Zoekresultaten 19481-19490 van de 21729 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2242 Raad van Discipline Arnhem 11-57

    Het verwijt dat verweerder sub 1 klager niet heeft gewezen op de wijze waarop hij bezwaar kan maken tegen de declaraties van zijn kantoor is ongegrond omdat klager er blijk van heeft gegeven op de hoogte te zijn van de mogelijkheden. Het verwijt dat verweerder sub 1 de declaraties niet ter begroting aan de Raad van Toezicht heeft gestuurd mist feitelijk grondslag omdat inmiddels een begrotingsverzoek is ingediend. Beide onderdelen van de klacht tegen klager sub 1 zijn ongegrond. De klacht tegen de overige verweerders is niet-ontvankelijk omdat zij op geen enkele wijze zijn betrokken bij het incasseren van de declaraties die aan klager zijn gestuurd.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2243 Raad van Discipline Arnhem 11-94

    De klacht tegen verweerder sub 1 wordt terugverwezen naar de deken omdat de deken hem niet in de gelegenheid heeft gesteld om te reageren op de klacht. Omdat klager destijds de aan hem toegestuurde declaraties heeft voldaan behoefde verweerder sub 2 hem niet te wijzen op de mogelijkheden om bezwaar te maken tegen de declaraties. Om diezelfde reden behoefte verweerder sub 2 geen bedrag over te maken naar de dekenrekening en ook geen begrotingsverzoek in te dienen. De klacht tegen verweerder sub 2 is ongegrond. De overige verweerders hebben geen bemoeienis gehad met de aan klager verleende rechtshulp. Daarom is de tegen hen ingediende klacht niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2244 Raad van Discipline Arnhem 11-147

    Klager klaagt er over dat verweerster teveel uren aan hem in rekening heeft gebracht voor de door haar verrichte werkzaamheden en onnodige proceshandelingen heeft verricht en teveel griffierecht aan hem in rekening heeft gebracht. Over het aantal uren dat in rekening is gebracht is in het kader van de begrotingsprocedure geoordeeld. Gezien de uitkomst van deze procedure staat vast dat verweerster niet een excessief aantal uren aan klager in rekening heeft gebracht. Daarom is geen taak meer weggelegd voor de tuchtrechter. Niet is komen vast te staan dat onnodige proceshandelingen zijn verricht. Het teveel aan klager in rekening gebrachte griffierecht is ongedaan gemaakt. Alle onderdelen van de klacht zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2241 Raad van Discipline Arnhem 11-49

    Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2011:YA2240 Raad van Discipline Leeuwarden 50/11 91/11

    De deken heeft een drietal bezwaren tegen verweerder ter kennis van de raad gebracht. Alle bezwaren houden in dat verweerder tijdens zijn schorsing werkzaamheden heeft verricht die tot het werkgebied van een advocaat behoren. De raad heeft één bezwaar ongegrond verklaard omdat niet is komen vast te staan dat het verweerder was die in een telefonisch onderhoud met de secretaresse van de advocaat van een wederpartij vragen heeft beantwoord over een processtuk uit het dossier. Ten aanzien van de overige twee dekenbezwaren heeft de raad het volgende overwogen. Vast is komen te staan dat verweerder in de maand mei 2011 meermalen telefonisch contact heeft gehad met de advocaat van een wederpartij over een lopend dossier waarbij het geheel van de zaak, de achtergrond, de opzet en de noodzaak van een procedure aan de orde zijn geweest. Verweerder heeft de advocaat om toezending van stukken gevraagd en heeft hem een brief in het vooruitzicht gesteld. De raad heeft geoordeeld dat deze contacten niet anders kunnen worden gekwalificeerd dan als de werkzaamheden van een advocaat, waarmee verweerder in strijd met de hem opgelegde schorsing heeft gehandeld. Dat verweerder bij deze contacten, naar hij stelt, zou hebben geput uit zijn kennis van het dossier uit het verleden, maakt dat niet anders. Voorts is komen vast te staan dat verweerder in het kader van een hoger beroepprocedure waarin hij de belangen van een cliënte behartigde, na het ingaan van zijn schorsing een bespreking heeft gehad met die cliënte ter voorbereiding van het pleidooi dat in die zaak zou plaatsvinden. Verweerder heeft aantekeningen van dat gesprek gemaakt ten behoeve van de pleitnota en heeft gesteld dat hij zijn kantoorgenoot heeft geadviseerd over het opstellen daarvan. Ook heeft hij het arrest van het hof met de cliënte besproken, waarbij de mogelijkheid van het vragen van een cassatieadvies aan de orde is geweest. Verweerder heeft ontkend dat hij de pleitnota en de notitie ten behoeve van het vragen van cassatieadvies zelf heeft opgesteld, maar de raad acht die ontkenning niet geloofwaardig in het licht van de brieven van zijn kantoorgenoot aan de cliënte waarin deze onder meer heeft vermeld dat de afspraken die verweerder met de cliënte had gemaakt, niet inhielden dat van hem, de kantoorgenoot, "enige activiteit" werd verlangd. De raad heeft geoordeeld dat verweerder - ook in het geval hij de pleitnota en de notitie ten behoeve van de cassatie niet zelf heeft geschreven - aldus werkzaamheden heeft verricht die behoren tot het werkgebied van de advocaat. De raad heeft beide bezwaren gegrond verklaard en verweerder mede gezien de lange lijst met tuchtrechtelijke veroordelingen, waaronder de hem recentelijk opgelegde langdurige onvoorwaardelijk schorsing, de maatregel van schrapping van het tableau opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2322 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 91 - 2011

