Zoekresultaten 35951-35960 van de 42215 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG1771 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 252/2010

    Raadkamerbeslissing. Klacht tegen huisarts in opleiding. Klacht: weigeren actie te ondernemen bij noodgeval. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1745 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.144

    Klager is TBS-gedetineerd. In het kader van een beoordeling TBS-verlenging heeft de rechtbank besloten dat klager ter observatie opgenomen diende te worden in het Pieter Baan Centrum (PBC) voor een multidisciplinaire rapportage gericht op diagnostiek en een inschatting van het delictgevaar.  De aangeklaagde  gz-psycholoog is vast gerechtelijk deskundige bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, locatie PBC. De gz-psycholoog heeft in deze hoedanigheid over klager gerapporteerd. De klacht houdt in dat de gz-psycholoog zich in de multidisciplinaire PBC rapportage onvoldoende deskundig en onafhankelijk heeft opgesteld en de gezinspathologie van klager onjuist heeft geduid. Volgens klager is sprake van onjuiste diagnostiek. Het RTG heeft de klacht in al haar onderdelen als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2381 Raad van Discipline Arnhem 11-103

    Klacht advocaat tegen een andere advocaat. Verweerder zou lang van tevoren geplande zittingen (een comparitie en een pleidooi) ontijdig hebben afgezegd, waardoor klaagster onnodig tijd heeft besteed aan de dossiers en haar cliënten wel met kosten geconfronteerd werden. Verweerder zou zonder overleg met klaagster contact hebben gehad met rechterlijke instanties. Verweerder heeft, zo heeft verweerder erkend, klaagster ten onrechte geen afschrift toegestuurd van een fax die hij aan de rechtbank heeft gestuurd. Deze zaak gaat over welwillendheid tussen advocaten. Enkel het klachtonderdeel van het verzuim een afschrift van een fax aan de rechtbank toe te sturen, is gegrond verklaard. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Bij het opleggen van een maatregel heeft de raad rekening gehouden met de houding die verweerder ter zitting heeft aangenomen (nogal onverschillig en op tamelijk badinerende wijze uitgelaten).

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1746 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.149

    Klager is TBS-gedetineerd. De aangeklaagde gz-psycholoog is verbonden aan de TBS-kliniek waar klager heeft verbleven en heeft in haar hoedanigheid van hoofd behandeling een verlengingsadvies TBS voor akkoord getekend. In dit rapport wordt opgemerkt dat vanwege het uitblijven van significante behandelresultaten het recidive risico onaanvaardbaar hoog was op korte en middellange termijn en wordt geadviseerd de TBS met twee jaar te verlengen. De klacht houdt in dat de gz-psycholoog een verlengingsadvies TBS heeft ondertekend dat niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen en dat zij hiermee de rechtbank onjuist heeft geïnformeerd met als gevolg dat de rechtbank de termijn van TBS met twee jaren heeft verlengd. Voorts heeft klager aangevoerd dat hij de werkwijze van de gz-psycholoog als zeer onprofessioneel en haar opstelling als partijdig heeft ervaren. Het RTG heeft de klacht in al haar onderdelen als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2376 Raad van Discipline Arnhem 11-51

    Verweerder treft een tuchtrechtelijk verwijt met betrekking tot uitlatingen van een medewerkster van zijn kantoor, tevens echtgenote van verweerder, ten overstaan van klaagster. Overig onbetamelijk gedrag onvoldoende komen vast te staan.

  • ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2382 Raad van Discipline Arnhem 11-17

    Klacht betreft ondermeer het verwijt dat de advocaat van klagers klagers gebrekkig en onvoldoende deskundig heeft geïnformeerd over de betalingen die vlak voor een faillissement zijn gedaan, hetgeen ertoe heeft geleid dat klagers meenden er goed aan te doen deze betalingen te verrichten om een doorstart mogelijk te maken. De rechtbank heeft geoordeeld dat sprake is van schuldeisersbenadeling en heeft klagers veroordeeld een aanzienlijk bedrag aan de curator te vergoeden. Met verweerder is de raad het eens dat er de jaren voorafgaande aan het faillissement in literatuur en lagere rechtspraak over selectieve betaling van crediteuren, dat wil zeggen betaling van crediteuren in een bepaalde volgorde, verschillende visies ontwikkeld waren; dat het gebruikelijk is dat curatoren de grenzen van nieuwe ontwikkelingen in lagere rechtspraak en literatuur opzoeken als dat in het belang van de crediteuren is en dat van een redelijk bekwame vakgenoot niet verwacht kan worden dat hij voor uit loopt op ontwikkelingen die nog geen vaste jurisprudentie zijn. Anderzijds dient – aldus de raad - bij een gemiddeld bekwame vakgenoot bekend te zijn dat de betalingen onmiddellijk voorafgaande aan een faillissement – zeker indien deze plaatsvinden na de indiening van  het faillissementsrekest - grote aandacht van de curator hebben en aan een rechtmatigheidtoets en toetsing aan de pauliana jurisprudentie onderworpen zullen worden en dat er op het terrein van de bestuurdersaansprakelijkheid de nodige ontwikkelingen gaande waren, die de mogelijkheid van directe betaling voorafgaande aan een faillissement verder inperkten. Klacht gegrond. Gezien de zeer ernstige gevolgen voor klagers is een berisping opgelegd.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1747 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.152

    Klager is TBS-gedetineerd. De aangeklaagde psychiater is werkzaam in de TBS-kliniek waar klager heeft verbleven. De psychiater heeft een briefrapport met betrekking tot klager mede voor akkoord getekend. In dit rapport is verzocht klager te herselecteren. Klager heeft geweigerd aan de onderzoeken zijn medewerking te verlenen. De klacht houdt in dat de psychiater zich van onjuiste en ondeugdelijke methodiek heeft bediend bij voormelde aanvraag om herselectie. Klager spreekt verder van onethisch handelen. De psychiater heeft in de klacht tevens gelezen het verwijt dat zij in het kader van de herselectie de rechtbank verkeerd heeft geïnformeerd. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond zonder verder onderzoek in raadkamer afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2377 Raad van Discipline Arnhem 11-48

    Verweerder handelde klachtwaardig door klagers in het ongewisse te laten over de datum van een comparitie, het niet verrichten van bepaalde proceshandelingen, en het niet tijdig aanbrengen van een appeldagvaarding. Verweerder heeft zich op juiste gronden en tijdig aan een aantal zaken onttrokken. Verweerder had de kort geding rechter niet in de gewraakte zin mogen informeren over de financiële situatie van klagers.

  • ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2383 Raad van Discipline Arnhem 11-80

    Verweerder heeft niet voortvarend gehandeld doordat hij zijn toezegging om een aantal boekjes bij het gerechtshof te deponeren, niet tijdig is nagekomen. Maatregel opgelegd: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1748 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.255

    Klager verwijt de psychiater dat hij op onzorgvuldige wijze de diagnose waanstoornis heeft gesteld en ten onrechte voorbij is gegaan aan door vorige behandelaars gestelde diagnose. Voorts verwijt de klager dat de psychiater hem nimmer heeft gezien of gesproken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen dat uit het medisch dossier blijkt dat klager gedrag heeft vertoond dat het vermoeden van een waanstoornis rechtvaardigde. Het verwijt dat de psychiater klager nimmer heeft gezien of gesproken is feitelijk onjuist. De psychiater heeft niet verwijtbaar gehandeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat klager ondanks het verzoek daartoe heeft nagelaten aanvullende gronden van zijn hoger beroep in te dienen. Nu klager niet ter zitting is verschenen en ook overigens niet in de gelegenheid is geweest toe te lichten waarom hij zijn beroepsgronden niet heeft aangevuld, kan klager niet op die grond niet-ontvankelijk worden verklaard. De behandeling in hoger beroep heeft het Centraal College echter niet geleid tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het College in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.