Zoekresultaten 32381-32390 van de 42263 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4118 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4056/12.190

    Verweerder treedt op als curator in het faillissement van klaagster. Ten tijde van de faillietverklaring liep een procedure van klaagster tegen derden tot het verkrijgen van schadevergoeding. Verweerder heeft hierover, na verkregen toestemming van de rechter-commissaris, een schikking getroffen. Klacht dat verweerder zich schuldig heeft gemaakt aan belangenverstrengeling door klaagsters belangen tegenover de derden niet of onvoldoende te behartigen; dat verweerder verzuimd heeft een onderzoek in te stellen naar de inhoud en achtergrond van het faillissementsverzoek; dat verweerder in de zaak tegen de derden een schikkingsvoorstel aan de RC heeft voorgelegd; tenslotte dat verweerder post voor klaagster heeft achtergehouden. De voorzitter wijst de klacht in alle onderdelen als kennelijk ongegrond af. De raad laat een in het verzet aangevoerd nieuw verwijt buiten beschouwing, daar het geen onderdeel van de klacht vormt. De raad verenigt zich verder met de beoordeling van de voorzitter. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4080 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3802/11.204

    Klager beklaagt zich over de wijze waarop verweerder klagers belangen behartigd heeft in een strafzaak. Klager beklaagt zich over het feit dat een zogenoemde "vrijbrief” niet door verweerder aan hem is geretourneerd. Nu niet is komen vast te staan dat verweerder deze brief in zijn bezit heeft gehad, wordt het klachtonderdeel ongegrond verklaard. Het niet dadelijk toesturen van een dichtbundel van klager, acht de Raad niet  tuchtrechtelijk verwijtbaar. De Raad neemt hierbij in aanmerking de periode die tussen het verzoek en de verzending heeft gezeten en de reden van de latere verzending, zoals door verweerder aangevoerd. Klager klaagt over het feit dat verweerder hem niet op de hoogte heeft gesteld van het uitstellen van een zitting van 4 oktober 2010, alsmede dat het meervoudig behandelen van zijn zaak aan verweerder te wijten is. Uit de correspondentie die in het klachtdossier aanwezig is, blijkt dat klager op de hoogte was van de door verweerder verzochte aanhouding en de uiteindelijke honorering van het verzoek. De Raad heeft niet kunnen vaststellen dat het aan verweerder te wijten is dat de strafzaak van klager behandeld is door de meervoudige kamer. Bovendien heeft verweerder onweersproken gesteld dat de politierechter diens zaak niet meer kon behandelen, omdat de Officier van Justitie een onderzoek van zowel een psycholoog als ook een psychiater verzocht heeft. De klacht wordt ongegrond verklaard. Klager heeft nog een verzoek gedaan om schadevergoeding. Nog daargelaten de ongegrondheid van de klacht, oordeelt de Raad dat het niet tot de taak van de tuchtrechter behoort om te oordelen over een dergelijk verzoek.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4093 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4141/13.48

    Verweerder heeft in zijn brief aan klager expliciet laten weten dat hij niet tot het indienen van een bezwaarschrift zou overgaan als hij niet uiterlijk op 25 juli 2011 daartoe een opdracht zou hebben gekregen van klager. Uit de stukken volgt niet dat klager voor 25 juli 2011 aan verweerder opdracht heeft gegeven tot het indienen van een bezwaarschrift. Het overgelegde e-mail bericht van 22 juni 2011 bevat ook niet een dergelijke opdracht, zodat niet is komen vast te staan dat klager verweerder opdracht heeft gegeven tot het indienen van een bezwaarschrift. Verweerder kon dat e-mail bericht opvatten als een verzoek om te beoordelen of een bezwaarschrift tegen de inhoud van de bijlage bij die e-mail kans van slagen had en dat leidde dan ook tot verweerders eerder vermelde brief van 21 juli 2011. De gedragingen van verweerder zijn, gemeten naar genoemde maatstaf en gelet op het bovenstaande, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4074 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3910/12.44

    Verzet niet ingesteld binnen de daarvoor geldende termijn. Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4087 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4028/12.162

    Klagers hebben geklaagd over verweerder in zijn hoedanigheid van lid van de Raad van Toezicht voor de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden. De Raad onderschrijft de beoordeling van de voorzitter en overweegt dat klagers in het verzet niets hebben aangevoerd dat leidt tot een ander oordeel dan dat de voorzitter heeft gegeven. De Raad oordeelt met betrekking tot één van de klagers voorts dat voor mr. Z. het rechtsmiddel van verzet niet openstaat aangezien hij geen klager is in de zaak.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4068 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4089/12.223

    Verweerder heeft in een ontslagzaak van klager een vordering wegens kennelijk onredelijk ontslag aanhangig gemaakt. Tijdens de comparitie van partijen stemt klager, na een door verweerder gevraagde schorsing voor overleg, in met doorhaling van de procedure. Klacht dat verweerder weigerde op klachten van klager te reageren, dat hij de arbeidszaak ondeskundig heeft behandeld en dat hij de zaak zonder toestemming van klager heeft laten doorhalen. Het eerste klachtonderdeel is ongegrond. Naar aanleiding van het verweer, dat is gesteund door een brief van de kantonrechter over de gang van zaken ter zitting, oordeelt de raad dat niet is gebleken dat de bijstand ondeskundig was of dat verweerder onzorgvuldig met klagers belangen is omgegaan. Ook het tweede en derde klachtonderdeel zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4131 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3863/11.266

    Klacht betreffende de belangenbehartiging in BOPZ-zaak. Verwijt dat de belangen van klaagster onvoldoende zijn behartigd. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk, daarbij ten onrechte aannemend dat de vader van klaagster pro se en niet als haar gemachtigde optreedt. Het verzet is om deze reden gegrond. De belangen zijn zorgvuldig behartigd en hetgeen bij de behandeling van de zaak is voorgevallen en besproken is duidelijk en schriftelijk aan klaagster bevestigd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4112 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4128/13.35

    Het staat de advocaat en haar cliente vrij een verzoekschrift in te dienen wanneer zij dat nodig acht en daarvoor is niet de (voorafgaande) toesteming van klager nodig. Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat de advocaat de belangen van klager (onnodig) heeft geschaad.  Klachtenonderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA4138 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3893/12.27

    Verzet. Geen gronden aangevoerd. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4125 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4001/12.135

    Echtscheidingsprocedure, waarbij verweerster op enig moment ook voor de wederpartij is gaan optreden door een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding in te dienen. Verweerster heeft nagelaten haar cliente te informeren over de gevolgen hiervan, in die zin dat het voor klaagster duidelijk was dat het verweerster nadien niet langer vrijstond de belangen van klaagster, haar initiele cliente, in een later geschil tegen de wederpartij te kunnen behartigen. Verweerster heeft overigens tegen voornoemde regel in klaagster later toch nog bijgestaan in een geschil tegen haar voormalig echtgenoot. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel: een enkele waarschuwing.