Zoekresultaten 2221-2230 van de 2238 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:148 Hof van Discipline 's Gravenhage 210343

    Bekrachtiging beslissing raad. Klacht tegen advocaat van de wederpartij ongegrond. Verweerster had geen reden om vraagtekens te stellen bij de door haar in een procedure ingebrachte foto, waarop (ook) de minderjarige dochter van klager blijkt te staan. Het stond verweerster vrij  om het medisch dossier van klager te delen met haar medisch adviseur, die een eigen beroepsgeheim heeft.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:213 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-023/AL/GLD

    Klager heeft zich op de mogelijk laatste dag van de verzettermijn na een verstekvonnis tot verweerder gewend. De raad is gebleken dat verweerder zich tussen die intake en in de periode daarna niet ervan heeft vergewist of klager had begrepen onder welke omstandigheden verweerder alsnog verzet zou instellen en wat de risico's van de door verweerder voorgestelde aanpak waren (informeren bij de wederpartij naar de mogelijk eerdere aanvangsdatum van de verzettermijn). Dat had gezien de financiële gevolgen van het verstekvonnis voor klager wel van verweerder verwacht mogen worden. Gezien de aanwezige tijdsdruk had verweerder de opdracht niet moeten aannemen. Daarnaast heeft verweerder klager niet op deskundige wijze bijgestaan, onder meer door hoger beroep tegen het verstekvonnis in te stellen, terwijl dat niet mogelijk is. Ook heeft verweerder zijn zorgplicht voor klager verzaakt door niet in zijn belang te handelen en hem niet op de hoogte te houden van de voortgang. Ook is verweerder vaak onbereikbaar geweest voor klager. Daarnaast heeft verweerder excessief gedeclareerd. Hij heeft uren gedeclareerd voor werkzaamheden die hij niet voor klager had moeten verrichten omdat zij geen meerwaarde voor klager hadden. Na diens aansprakelijkstelling had verweerder uren moeten crediteren, ook voor niet door klager verzochte werkzaamheden, en daarover ook transparant moeten zijn. Berisping en toewijzing van artikel 48 lid 9 Aw.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:214 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-086/AL/GLD

    Klacht van advocaat en de cliënt als wederpartij van verweerder (voormalig advocaat). Naar het oordeel van de raad heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar onjuiste informatie aan de rechtbank verstrekt op het B4-formulier. Verweerder heeft niet vooraf aan klagers gevraagd om instemming met het uitstelverzoek, dus had om die reden niet het B4-formulier (eenstemmig uitstelverzoek) mogen gebruiken. Door dat wel te doen en door in strijd met de waarheid aan te geven dat het een eerste uitstelverzoek betrof en een kopie aan de wederpartij was gestuurd, heeft verweerder de rechtbank onjuist geïnformeerd. Daarnaast heeft hij de procedure op oneigenlijke gronden vertraagd ten nadele van de wederpartij en heeft voor zijn handelen nooit excuses aangeboden. Verweerder heeft de onderlinge verhouding als advocaten verstoord en het vertrouwen van de wederpartij in de advocatuur geschaad. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:215 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-087/AL/GLD/D

    Dekenbezwaar. Verweerder is door zijn handelen niet alleen tekortgeschoten in zijn zorgplicht ex artikel 46 Aw richting cliënten en wederpartijen door het structureel niet of veel te laat te reageren op aan hem gerichte correspondentie, daarnaast heeft hij de deken langdurig belemmerd in haar toezichthoudende taak (regel 29) en is hij herhaalde toezeggingen aan de deken niet nagekomen. Die opstelling van verweerder jegens de deken geeft geen blijk van respect en gevoel voor onderlinge verhoudingen en de toezichthoudende en controlerende taak van de deken. Daarnaast heeft verweerder ondanks vele aanmaningen nagelaten de financiële bijdragen voor de jaren 2020 en 2021 te voldoen. Weliswaar heeft verweerder tijdens de zitting verklaard het foutieve van zijn handelen richting de deken in te zien, maar hij heeft al met al de raad er niet van kunnen overtuigen dat sprake is van enig inzicht in het laakbare van zijn handelen. De gedane toezeggingen zijn niet alleen veel te laat gedaan, maar worden ook niet door enig handelen ondersteund. De raad komt tot het oordeel dat verweerder dusdanig ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, dat hij, ook heeft hij zichzelf al uitgeschreven, alsnog geschrapt moet worden van het tableau.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:216 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-357/AL/GLD

