Zoekresultaten 12811-12820 van de 42291 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:86 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-1017/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. 

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:80 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-845/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Geschil rondom een nalatenschap waarin verweerder op enig moment heeft opgetreden voor de broer van klager in een geschil tegen klager en thans optreedt voor de zussen van klager in, opnieuw, een geschil tegen klager. Klacht is gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:87 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-1040/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen verweerster in haar hoedanigheid van voormalig wrn deken is niet ontvankelijk verklaard voor zover dit betreft de periode voor 22 maart 2015. De klacht is voor het overige ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:81 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-707/DH/RO

    Verweerder heeft te laat hoger beroep ingesteld en dat beroep is niet-ontvankelijk verklaard. Verder is verweerder onzorgvuldig omgegaan met een door klager ontvangen voorschot dat hem voor de behandeling van de zaak in hoger beroep was betaald. Verweerder heeft met dit alles de belangen van klager veronachtzaamd. onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken passend.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:88 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-073/DH/RO

    Raadbeslissing. Verzoek ex artikel 60b lid 7 Aw is toegewezen. De raad is van oordeel dat verzoeker de (financiële) problemen in zijn praktijkvoering (grotendeels) heeft opgelost en dat de relatie met zijn aanstaande ex-echtgenote is verbeterd. Nu de deken geen bezwaar heeft tegen de opheffing van de schorsing, hij de praktijkvoering van verzoeker zal volgen en verzoeker zich heeft gecommitteerd aan de voorwaarden van de deken, ziet de raad geen beletsel om het verzoek tot opheffing van de schorsing toe te wijzen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:82 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-762/DH/RO

    Verweerder heeft geen uitvoering gegeven aan de opdracht van klager om schadevergoeding te vragen. Klager is daardoor benadeeld. Mede gelet op het feit dat verweerder niet heeft gereageerd op de klacht en op het tuchtrechtelijk verleden van klager acht de raad de maatregel van schorsing voor de duur van vier weken passend.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-336

    Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Naar het oordeel van het College heeft de bedrijfsarts de beperkingen van klaagster voldoende erkend en meegenomen in haar advies naar de werkgever. Verweerster heeft op goede gronden geoordeeld dat sprake was van een arbeidsconflict en haar advies daarop aangepast. Het College deelt het standpunt dat overspannenheid geen reden is om niet aan een oplossing van het conflict met de werkgever te werken, ook al had klaagster door haar overspannenheid op dat moment medische beperkingen. Niet gezegd kan worden dat de bedrijfsarts niet onafhankelijk is geweest of alleen in het belang van de werkgever heeft gehandeld. De door de werkgever van klaagster genomen besluiten kunnen verweerster niet aangerekend worden. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:89 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-983/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk. Het klachtrecht is niet voor eenieder in het leven geroepen maar alleen voor degene die door een handelen of nalaten van een advocaat rechtstreeks in zijn of haar belang is of kan worden getroffen. Hoewel aannemelijk is dat klaagster belang had bij de uitkomst van de procedure tussen de heer B. en Stichting V., is klaagster daarin geen partij geweest. Het voor het bestaan van een klachtrecht vereiste rechtstreekse belang van klaagster bij het handelen van verweerster ontbreekt dan ook.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:274 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-705/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht van een advocaat tegen een advocaat over de gang van zaken rondom de overname van een strafzaak kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:8 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2017 / 100

    Dierenartsen wordt verweten, in hoofdzaak, dat voorafgaande aan een bestralingsbehandeling, veterinair nalatig is gehandeld met betrekking tot het onderzoek van een hond die een hersentumor had. Ongegrond.