Zoekresultaten 17891-17900 van de 20337 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2394 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3842/11.244a

    Op basis van de tegenstrijdige verklaringen van klager en de advocaat kan niet worden vastgesteld dat de advocaat voor klagers aanhouding en detentie verantwoordelijk is. De advocaat is overigens niet bevoegd tot het nemen van de beslissing om klager aan te houden en een gerechtelijke uitspraak ten uitvoer te leggen. Een beslissing tot de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf wordt genomen door het Openbaar Ministerie.   Uit de stukken, noch anderszins is gebleken dat de advocaat de hem toekomende ruime mate van vrijheid om de belangen van zijn client te behartigen te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Klager heeft zijn stellingen onvoldoende nader onderbouwd, zodat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag van de advocaat. Voorts heeft klager geen feiten en omstandigheden gesteld en aangetoond, waaruit afgeleid kan worden dat het de advocaat niet vrijstond zich als advocaat van klagers wederpartij op verjaring van klagers vordering te beroepen.   De tuchtrechter is niet bevoegd te oordelen over een vordering dat een advocaat een door zijn gedraging veroorzaakte schade geheel of gedeeltelijk dient te vergoeden. Een vordering tot vergoeding van schade in dat kader kan alleen aanhangig worden gemaakt bij de civiele rechter.   De klachtenonderdelen a tot en met d zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2400 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3853/11.255

    Verweerder heeft - in zijn hoedanigheid van deken - geprobeerd de geschillen tussen klaagster en haar voormalig echtgenoot door middel van mediation tot een oplossing te brengen. Het is daarbij niet de taak van verweerder – in zijn hoedanigheid van deken - klaagster bij te staan of haar belangen te behartigen. Voorts behoort het tot de beleidsvrijheid die een advocaat in die functie toekomt op welke wijze hij invulling geeft aan zijn taak als bemiddelaar.   De Raad wijst klachtonderdelen a tot en met f als kennelijk ongegrond en klachtonderdeel g als kennelijk niet-ontvankelijk af.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2457 Raad van Discipline Arnhem 11-145

    Geen handelen  i.s.m. Gedragsregel 9 doordat advocaat ondanks  uitdrukkelijk verzoek van cliënt om dat niet te doen toch telefonisch contact heeft gehad met de wederpartij.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2452 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3707/11.109

      Klacht dat de advocaat  heeft geweigerd om namens klager zonder voorafgaand cassatieadvies cassatie in te stellen. Voorts is de klacht dat de advocaat zich onnodig grievend jegens klager heeft uitgelaten door hem in de afsluitende brief het allerbeste te wensen. De advocaat heeft gehandeld binnen de beleidsvrijheid die een advocaat toekomt. Niet is gebleken van kennelijk onjuist optreden of adviseren. De advocaat heeft klager geïnformeerd over zijn mogelijkheden. Klager had het dossier aan de advocaat beschikbaar behoren te stellen. Klacht kennelijk ongegrond. Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2446 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3856/11.258

    Niet is gebleken dat de advocaat kennelijk onjuist is opgetreden en heeft geadviseerd, als gevolg waarvan de belangen van klaagster zijn geschaad of hadden kunnen worden geschaad. Evenmin is gebleken dat de advocat klaagster niet naar behoren heeft bijgestaan dan wel niet heeft gedaan wat redelijkerwijs van hem als zorgvuldig handelend advocaat mocht worden verwacht.   Uit de stukken volgt niet dat klaagster de advocaat er op heeft gewezen dat de Algemene Voorwaarden bij zijn opdrachtbevestiging ontbraken. Klaagster heeft haar klacht niet nader onderbouwd. De juistheid daarvan – mede gelet op de gemotiveerde betwisting van deze stellingen door verweerder – kan dan ook niet worden vastgesteld.   Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat sprake is van excessief declareren.   De advocaat heeft de ontvangen ontbindingsvergoeding onder zich gehouden, omdat nog een groot bedrag aan declaraties van klager openstond. Nu de advocaat het bedrag vervolgens na overleg van partijen bij de deken op de dekenrekening heeft gestort in afwachting van de begrotingsprocedure is van klachtwaardig handelen geen sprake. Van verduistering van gelden is evenmin sprake

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2440 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3838/11.240

    Niet kan worden vastgesteld dat de advocaat enige bemoeienis heeft gehad met de strafzaak van klager, noch dat hij in enig ander opzicht tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.   De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2458 Raad van Discipline Arnhem 11-169

    Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening. Klagers hebben niet gereageerd op diverse verzoeken van de deken om een bespreking te houden met als doel de klachten nader vast te stellen. Klachten zijn te algemeen en onvoldoende concreet en onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2453 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3585/10.215

    De advocaat heeft gebrekkig dan wel niet met klager gecommuniceerd en is onzorgvuldig met klagers financiele belangen omgegaan. Klacht gegrond. Maatregel: onvoorwaardelijke schorsing voor twee weken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2447 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3755/11.157

     Klacht dat de advocaat in strijd met de opdracht van klager heeft geweigerd cassatie in te stellen en dat de advocaat ten onrechte heeft geconcludeerd dat er geen cassatiegronden aangevoerd konden worden. Nevenklacht dat de advocaat met een andere advocaat contact heeft opgenomen. De advocaat heeft gehandeld binnen de beleidsvrijheid die een advocaat toekomt. Niet gebleken is van kennelijk onjuist optreden of adviseren. Bij aanvaarding van de opdracht heeft de advocaat duidelijk meegedeeld dat zij bij een negatief cassatieadvies geen cassatie zou instellen. Van contact met een andere advocaat is niet gebleken. Klacht kennelijk ongegrond. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2441 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3830/11.232

    Uit het feit dat klager in de verschillende procedures in het ongelijk is gesteld, kan niet worden afgeleid dat de advocaat klager al dan niet naar behoren heeft bijgestaan.   Niet kan worden vastgesteld dat de advocaat tegen de zin van klager in hoger beroep heeft ingesteld bij de Raad van State. Uit de brief van 29 september 2010 van de advocaat aan klager volgt dat verweerder de kans op succes in hoger beroep bij de Raad van State uitermate klein achtte. Verweerder heeft bovendien gesteld dat hij het hoger beroep bij de Raad van State heeft ingesteld op uitdrukkelijk verzoek van klager.   Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat verweerder klager heeft getracht financieel “uit te melken”. Verweerder heeft voor drie procedures een toevoeging aangevraagd. Voorts staat vast dat de advocaat zijn omissie met betrekking tot het niet aanvragen van een toevoeging voor de rechtbankprocedure heeft gecorrigeerd door zijn declaratie te matigen tot de hoogte van de aan klager in de andere procedure opgelegde eigen bijdrage ad € 466,00. Gesteld noch gebleken is dat de anti-cumulatiebepaling van toepassing zou zijn geweest, zodat klager derhalve geen belang heeft voor zover hij de advocaat verwijt geen toevoeging te hebben aangevraagd in het kader van de procedure bij de rechtbank.   De klacht is kennelijk ongegrond.