    Indien, zoals verweerder stelt, de betreffende factuur geen betrekking had op de door klaagster gestelde prijsafspraak voor de gehele zaak, betekent dit dat door verweerder nog niet verrichte werkzaamheden bij klaagster in rekening zijn gebracht, wat verweerder tuchtrechtelijk valt aan te rekenen. Het vorderen van een wettelijke verhoging staat het vorderen van de wettelijke rente over de hoofdsom niet in de weg. Niet gebleken dat verweerder eventuele verdelingskosten voor klaagster inzichtelijk heeft gemaakt en de beslissing om met inachtneming daarvan al dan niet tot incasso over te gaan aan haar heeft voorgelegd. Hoewel een cliënt zelf tot aanvraag van peiljaarverlegging dient over te gaan, mag van een advocaat worden verwacht dat hij zijn cliënt op deze mogelijkheid wijst en zijn cliënt daarin adviseert. Nadat vonnis is gewezen onvoldoende adequaat gehandeld, en ten onrechte nagelaten op verzoek van zijn cliënte de executie van het vonnis ter hand te nemen. Klacht over trage afhandeling ten onrechte aangegrepen om werkzaamheden te beëindigen. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij zijn cliënt uitlegt hoe op grond van een proceskostenveroordeling aan hem betaalde proceskosten zich verhouden tot hetgeen hij aan zijn cliënt in rekening heeft gebracht. Klacht gegrond; onvoorwaardelijke schorsing 14 dagen

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2235 Raad van Discipline Arnhem 11-123

    De klacht behelst het verwijt, dat verweerster niet tijdig een deskundigenrapport heeft opgevraagd en in de procedure bij de Centrale Raad van Beroep heeft overgelegd. De klacht mist feitelijke grondslag. Uit het dossier blijkt dat met de voorgangster van verweerster een andere afspraak is gemaakt en niet gebleken is dat klager na overname van de zaak door verweerster op die afspraak is teruggekomen. Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2236 Raad van Discipline Arnhem 11-44

    Klaagster had een verklaring afgelegd ten behoeve van een zakelijke relatie, cliënt van verweerder. Toen die relatie ten einde kwam heeft klaagster die verklaring in willen trekken. Verweerder heeft daar niet aan mee willen werken. Klaagster verwijt hem dat. Klacht kennelijk ongegrond omdat de verklaring was ingebracht door de cliënt van verweerder, verweerder af mocht gaan op de juistheid daarvan zolang hem niet van onjuistheid was gebleken, de door klaagster beweerde onjuistheid alleen gelegen was in de door haar in die verklaring aangenomen hoedanigheid, terwijl verweerder alvorens een besluit omtrent klaagsters verzoek te nemen advies heeft ingewonnen bij de deken.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2237 Raad van Discipline Arnhem 11-67

    Verweerder handelde niet klachtwaardig door ook met de partner van klaagster te communiceren, nu deze partner van aanvang af bij de zaak betrokken was en als aanspreekpunt fungeerde. Verweerder heeft geen brieven gedeclareerd die buiten het bereik van de toevoeging vielen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2238 Raad van Discipline Arnhem 11-71

    Verweerder is tekort geschoten in voorbereiding conclusie van antwoord en comparitie van partijen door geen commentaar te vragen op concept-conclusie, niet te inventariseren welke stukken nog ingebracht dienden te worden, ten onrechte de verwachting te wekken dat er nog wel een tussenvonnis met bewijsopdracht zou komen. Het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde vonnis te laat – ruim twee weken na vonniswijzing - toegestuurd. Declaraties niet gespecificeerd, zelfs nog niet nadat daarover was geklaagd. Enkele waarschuwing.