Zoekresultaten 161-170 van de 2805 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:10 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/31

    De klacht gaat over het door de notaris op 6 april 2018 gepasseerde testament van erflaatster. De notaris heeft de kamer er niet van kunnen overtuigen dat hij in de gegeven omstandigheden voldoende zorgvuldig is geweest en voldoende aan eigen waarneming heeft gedaan om de wilsbekwaamheid en onafhankelijke wilsvorming van erflaatster naar behoren te kunnen beoordelen. De klacht wordt daarom gegrond verklaard. Aan de notaris wordt de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:9 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/30

    Onderzoeksplicht. Levering van grond in nieuwbouwproject terwijl opschortende voorwaarde in de koop- en aannemingsovereenkomst dat de grond bouwrijp moest zijn nog niet was vervuld omdat bij de bodemsanering meer verontreiniging was aangetroffen dan eerder werd verwacht. De kamer oordeelt dat niet is komen vast te staan dat de notaris er ten tijde van het passeren van de akte van levering mee bekend was, dan wel dat zij ermee bekend had moeten zijn, dat er aanleiding was om te veronderstellen dat de grond ondanks de aanwezigheid van een onherroepelijke omgevingsvergunning op dat moment niet bouwrijp was. Ongegrond, ook t.a.v. klachtonderdeel over schending informatieplicht.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:24 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/410425 / KL RK 22-132

    Geen duidelijke redenen aannemelijk geworden op grond waarvan de notaris de wilsbekwaamheid van erflater had moeten betwijfelen. De kamer komt na afweging va hetgeen over en weer is aangevoerd  met al tot de conclusie dat de notaris de wilsbekwaamheid van erflater met inachtneming van de maatstaven uit het Stappenplan voldoende zorgvuldig heeft beoordeeld. Er waren relevante indicatoren als bedoeld in het Stappenplan, maar de notaris heeft kunnen uitleggen hoe hij, dit in acht nemende, tot zijn beoordeling van de wilsbekwaamheid heeft kunnen komen. De kamer constateert voorts dat de lezingen van klaagster en van de notaris over het verloop van het gesprek na het overlijden van erflater uiteen lopen. Gelet op hetgeen over en weer is aangevoerd kan slechts worden vastgesteld dat het gesprek niet plezierig is verlopen. Dit vormt echter onvoldoende grond om aannemelijk te achten dat hier sprake zou zijn geweest van klachtwaardig handelen van de notaris.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:25 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/404343 / KL RK 22-59 C/05/404345 / KL RK 22-60

    Volgens vaste rechtspraak (ECL:NL:GHAMS:2015:2669) staat het de notaris in beginsel vrij om uitleg te geven van een door hem opgestelde akte. De daarbij in acht te nemen zorgvuldigheid brengt echter in geval van een akte huwelijkse voorwaarden met zich mee dat de notaris die uitleg niet eenzijdig aan één van beide partijen verstrekt zonder de andere partij van het verzoek om uitleg in kennis te hebben gesteld en in de gelegenheid te hebben gesteld daarop te reageren. De kamer is van oordeel dat de lijn van deze rechtspraak door de notaris in deze zaak naar behoren is gevolgd. Dit blijkt uit de overgelegde correspondentie. Uit deze correspondentie blijkt bovendien dat de notaris ondanks zijn weigering de akte alleen aan klager uit te leggen, wel bereid was met klager en zijn (ex-)echtgenote gezamenlijk in gesprek te gaan.

  • Door verschillende eigenaren van een kavel op een recreatiepark zijn klachten ingediend tegen notaris [K], notaris [L] en kandidaat-notaris [M], over de manier waarop de erfpachtconversie is gegaan en het ontbreken van de onafhankelijkheid van het notariskantoor. Een groot deel van de klagers is niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de termijn. Over de erfpachtconversie overweegt de kamer dat er drie verschillende groepen zijn te onderscheiden. De kamer kan niet beoordelen per klager of er sprake is van klachtwaardig handelen omdat de klacht heel algemeen is geformuleerd en niet specifiek op iedere kavel een toelichting is gegeven waaruit duidelijk blijkt wat de (kandidaat-)notaris bij de levering niet goed zou hebben gedaan. De kamer verklaart dit klachtonderdeel daarom wegens onvoldoende concrete verwijten, ongegrond.De klacht tegen notaris [K] is gedeeltelijk gegrond omdat hij de schijn van partijdigheid heeft gewekt door plaats te nemen als bestuurder in de STAK, die een rol heeft in het bestuur van het recreatiepark waarvoor hij ook werkzaamheden verrichtte als notaris.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:22 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/410369 / KL RK 22-130

    Vader heeft een perceel geleverd terwijl hij volgens klager niet meer wilsbekwaam was. De notaris heeft dat volgens klager onvoldoende beoordeeld. De klacht is op dit onderdeel ongegrond omdat er behalve de leeftijd van vader geen omstandigheden waren om de wilsbekwaamheid verder te onderzoeken.De klacht is wel gedeeltelijk gegrond omdat de wens van vader niet overeen komt met de akte van levering.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:23 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/411145 / KL RK 22-142

