010: “Wil toch weer over naar demovatezalf.”.

Op 7 december 2011 bezocht klaagster het spreekuur van verweerder in verband met darmklachten. Verder gaf zij aan dat haar eczeem alleen rustig bleef door het gebruik van Dermovate. Verweerder heeft klaagster doorgestuurd naar de dermatoloog. In zijn verwijsbrief heeft verweerder opgeschreven:

“naar de polikliniek Dermatologie wegens gegeneraliseerde jeuk, waarschijnlijk op basis van eczeem, met een zeer royaal gebruik van Dermovate zalf, mij ontkomen bij de herhaalrecepten”.

De dermatoloog constateerde een atopische constitutie met overmatig lokaal steroïdegebruik.

3.      HET STANDPUNT VAN KLAAGSTER EN DE KLACHT

Klaagster verwijt verweerder -zakelijk weergegeven- dat hij de hormoonzalf nooit had mogen voorschrijven op zo’n jonge leeftijd en niet voor zo’n lange termijn.

4.      HET STANDPUNT VAN VERWEERDER

Verweerder voert -zakelijk weergegeven- aan dat de klacht betreffende het voorschrijven van de hormoonzalf op jonge leeftijd niet gegrond is.

Dat de zalf te langdurig is voorgeschreven erkent verweerder. Hij heeft dit gedaan zonder dat hij een duidelijk beeld had hoe lang/hoe vaak klaagster de zalf gebruikte. Naar aanleiding van het gebeurde heeft verweerder zijn praktijkorganisatie aangepast. Verweerder verzoekt het college bij de beoordeling van de klacht rekening te houden met alle feiten en omstandigheden die in deze situatie een rol hebben gespeeld.

5.      DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

5.1               

Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2

Verweerder is er zich van bewust dat hij Dermovate nooit zo lang in dergelijke hoeveelheden had mogen voorschrijven. Dat is het college met hem eens. Verder is niet gebleken dat verweerder klaagster in 1995 of daarna heeft gewaarschuwd voor het langdurig gebruik van de zalf. Evenmin heeft verweerder tijdens het consult op 27 november 2007 de klacht over striae in verband bracht met overmatig gebruik van de door hem steeds voorgeschreven Dermovate. Deze onzorgvuldigheden leiden tot een gegronde klacht.

5.3

Bij de beoordeling van deze klacht ziet het college onder ogen dat de praktijk van verweerder wat het voorschrijven van herhaalrecepten betreft niet veel zal hebben afgeweken van andere huisartsenpraktijken. Veelal verwerken de assistentes elektronisch de herhaalrecepten en gaat de huisarts de lijst met de herhaalrecepten van de dag na. De assistentes zijn vaak geïnstrueerd de frequentie, doses, aard en het gebruik van de herhaalmedicatie na te gaan maar doen dat doorgaans niet bij alle recepten. Verder zal de apotheek bij (extreem) afwijkend voorschrijven aan de bel trekken. Vaste procedures daarvoor lijken echter te ontbreken. Het is in elk geval niet gebruikelijk dat de controlerende huisarts de historie van de herhaalrecepten nagaat alvorens het recept te accorderen; de huisarts zelf controleert per saldo dus marginaal.

5.4

In onderhavig geval handelde de assistente van verweerder de herhaalrecepten af. Zij heeft daarbij niet onderkend dat klaagster al jarenlang herhaalrecepten kreeg voor Dermovate, een categorie IV steroïde. Bij de - handmatige - dagelijkse controle van de herhaalrecepten heeft verweerder zich dit evenmin gerealiseerd. Tot slot heeft ook de apotheek in al die jaren nimmer alarm geslagen. Het komt er dus op neer dat geen enkel controlemechanisme heeft gewerkt en dat bergt risico's in zich die heden ten dage in het algemeen niet goed worden ondervangen door de huisarts die eindverantwoordelijk is.

5.5

Verweerder heeft de werkwijze in zijn praktijk inmiddels in die zin aangepast dat hij dagelijks een overleg heeft met de assistentes over (herhaal)recepten. Alle dossiers met herhaalrecepten voor benzodiazepinen en dermale steroïden zijn of worden doorgelicht ter voorkoming van nieuwe fouten. De assistente is tot slot strenger geïnstrueerd.

5.6

De conclusie is dat verweerder ten aanzien van klaagster nalatig is geweest en tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Daarbij past een maatregel. Het college is verder van oordeel dat, om redenen aan het algemeen belang ontleend, deze beslissing op na te noemen wijze zal worden bekendgemaakt.

6.      DE BESLISSING

Het college:

-         waarschuwt verweerder;

-         bepaalt dat deze beslissing nadat deze onherroepelijk is geworden in geanonimiseerde vorm in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften ‘Huisarts en Wetenschap’, ‘Medisch Contact’, ‘Tijdschrift voor Gezondheidsrecht’, ‘Gezondheidszorg Jurisprudentie’ en ‘Pharmaceutisch Weekblad’.

Aldus gedaan in raadkamer door mr. Th.C.M. Willemse, voorzitter, mr. dr. Ph.S. Kahn, lid-jurist, G.W.A. Diehl en J.M. Komen en A.M. Rijken, leden-geneeskundigen, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 13 december 2012  door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van

mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris.

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

 

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:

a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b. degene over wie is geklaagd;

c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.