Zoekresultaten 16491-16500 van de 42319 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:5 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/611416/ DW RK 16/711

      Leggen van conservatoir loonbeslag zonder dat er verlof was verleend.  Het beslag is ten onrechte gelegd. Het behoort tot de taak van degene die de exploten gaat betekenen te controleren of de exploten wel aan de wettelijke vereisten voldoen. Dat is hier niet (juist) gedaan zodat de klacht gegrond dient te worden verklaard. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:222 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/625180 / DW RK 17/251

    Beslissing op verzet. Het verzet is te laat ingediend en wordt niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:6 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/624597 / DW RK 17/208

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-126

      Ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog heeft in een voorlopig advies een voorwaardelijke PIJ-maatregel in overweging genomen. Dit advies is later bijgesteld naar een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel. Deze aanpassing is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, de gz-psycholoog heeft voldoende inzichtelijk gemaakt op basis waarvan zij tot deze gewijzigde conclusie is gekomen. Wel had zij er beter aan gedaan als zij nog nadrukkelijker aan klager (en zijn familie) had gezegd dat het om een concept-advies ging dat nog kon veranderen. Klacht afgewezen.    

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/362

      Klagers verwijten de kinderarts dat deze ten onrechte een melding heeft gedaan bij Veilig Thuis met betrekking tot klagers zoontje. Deze melding is, aldus klagers, gebaseerd op onzorgvuldig dossierbeheer. Voorts is het protocol Kindermishandeling niet gevolgd en is door de kinderarts in het kader van het onderzoek naar de kindermishandeling geen optimale zorg toegepast. Bovendien heeft de kinderarts het medisch beroepsgeheim geschonden.     Ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-225

      Gegronde klacht tegen een psychotherapeut. De psychotherapeut had klaagster op de hoogte moeten brengen van het intakegesprek met de dochter van klaagster en de daarop aansluitende start van de behandeling. Het is evenmin juist dat is gewacht met het opstarten van de gesprekken met klaagster. Mede gelet op het door de kinderrechter aangegeven doel van de systeemtherapie had het voor de hand gelegen dat er gesprekken met klaagster zouden worden gevoerd. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 257/2017

      Klacht tegen psychiater ongegrond. De psychiater heeft bij klager een specialistische rijbewijskeuring verricht in het kader van een Eigen Verklaring (Gezondheidsverklaring). Het door de psychiater in dat kader opgestelde keuringsrapport voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het college is van oordeel dat verweerder ten tijde van de keuring in redelijkheid tot de diagnose alcoholmisbruik in ruime zin kon komen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/422

      Klaagster, de IGJ i.o., verwijt de huisarts dat hij in strijd heeft gehandeld met de zorg die hij in zijn hoedanigheid als (waarnemend) huisarts had behoren te betrachten ten opzichte van de patiënte. De huisarts heeft volgens klaagster onder meer seksueel grensoverschrijdend gehandeld door een niet geïncideerd onderzoek van de mammae en een niet geïndiceerd VT uit te voeren.   Gegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:3 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-314

    Klacht tussen advocaten. Advocaat verwijt collega ermee te dreigen dat hij standpunten die klaagster innam in een tegen haar aanhangig gemaakte klachtprocedure zal inbrengen in de inhoudelijke procedure waarin de cliënten van klaagster en verweerder de partijen zijn. De vraag kan in het midden blijven of het geoorloofd zou zijn geweest om een brief uit de klachtprocedure in een civiele procedure over te leggen en wat de waarde daarvan zou zijn geweest. Een mededeling gedaan in een klachtprocedure kan niet gelijkgesteld worden met een mededeling die in een civiele procedure namens de cliënt is gedaan. De brief is uiteindelijk niet in het geding gebracht. Om die reden komt de raad aan een beoordeling van de klacht niet toe. Voorts klaagt klager erover dat verweerder rechtstreeks contact heeft opgenomen met de verzekeraar van de cliënte van klaagster met als doel dat klaagster als advocaat van het dossier zou worden gehaald. De raad is van oordeel dat verweerder heeft mogen handelen zoals hij heeft gedaan. De verzekeraar had geen belangenbehartiger in de zaak. Verweerder kon op grond van de wet namens zijn cliënt een rechtstreekse actie jegens de verzekeraar instellen en er is geen regel, en met name artikel 46 van de gedragsregels niet, die een advocaat verbiedt om indien hij meent dat dit in het belang van zijn cliënt is rechtstreeks de verzekeraar van zijn wederpartij te benaderen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:4 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-482

    Diverse klachten tegen advocaat wederpartij. Klacht over zich onnodig grievend en/of denigrerend met betrekking tot klager uitlaten gegrond verklaard. Weliswaar heeft de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid om zich uit te laten op een wijze die hem in het belang van zijn cliënt goed dunkt maar deze vindt zijn grens waar bij voortduring een aanmatigende toon, althans een onnodig aanmatigende toon, wordt aangeslagen. Een dergelijke correspondentie is, hoewel deze is gevoerd in de context van een hoog opgelopen conflict tussen partijen, niet welwillend, niet constructief en dient geen gerechtvaardigd doel, en is derhalve voor een advocaat niet passend. Klager beklaagt zich er ook over dat verweerder hem rechtstreeks heeft benaderd terwijl hij door een jurist van ARAG rechtsbijstand werd bijgestaan. Ingevolge gedragsregel 18 is het een advocaat niet toegestaan zich rechtstreeks te wenden tot een wederpartij waarvan hij weet dat hij zich door een advocaat laat bijstaan. Deze regel is hier echter niet van toepassing omdat genoemd jurist geen advocaat is.