    Gelet op de checklist ABC- transacties waren er dus en verder voor de notaris geen objectief aanwijsbare redenen zijn medewerking aan de levering B-C te weigeren. De klacht wordt daarom op dit onderdeel ongegrond verklaard. Echter gegrond voor wat betreft het verwijt van klager dat de notaris hem niet informeerde over de intrede van een nieuwe partij aan de zijde van kopers. Hiermee heeft de notaris klager belangrijke informatie onthouden over de identiteit van de koper. De omstandigheid dat de nieuwe contractspartij evenals de oorspronkelijke contractspartij is gelieerd aan de heer [B.G.S.] brengt hierin geen verandering, immers het was aan klager geweest te bepalen of hij, al dan niet rekening houdende met de hier bedoelde onderlinge relaties, met [H.S.G. B.V.] wilde contracteren en aan hen wilde leveren. De kamer is daarom van oordeel dat de klacht op dit onderdeel gegrond is, waarbij in dit geval met oplegging van de maatregel van waarschuwing wordt volstaan.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2023:1 Kamer voor het notariaat Amsterdam 722591 / NT 22-35

    De notaris had dus onvoldoende objectieve aanwijzingen dat een eventuele vernietiging van de levering door beslagleggers vanwege het paulianeuze karakter van de transactie zonder meer kansloos was. De notaris heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat het in de gegeven omstandigheden niet aan hem is om over de pauliana te oordelen, maar aan de civiele rechter. Om die reden heeft hij klaagster de suggestie gedaan om in kort geding een oordeel te vragen over zijn ministerieplicht. Als de beweringen van klaagster juist zijn, had zij beter nog haar pijlen kunnen richten op de beslagleggers, omdat dezen in dat geval ten onrechte niet wilden meewerken aan de doorhaling van de beslagen. Zolang de beslagleggers hun beslag niet willen doorhalen of niet in rechte daartoe zijn veroordeeld en zolang zij niet bereid zijn afstand te doen van een vordering op grond van pauliana of vaststaat dat zo’n vordering kansloos is, kan de notaris zijn ministerie niet verlenen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:20 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/408903 / KL RK 22-116

    De vader van klager en zijn zus is overleden. In het testament van vader is samengevat vastgelegd dat wanneer klager een bijstandsuitkering zou ontvangen op het moment van het overlijden van de vader – en klager daarom eerst zou moeten interen op de erfenis – hij minder, namelijk slechts 1/4e van de nalatenschap, zou krijgen en dat wanneer klager bij dat overlijden geen bijstandsuitkering meer zou ontvangen hij meer, namelijk 3/4e van de nalatenschap, zou krijgen. Op het moment van het overlijden van vader ontving klager een bijstandsuitkering. De kamer is, anders dan klager, van oordeel dat de notaris heeft voldaan aan zijn informatie/Belehrungsplicht zoals neergelegd in artikel 43 lid 1 Wna. De notaris heeft zich, gelet op de contactmomenten tussen de vader en de notaris, er voldoende van vergewist dat de vader de inhoud van de akte heeft begrepen. Dat de notaris de vader onjuist, althans niet voldoende zou hebben beleerd over de situatie waarin klager is aangewezen op een bijstandsuitkering ten tijde van het overlijden van vader is ook niet komen vast te staan. Daarnaast heeft de notaris niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zich op zijn geheimhoudingsplicht te beroepen.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:8 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/23

    De klacht gaat over het handelen van de notaris als vereffenaar in de nalatenschap van klaagsters moeder. De klacht wordt voor een deel niet-ontvankelijk verklaard wegens het verstrijken van de klachttermijn en voor het overige gegrond verklaard.Van een notaris die, al dan niet als vereffenaar, bij de afwikkeling van een nalatenschap betrokken is, mag worden verwacht dat hij de belangen van de erfgenamen met de grootst mogelijke zorgvuldigheid behartigt en dat hij daarbij in de gegeven omstandigheden voldoende voortvarend handelt. De kamer is van oordeel dat de notaris aan een en ander niet heeft voldaan. Zorgvuldigheid is één van de kernwaarden van het notariaat en de notaris heeft deze bij voortduring en bij herhaling geschonden. De notaris heeft de vereffening niet voortvarend opgepakt, niet aan alle wettelijke taken van een vereffenaar voldaan, klaagster tweemaal onder ongeoorloofde druk gezet om akkoord te gaan met een uitdelingslijst (die beide keren feitelijk een staat van verdeling betrof), een drempel opgeworpen voor klaagster om een klachtprocedure te voeren en slecht met klaagster gecommuniceerd.De kamer heeft de maatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt voor de duur van twee weken opgelegd.