Zoekresultaten 4201-4210 van de 4248 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:197 Hof van Discipline 's Gravenhage 230006

    Klacht tegen de deken over de weigering om hanhavend op te treden. Ongegrond verklaring door de raad door het hof bekrachtigd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:248 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5579

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Klager heeft een aanvraag gedaan tot beoordeling van zijn arbeidsvermogen in het kader van zijn aanvraag tot toekenning van een Wajonguitkering. De verzekeringsarts was aanwezig bij de hoorzitting naar aanleiding van door klager ingediende bezwaar tegen de beslissing dat klager niet in aanmerking komt voor een Wajonguitkering. De conclusie van de verzekeringsarts dat bij klager ondanks mentale beperkingen arbeidsvermogen aanwezig was, is niet onjuist. Dat klager arbeidsongeschikt was verklaard, wil niet zeggen dat bij hem geen arbeidsvermogen aanwezig was. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:205 Raad van Discipline Amsterdam 23-320/A/NH

    Verweerder heeft in strijd met gedragsregel 21 gehandeld door stukken aan het gerechtshof te zenden, maar niet gelijktijdig een kopie daarvan aan de advocaat van de wederpartij te sturen. De maatregel van een waarschuwing wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/5216

    Klacht tegen een huisarts over een gestelde gemiste diagnose en inadequaat onderzoek naar toenemende klachten van patiënte, die in korte tijd snel achteruitging en is overleden. Patiënte was onder behandeling bij een internist. De klacht is gedeeltelijk gegrond en aan beklaagde wordt een berisping opgelegd. Hem wordt kwalijk genomen dat hij de toenemende klachten niet als aanleiding heeft gezien om te handelen en niet een volgende afspraak met de internist te laten afwachten. Hij had als huisarts, in tegenstelling tot de behandelend internist, zicht op de snelle achteruitgang van de algehele fysieke gesteldheid van patiënte en hem wordt kwalijk genomen te afwachtend te zijn geweest.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:206 Raad van Discipline Amsterdam 23-262/A/A

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Tijdens een descente is afgesproken dat verweerder bepaalde specifieke gegevens naar de door de rechtbank benoemde deskundige zou sturen. Verweerder stuurt de deskundige echter niet alleen de tijdens de descente afgesproken informatie, maar ook nog aanvullende informatie. De raad is van oordeel dat verweerder daarmee in strijd heeft gehandeld met de procedureregels die door de raadsheer-commissaris tijdens de descente waren bepaald en legt de maatregel van een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:207 Raad van Discipline Amsterdam 23-423/A/A

    Klager en verweerder zijn familieleden van elkaar en zijn betrokken geweest bij de afhandeling van een geschil in hun familie omtrent een huis in Frankrijk. Verweerder is van beroep advocaat. Klager stelt dat verweerder ook als advocaat heeft opgetreden in het familiegeschil. De raad is echter van oordeel van dat verweerder tijdens het geschil voldoende duidelijk heeft gemaakt dat hij niet als advocaat maar als privépersoon optrad. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:9 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-9 (2023.V7-UK34 KOBUS JR)

    Op 23 juli 2021 is het vissersschip UK34 Kobus JR. op de Nederlandse Noordzee tegen het platform Q4-A aangevaren. Hierbij heeft de UK34 het platform geschampt en heeft zowel het schip als het platform schade opgelopen. De UK34 was op de terugreis nadat de visweek erop zat. De visvangst was verwerkt en alles was schoongemaakt. Het visgerei was aan boord en de bemanning was koffie aan het drinken in de kombuis. Betrokkene was als schipper verantwoordelijk voor de navigatie, maar hield zich bezig met de administratie op de computer in de schippershut, die zich achter de brug bevindt. Normaalgesproken is betrokkene machinist en loopt hij ook wacht op de brug van dit schip. Zijn broer is normaalgesproken de schipper. Maar vanwege vakantie van zijn broer was betrokkene schipper in de week van de aanvaring en in de week daaraan voorafgaand. Betrokkene had moeite om alle administratie goed in het computerprogramma in te voeren. Daardoor is hij langere tijd achtereen niet op de brug geweest en heeft hij de aanvaring met het platform niet zien aankomen.De UK 34 Kobus Jr. (IMO nummer 9039212) is een Nederlands vissersschip, varend voor Zeevisserijbedrijf K. Romkes B.V. Het schip is in het jaar 1992 gebouwd, is 40 meter lang en 8 meter breed en heeft een laadvermogen van 150 bruto ton. Ten tijde van het ongeval bestond de bemanning in totaal uit 6 personen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:208 Raad van Discipline Amsterdam 22-786/A/A 22-787/A/A

    Klagers hebben in het verleden diverse procedures gevoerd, waarbij verweerders als de advocaten voor de wederpartij optraden. Ook hebben klagers reeds eerder klachten tegen verweerders gevoerd, waarop door de raad in 2018 is beslist. Nu hebben klagers opnieuw diverse klachten tegen verweerders ingediend. De raad is van oordeel dat de klachten grotendeels ongegrond zijn, dan wel niet-ontvankelijk nu het daarbij gaat om klachten die zien op handelen van de advocaten langer dan drie jaar geleden, dan wel dat in de eerdere procedure bij de raad reeds op de desbetreffende klacht is beslist.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:247 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5578

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Klager heeft een aanvraag gedaan tot beoordeling van zijn arbeidsvermogen in het kader van zijn aanvraag tot toekenning van een Wajonguitkering. De verzekeringsarts is door ingeschakeld als primair beoordelend verzekeringsarts om de medische beoordeling in het kader van de Wajong uit te voeren. Er is beslist dat klager niet in aanmerking komt voor een Wajonguitkering. De conclusie is navolgbaar en niet onjuist. Aangezien klager geen stukken uit de referteperiode had aangeleverd heeft de verzekeringsarts terecht geconcludeerd dat klager niet aan de op hem rustende bewijslast had voldaan. Dat klager arbeidsongeschikt was verklaard, wil niet zeggen dat bij hem geen arbeidsvermogen aanwezig was. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2023:11 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2023/02 VB 2023/03

    Koeien. In deze zaak gaat het om de manier waarop dierenarts 1 de veestapel op de melkveehouderij van appellant heeft gevaccineerd en de boordeling van de gezondheidstoestand van de koeien. Aan dierenarts 2 wordt verweten dat hij voorbarig en zonder de dieren te hebben gezien zou hebben geconcludeerd dat de gezondheidsklachten werden veroorzaakt door een weerstandsprobleem.Beroep verworpen. [VB 2023/02 en VB 2023/03]