    Verweerder (voormalig advocaat) heeft geen stukken overgelegd waaruit door de raad kan worden afgeleid dat hij met klagers voldoende heeft gecommuniceerd over de financiële kant van de zaak (gedragsregel 16). Daarnaast heeft verweerder niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Aw doordat hij in strijd met gedragsregel 19 zekerheden - anders dan in geld - van klagers heeft gevraagd voor betaling van zijn declaraties zonder daarover overleg met de deken te hebben gevoerd. Dat de auto van klager niet daadwerkelijk op zijn naam is gezet, doet aan het laakbare van het handelen van verweerder niet af. De overige klachten, dat verweerder zijn beroepsgeheim heeft geschonden, klager op toevoegingsbasis had moeten bijstaan en op andere punten in zijn zorgplicht richting klagers is tekortgeschoten, zijn niet voldoende concreet onderbouwd. De verweten handelwijze van verweerder en de opstelling van verweerder tijdens de zitting, die geen inzicht heeft getoond in het laakbare van zijn handelen en juist het optreden van klager ter discussie stelde, is voor de raad ernstig. Omdat verweerder in zijn 19-jarige loopbaan als advocaat een blanco tuchtrechtelijk verleden heeft, heeft de raad volstaan met de maatregel van een berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:146 Hof van Discipline 's Gravenhage 220178

    Klacht tegen advocaat wederpartij deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad. De klacht is gericht tegen de advocaat van klaagsters moeder. De eerste vier klachtonderdelen zien op handelen van verweerder waarover enkel zijn eigen cliënte kan klagen en daarom niet-ontvankelijk. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond omdat niet is gebleken dat verweerder persoonlijke informatie over klaagster gebruikt zonder doel of op ontoelaatbare wijze en omdat niet is komen vast te staan dat verweerder klaagster heeft gekleineerd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:140 Hof van Discipline 's Gravenhage 220209

    Anders dan de raad is het hof van oordeel dat verweerder klagers onvoldoende heeft geïnformeerd over zijn kosten. Verweerder heeft klagers kostenramingen gestuurd. Zijn declaraties heeft hij slechts naar de rechtsbijstandsverzekeraar gestuurd. Verweerder heeft nagelaten om afschriften daarvan naar klagers te sturen. Verweerder is daarmee jegens klagers tekortgeschoten.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:145 Hof van Discipline 's Gravenhage 220300

    Klacht tegen eigen advocaat dat hij een zaak heeft aangenomen, maar daar niets aan heeft gedaan. Bekrachtiging beslissing waarin de klacht gegrond is verklaard met oplegging van een berisping. Verweerder maakt misbruik van recht door zich te beroepen op onbevoegdheid van de Haagse deken en raad. Verweerder is er zelf verantwoordelijk voor dat hij niet meer als advocaat mocht werken door zich zonder goedkeuring van de orde Den Haag naar dat arrondissement over te schrijven. Dat maakt het feit dat verweerder zich wel als (bevoegd) advocaat is blijven presenteren aan klaagster (en andere cliënten) des te ernstiger. Verweerder heeft er in deze en eerdere tuchtrechtelijke procedures blijk van gegeven geen enkel besef te hebben van zijn verantwoordelijkheid als advocaat en ongeschikt voor de advocatuur te zijn. Uitsluitend omdat verweerder niet meer op het tableau staat ingeschreven, handhaaft het hof de door de raad opgelegde maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:186 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-305/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Niet onderbouwd dat verweerder klaagster zou stalken. Verweerder heeft een e-mail naar een verkeerde domeinnaam gestuurd, maar daarmee is geen sprake van antidateren of het onder druk zetten  van klaagster. Verweerder was echter op de hoogte dat klaagster werd bijgestaan door een advocaat. Verweerder heeft zich desondanks rechtstreeks tot klaagster gewend en handelde daarmee in strijd met gedragsregel 25 lid 1. Oplegging van een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:136 Hof van Discipline 's Gravenhage 220243

    Bekrachtiging van het oordeel van de raad.