Zoekresultaten 1271-1280 van de 42613 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:5 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-538/DB/OB/D

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft in de periode van onderzoek verschillende keren inbreuk gemaakt op de regel die inhoudt dat een advocaat in zijn praktijkuitoefening betalingen slechts giraal aanvaardt (artikel 6.27 lid 1 Voda) en verschillende contante betalingen aanvaard zonder zich ervan te vergewissen of er feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 6.27 lid 2 Voda waren die dat (en daarmee derhalve het afwijken van de hoofdregel als bedoeld in het eerste lid van artikel 6.27 Voda) rechtvaardigden. Verweerder heeft in de periode van onderzoek eenmaal een bedrag in contanten aanvaard van € 5.000, zonder dat verweerder daaraan voorafgaand overleg heeft gepleegd met de deken, in een periode van een jaar ten behoeve van dezelfde cliënt een of meer contante betalingen aanvaard met een gezamenlijke waarde van € 5.000 of meer, zonder dat verweerder daaraan voorafgaand overleg heeft gepleegd met de deken en verzuimd om onverwijld na ontvangst van de betreffende betalingen in beide hierboven genoemde situaties contact op te nemen met de deken voor overleg. Verweerder heeft zich schuldig gemaakt aan enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt en in het bijzonder niet financieel integer heeft gehandeld. Het verwijt van de deken dat verweerder bewust heeft getracht zich aan het bereik van artikel 6.27 lid 3 Voda te onttrekken, door in de boekhouding een betaling, die feitelijk € 5.000,-- bedroeg, boekhoudkundig met een bedrag van € 0,01 (dan wel € 0,05) te corrigeren, waardoor verweerder formeel gezien geen voorafgaand overleg met de deken hoefde te plegen, met welke gedraging verweerder feitelijk de deken op het verkeerde been heeft getracht te zetten, is ongegrond. Alles afwegend is de raad van oordeel dat de maatregel van een voorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van vier weken passend is bij de gegrond bevonden tuchtrechtelijke verwijten.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5810

    Kennelijke ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster verwijt de transferverpleegkundige dat hij geen verdere behandeling voor klaagster bij een revalidatiecentrum of thuiszorg in het algemeen heeft geregeld en niet heeft gezorgd voor revalidatie en/of (verwijzing naar) fysiotherapie. Het college oordeelt dat de transferverpleegkundige heeft gehandeld naar de aanvraag zoals gedaan door de verpleegkundige in overleg met de arts van de afdeling waar klaagster verbleef. Het is aan de wijkverpleegkundige om de uiteindelijke indicatie voor de aard en de omvang van de thuiszorg te stellen. Uit de stukken volgt niet dat er een indicatie voor revalidatie of voor fysiotherapie is afgegeven. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5402

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klager is de raad van bestuur van het ziekenhuis waar de verpleegkundige heeft gewerkt. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij meerdere keren medicijnen (benzodiazepinen) zonder toestemming en/of instructie uit de medicijnkast van het ziekenhuis heeft weggenomen en dat zij uit een weggegooide ampul opnieuw vloeistof heeft opgetrokken, waarbij zij niet de instructies op het gebied van hygiëne of het vier-ogen principe heeft opgevolgd. Het college oordeelt dat de verpleegkundige niet alleen de protocollen van het ziekenhuis die betrekking hebben op het medicatiebeleid en het afvoeren van afval met voeten heeft getreden, maar ook in meer algemene zin de veiligheid van patiënten ernstig in gevaar heeft gebracht of had kunnen brengen. Van belang hierbij is dat het college er niet achter is gekomen waarom de verpleegkundige op deze wijze handelde. Het college gaat ervan uit dat de verpleegkundige niet in staat is tot reflectie en daarmee verandering van het gedrag. Doorhaling inschrijving in BIG-register en directe schorsing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2022:180 Hof van Discipline 's Gravenhage 220156

    Klacht niet verwezen. 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5640

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat zij in een gesprek met de broer van klaagster, de suggestie van klaagster, hoe zij haar broer goed te woord kon staan heeft genegeerd, wat tot ernstige consequenties voor haar broer heeft geleid. Het college kan niet vaststellen wat de verpleegkundige al dan niet, mogelijk tegen de suggestie van klaagster in, met de broer van klaagster heeft besproken. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2023:10 Kamer voor het notariaat Amsterdam 725115/NT 22-48

    De klacht betreft de veiling van het recht van eigendom van een woning. Klager stelt zich op het standpunt dat het recht van parate executie van de bank is komen te vervallen door de betaling, vóórdat de veiling plaatsvond, van hetgeen waarvoor de hypotheek tot waarborg strekte (vermeerderd met kosten). Klager verwijt de notaris dat hij onbevoegd, zonder daartoe van klager opdracht te hebben ontvangen en tegen diens kennelijke wil, de executie heeft doorgezet. Klacht deels gegrond. Geen maatregel opgelegd. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:172 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1813 (wraking)

    Wrakingsverzoek gericht tegen de twee leden-beroepsgenoten van het zittingscollege. Een van deze leden heeft berust in de wraking. Het wrakingsverzoek tegen het andere lid-beroepsgenoot is toegewezen. De beklaagde arts (in de hoofdzaak) en het gewraakte lid-beroepsgenoot maken beiden deel uit van de werkgroep tuchtrecht van hun vakgebied. Het enkele lidmaatschap van deze werkgroep leidt niet tot de conclusie dat er sprake is van onvoldoende distantie maar kan wel de schijn wekken dat hiervan sprake is. 

  • ECLI:NL:TNORAMS:2023:11 Kamer voor het notariaat Amsterdam 730165/NT 23-8

    Geen voortvarende afhandeling van een dossier. Klacht gegrond, maar niet ernstig genoeg voor het opleggen van een maatregel. Notaris heeft excuses aangeboden voor zijn gedrag. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:173 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1814 (wraking)

    Wrakingsverzoek gericht tegen de twee leden-beroepsgenoten van het zittingscollege. Een van deze leden heeft berust in de wraking. Het wrakingsverzoek tegen het andere lid-beroepsgenoot is afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:249 Raad van Discipline Amsterdam 23-520/A/NH

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Er zijn een viertal klachten tegen verweerder. Drie klachten zijn ongegrond gelet op de beleidsvrijheid die een advocaat toekomt bij het optreden voor zijn client. Het vierde klachtonderdeel, dat ziet op diverse uitingen door verweerder over klaagster, is wel gegrond. Verweerder heeft daarbij de norm overschreden die een goed advocaat in familiezaken (hier de afwikkeling van een nalatenschap) betaamt. De maatregel van een waarschuwing wordt opgelegd.